'De economie groeit'. 'De arbeidsmarkt verkrapt'. 'Ict’ers zijn niet te vinden.' Was het maar waar.
Wie luistert naar BNR-nieuwsradio kent de commercials van IT-Button en Incentro. IT-Button leurt met applicatie-ontwikkelaars. ‘Morgen beschikbaar’. ’25 euro’. ‘Beschikbaar in iedere taal’. (Behalve Nederlands.) IT-Button biedt ict’ers aan in bulk, als commodity. Incentro gaat nog een stap verder door niet eens te vertellen wat ze verkopen. Incentro verkoopt naamsbekendheid op de beproefde ‘wasmiddelenmanier’: door te irriteren. Dieptepunt: ‘Noem je kind Incentro en wij geven je geld.’ Dergelijke uitingen spreken boekdelen over de ict-markt en het imago van ict. Neem ze serieus. U en ik vinden ict geen bulkgoed, maar bij Unilever werken ook mensen die betreuren dat wasmiddelen op een hoop worden gegooid. De markt bepaalt.
De IT-Buttons en Incentro’s laten zien waarom de loonontwikkeling van ict’ers de laatste jaren achterblijft. De ict-markt wordt homogener, althans in de ogen van de opdrachtgevers. Met homogeniteit komen prijsconcurrentie en loondruk. De beschikbaarheid van Polen, Roemenen en Indiërs, in huis of offshore, legt een plafond op het loongebouw.
Meest vrije sector
We horen ook over sectoren als zorg en onderwijs en zelfs over de hele arbeidsmarkt dat lonen achterblijven. As we speak komt de economische groei nauwelijks terecht bij de factor arbeid. Maar ict is iets anders dan zorg en onderwijs. Dat zijn gemankeerde markten waarvan de vraagzijde wordt gedomineerd door de overheid en de zorgverzekeraars. De ict-markt daarentegen is de meest vrije sector die we kennen: vele vragers en aanbieders, vrijwel geen cao’s, amper opleidings- en kwaliteitseisen, weinig schaalvoordelen (veel zzp’ers) en verdwijnende geografische drempels. In zo’n markt leiden tekorten altijd hogere tarieven en lonen. Achterblijvende lonen duiden op een overschot, niet op een tekort.
De vraag is nu waarom iedereen roept dat er zulke enorme tekorten zijn. Dat heeft verschillende oorzaken. De eerste is weer een economische. In arbeidsintensieve sectoren waar hard wordt geconcurreerd kun je mensen niet aantrekken met veel betere salarissen. Ict’ers die bijvoorbeeld hetzelfde werk doen concurreren op tarief en dat drukt de tarieven/lonen. In het Westland zien we hetzelfde: wie in de kas wil werken kan doorgaans direct aan de slag, maar tegen een min of meer vaste, slechte beloning. Ook hier is de markt vergeven van de ‘IT-Button’-aanbieders. Een voorbeeld daarvan is Otto Workforce. Het verschil met het Westland is vooral dat ict’ers hoger opgeleid zijn en het ict-werk nog arbeidsintensiever is dan tomaten plukken.
‘Normale’ sector
Een tweede oorzaak van salarisdruk is dat de ict-sector een steeds groter deel uitmaakt van de arbeidsmarkt. (Wie praat er nog over ‘automatisering’?) En dat drukt als zodanig op de lonen. Er zijn inmiddels zoveel ict’ers dat tariefsverhogingen een grote impact hebben op ict-budgetten.
In dit opzicht is de sector wél goed te vergelijken met de zorg en het onderwijs. We zien daar dat zelfs een beperkte loonsverhoging een gat slaat in de overheidsfinanciën en de budgetten van de zorgverzekeraars. Hetzelfde geldt voor loon- en tariefsverhogingen van ict’ers. Bij de topleiding van bedrijven zie je het omgekeerde: die worden wel fors beter beloond als het beter gaat. De economische schade is beperkt en de imagoschade meestal ook.
Negatieve rol overheid
Als derde oorzaak van stagnatie noem ik toch de overheid. Uit de publieke sector komt permanent een enorme vraag naar ict’ers die om diverse redenen weinig productief zijn (‘pay peanuts & get monkeys’). De druk om de tarieven laag te houden is daardoor extra groot, terwijl de noodzaak om resultaten te boeken relatief klein is. Logisch gevolg is dat kwaliteit op de laatste plaats komt.
Recent bleek dat heel mooi bij het CBR (rijbewijzen) dat kampt met een dramatisch verlopend ict-project. TV-rubriek Zembla meldde dat geschikte ict’ers (IBM Websphere) niet te vinden zijn omdat iedereen al door de Belastingdienst wordt ingehuurd. Dus zet het CBR offshore Vietnamezen in. Navraag leert dat het CBR op het diepste punt van de crisis een vaag contract met CGI is aangegaan met tarieven waarvoor je post-crisis niemand meer kunt inhuren.
Omdat de overheid de overheid is laat CBR het project vervolgens liever verder ontsporen dan de bakens te verzetten. En het CBR is geen uitzondering. Ik hoor hetzelfde vanuit het UWV dat de komende jaren een half miljard uitgeeft aan het opkalefateren van legacy-systemen. Ook daar dwingen de scherpe afspraken met Capgemini tot massale inzet van junioren. Zo maakt de overheid als grote vrager de ict-markt en zichzelf verder kapot.
Oppimpen
‘Waar zit hier het data revival element?’, hoor ik u denken. Welnu, ook dit heeft een plaats, net als ‘blockchain’, ‘robots’ en ‘ai’. Waar de prijs allesbepalend is proberen sommige aanbieders zich te onderscheiden naar klanten en personeel. Ook de hernieuwde datafocus is vooral ‘oppimperij’ om innovatief te lijken. ‘Kom werken aan blockchain bij de Rabobank.’ ‘Doe aan data science bij UWV.’
Het zijn de bonuspunten bij AH of de air miles bij Shell: frutsels. Wat we echt zien is een groeiend legioen matig betaalde scrummende Java-krassers. Gelooft u erin? Koop dan vooral in bij uw lokale ‘IT-Button’, gevestigd naast de Lidl.
Dit artikel verscheen eerder in Computable Magazine nummer 4 2019.
@pavake, het is voor mij erg lang geleden dat ik in die mooie taal wat gedaan heb. vele programeertalen volgden. maar ik deel de insteek.van je opmerking. je mag tegenwoordig blij zijn als kandidaten wat basale functionaliteit kunnen tiepen in een van de vele fantasie taaltjes die tegenwoordig dominant zijn.
Het spreekt vanzelf dat voor uitdagende projecten niemand zit te wachten op ’talent’ dat een beetje gedreven twaalf jarige kan evenaren.
@Rene, Een artikel dat degelijk onderbouwd is, levert meer respect op dan krokodillentranen van grote graai clubs. laat ze maar klagen, niemand heeft ze nodig.
Laat me beginnen met een compliment over de prettig leesbaarheid van het artikel.
Het stukje over dat prijsstellingen bij een te groot aanbod, kwaliteit is dan niet relevant, stagneert de waarde. Deze stelling vind ik heel verhelderend en logisch.
Wat ik mis is een opdrachtnemer die zelf ook een verantwoording neemt om het gezamenlijk belang te bewaken, Het is ten slotte ons belasting geld die in de zakken van bedrijven komt. Dus als een opdrachtnemer merkt dat zoals geschreven “terwijl de noodzaak om resultaten te boeken relatief klein is.” dat deze dan stuurt op een duidelijk resultaat en desnoods het terughalen van zijn mensen i.p.v. enkel de zakken vullen met de gedachtte dat ieder uurtje een factuurtje oplevert. In de aannemerij staat in het contract dat de aannemer een sociale verplichting heeft om de “omgeving=omwonende” goed te betrekken in het project en daar dus een gedeelte van het budget naar toe gaat.
CGI heeft zich na haar “statement” helemaal stil gehouden. Dat is jammer en m.i. ook niet slim, gegeven dat het CBR nog steeds in brand staat en CGI daar financieel beter van wordt.
Nogmaals de LinkedIn post met het statement van CGI en mijn reactie daarop: https://www.linkedin.com/feed/update/urn:li:activity:6561597050780205057/
En een drietal tweets om deze fase af te sluiten: https://twitter.com/ReneJanV/status/1157267336212205569
@Hans, 2aug,
Het is nobel wat je schrijft, maar daar zit ook de kern van het probleem. Je kunt als ondernemer heel nobel zijn, maar daar springen de IT buttons en Cgi’s van deze wereld dan juist in. Er zou een code moeten komen dat je als partij heel duidelijk sancties en boetes krijgt als je niet goed levert wat je beloofd hebt.
Ooit dacht ik de grote jongens aan te gaan pakken met faire, dus lagere, tarieven voor opdrachtgevers. En juist daar kwaliteit tegenover te zetten. Maar nu de IT buttons daar blijkbaar van kunnen leven, ondanks het uitblijven van kwaliteit is het probleem alleen maar groter. Het is juist zaak dat de opdrachtgevers zelf gaan werven ipv dat te laten doen door brokers en cowboys. Juist bij overheid, omdat het inderdaad belastinggeld is!
René,
Literaire lezers die Eduard Douwes Dekker kennen vergeten dat zijn boek Max Havelaar vooral een aanklacht was tegen de koloniale handel die toenertijd nog sterk gereguleerd was vanuit een kartel. In 2012 schreef een oud-collega een opinie over kartelvorming in de ICT die ontstond door mantelcontracten waarop ik als reactie gaf dat het niet zo zeer ging om een invulling van de eigen delivery organisatie maar om de onafhankelijkheid in de werving van het personeel voor de sturing van het project. Als Batavus Droogstoppel stellen dat het CBR in brand staat door matig betaalde scrummende JAVA-krassers uit Vietnam is – zoals CGI terecht verweert – een nogal suggestieve constatering die grotendeels onterecht is.
Rechercheren in open bronnen leert dat er al meer dan 10 jaar een machtstrijd gevoerd wordt binnen het CBR, de nieuwe directeur van CBR is een transitie-regiseur die (hoe toevallig) eerder een directeur was bij UWV. Je twee onafhankelijke bronnen die je geïnformeerd hebben zouden dan ook wel eens veel minder onafhankelijk kunnen zijn dan je denkt want het ‘ons-kent-ons’ principe in het bestuurlijke poldermodel wil nog weleens de deur dicht houden voor vernieuwingen.
Het CBR stelt op eigen website de komende jaren een krachtige(re) rol in de verkeersveiligheid te willen gaan spelen, de vraag die we als belastingbetaler moeten stellen is of dit vanuit het huidige kartel met vage ketenpartners eigenlijk wel wenselijk is:
https://www.youtube.com/watch?v=qeygn_hb-c0