Voor DPG Media is er geen weg terug: midden 2019 sluit het eerste van zijn drie datacenters en worden een aantal applicaties overgeheveld naar het cloudplatform van Amazon Web Services (AWS). ‘Als je van een CAPEX- naar een OPEX-model kan gaan, dan verdwijnt ook het risico van nutteloze investeringen in hard- en software.’
Als een van de grootste mediabedrijven van de Benelux, heeft DPG Media (voorheen De Persgroep) een ict-afdeling die zo’n vijfhonderd man sterk is. Meer precies, 55 cross-functionele teams van acht tot tien man. ‘Die teams maken gebruik van heel wat shared components in onze datacenters. Daarmee heeft een update van bijvoorbeeld een datacluster een impact op haast iedereen’, legt cto Tim Bogaert uit (NB: dit interview vond plaats op het Amazon Web Services in Las Vegas eind 2018. De cto is kortgeleden bij DPG Media vertrokken, zie ook biografie). ‘Daarom zochten we naar een manier om die squads onafhankelijker te kunnen laten werken en hier kwam de cloud in beeld. We hebben geëxperimenteerd met een hybride situatie waarbij met OpenShift gewerkt werd. Uiteindelijk leek het ons interessanter volledig naar een cloudomgeving te gaan omdat het een stuk sneller werkt. Bovendien stelt de cloud ons in staat om te isoleren. Je zit met je hardware in een volledig pay-per-use-model, je squads draaien echt hun op eigen infrastructuur zonder ook maar één shared component en je kan dus heel snel itereren zonder enige afhankelijkheid van iemand anders. Die isolatie zorgt niet alleen voor snelheidswinst zonder dat de kwaliteit ondermijnd wordt, maar maakt ook alles transparanter’.
Experimenteren erg belangrijk
De zoektocht naar een cloudoplossing ging zo’n jaar of twee geleden van start. ‘Wij hebben toen zowel naar Amazon Web Services als naar het Google Cloud Platform en naar Microsoft Azure gekeken. AWS is daar als het meest mature platform uitgekomen’, vervolgt Bogaert. ‘Voor ons was het belangrijk dat we in de cloud konden experimenteren, iets snel konden opzetten en van een idee naar productie brengen. In de cloud kan je continu beschikken over het grootste datacenter met de meeste mogelijkheden en dankzij het pay-per-use-model kan je er gemakkelijk experimenten mee opzetten. Wij doen vaak ‘design-sprinten’, waarbij we uitproberen hoe we een probleem in onze organisatie kunnen oplossen, en op één week tijd kunnen we nu volledig van probleemsituatie naar oplossing gaan. Werkt het niet, dan is er ook niets verloren, en dat is ook bij ons management niet aan dovemansoren gericht. Want als je van een CAPEX- naar een OPEX-model kan gaan, dan verdwijnt ook het risico van nutteloze investeringen in hard- en software.’
Uitdaging
De migratie naar de cloud is intussen volop bezig, midden volgend jaar gaat het eerste datacenter dicht. ‘Het is geen gemakkelijk verhaal’, geeft de cto toe. ‘Er komt heel wat nieuwe kennis bij kijken en het is ook geen louter technisch verhaal. Je maakt ook een organisatorische vernieuwing door op hetzelfde moment. Vroeger hadden wij een infrastructuurafdeling, een engineering- en een developmentafdeling, maar nu worden die samengevoegd dankzij de cloud om als één team te kunnen opereren. Het is echt uitdagend, ook op menselijk vlak. Het is een nieuwe wereld. Een team krijgt meer autonomie, maar ook meer verantwoordelijkheid, en dat is niet steeds eenvoudig want je moet dan ook de juiste skills in zo’n team hebben.’
Afhankelijk van de applicatie heeft DPG Media wel een andere migratiestrategie, maar het is duidelijk de bedoeling volledig naar AWS te gaan, beklemtoont Bogaert. ‘Tenzij je een goede usecase hebt om iets met een andere provider te doen. We behouden ook één van onze drie datacenters omdat we nog altijd ook aan videobroadcasting doen en dat productiemateriaal blijft in ons datacenter. Het is wel de bedoeling dat de grote hoeveelheid van onze applicaties – en dat zijn er meer dan duizend – allemaal migreren naar de cloud. Nu duurt dat nog wel een paar jaar vooraleer ook de laatste applicaties gemigreerd zijn.’
Win-win
Over één ding wil hij geen twijfel laten bestaan: de bedoeling van de stap naar de cloud was niet om kosten te besparen. ‘Door meer transparantie te geven aan je kosten, ga je automatisch optimaliseren, dus uiteindelijk wordt het een win-win. Al lang vóór we naar de cloud gingen migreren, waren we in ons architecturaal landschap begonnen met het verkleinen van onze services naar een microservices-landschap – meer componenten maar kleinere die in een continuous deliverystroom afgeleverd worden in plaats van grote releases elke zes maanden of elk jaar. Soms gebeuren er nu zelfs elke dag meerdere wijzigingen aan de componenten. En juist omdat die componenten kleiner, compacter en beter te begrijpen zijn, wordt legacy bijna uitgesloten. Elke component krijgt continu updates waardoor het landschap beter beheersbaar wordt en gemakkelijker te onderhouden is.’
Bogaert is bijzonder tevreden over AWS. ‘In mijn ervaring zijn er weinig leveranciers die zo’n goeie support leveren. Wij hebben een enterprisecontract met een TAM, een technical account manager die specifiek voor ons werkt en die directe lijnen heeft met iedereen binnen AWS die nodig is om ons te ondersteunen. Een keer per twee weken zijn die medewerkers een dag bij ons om ons te begeleiden en te helpen in de overstap. AWS staat ook constant open voor vragen en suggesties. Hoe meer klanten met bepaalde problemen worstelen, hoe groter de kans is dat er een oplossing voor komt. Zo is de security-hub die nu gelanceerd is, een probleem waar we zelf aan werkten en dat nu opgelost wordt. Wat we ook merken, is dat door de voortdurende introductie van nieuwe features een aantal zaken ook altijd maar gemakkelijker worden. Nu wordt bijvoorbeeld managed SFTP beschikbaar. Vroeger moesten wij dat zelf opzetten, nu hoeven we het maar aan te vinken en het draait’.
Goeie mensen
Hij geeft toe dat er ook een nadeel kleeft aan de vele introducties die AWS blijft spuien: ‘Het is soms moeilijk voor ons team om alles te absorberen en nog te weten welke features van AWS ze nu best kunnen gebruiken om een probleem op te lossen. Het is dan ook belangrijk over teamplayers te beschikken, collega’s die goed kunnen samenwerken in een crossfunctioneel verband. Het is moeilijk om goeie mensen te vinden in België en Nederland. Maar als we bekendmaken hoe groot we zijn en waar we allemaal mee bezig zijn, wordt het vaak een stuk gemakkelijker om goede profielen aan te trekken. En we gaan zeker niet met minder mensen werken omdat we naar de cloud gaan. De focus ligt echt op veel sneller itereren, veel sneller customer feedback krijgen en betere producten maken met meer businesswaarde. Natuurlijk willen we daarbij ook onze running cost zo laag mogelijk houden, maar besparen is zeker niet de belangrijkste focus hier’, besluit Tim Bogaert.
Dit artikel verscheen eerder in Computable Magazine nummer 4 2019.
DPG Media?
DPG Media is een Belgisch mediabedrijf met activiteiten in België, Nederland en Denemarken. In zijn portefeuille zitten een rits kranten (Het Laatste Nieuws, De Morgen, De Tijd en L’Echo in België, Algemeen Dagblad, De Volkskrant, Trouw en Het Parool in Nederland, en Berlingske en BT in Denemarken), plus regionale kranten en populaire magazines en een aantal radio- en televisiezenders (VTM, Vitaya, Q2 en Qmusic). Met vijfduizend medewerkers realiseerde het bedrijf in 2017 een omzet van 1,45 miljard euro waarvan ruim vijftig procent in Nederland. Daarmee is DPG Media volgens een studie van onderzoeksbedrijf GfK ook het grootste mediabedrijf van Nederland.
DPG Media is niet vies van diversificatie, getuige de recente overname van Independer, het grootste digitale vergelijkings- en adviesplatform van Nederland voor verzekeringen, bancaire producten, hypotheken en energie, met zetel in Hilversum en meer dan driehonderd medewerkers. Met Jim Mobile en Mobile Vikings is DPG Media ook actief in de sector van mobiele telecommunicatie.
Tim Bogaert
Tim Bogaert startte zijn carrière als ontwikkelaar bij De Persgroep (inmiddels DPG Media geheten). Hij werd er ‘lead architect’ in 2010, en in 2015 chief technology officer. Eerder dit jaar is hij vertrokken bij het uitgeefconcern. Hij werkt inmiddels als ‘coding architect’ bij de Belgische e-health startup Byteflies.