De energietransitie is geen sinecure voor een netwerkbedrijf als Alliander. De omschakeling naar een duurzaam energiesysteem betekent dat er honderdduizenden laadpalen en zonnepanelen en veel windmolens bij komen. Die moeten allemaal aangesloten worden op het elektriciteitsnet. Een gesprek met Ingrid Thijssen, sinds mei 2014 werkzaam bij Alliander en is sinds 1 september 2017 voorzitter raad van bestuur en ceo.
Waarbij aangetekend dat dit initieel nooit is aangelegd voor intensief gebruik door warmtepompen, elektrische auto’s, zonnepanelen en windmolens. Alliander zet dan ook stevig in op innoveren en digitaliseren.
‘De energietransitie is vooral ook een samenwerkingsvraagstuk”, zegt Ingrid Thijssen. “Eigenlijk heb je het over de totale verbouwing van onze leefomgeving. Je zou het misschien kunnen vergelijken met de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog. Dit is groter dan de Deltawerken, alleen al omdat het iedereen raakt.’
Draagvlak
‘De energietransitie is een groot maatschappelijk veranderkundig vraagstuk’, stelt Thijssen. Dit impliceert in haar optiek ook dat draagvlak cruciaal is. ‘Er staat veel te gebeuren en ik denk dat het belangrijk is dat de politiek dit ook gewoon duidelijk maakt, uitdraagt en uitlegt.’
Daags voor het gesprek met GOV magazine was Thijssen te gast bij de opening van Zonnepark Oranjepoort in Emmen, met circa negentigduizend panelen één van de grootste van Nederland: goed voor een opbrengst van 38 Megawatt en jaarlijks voldoende stroom voor negenduizend huishoudens. Het zonnepark is een initiatief van GroenLeven en de Vereniging Parkmanagement Bedrijventerreinen Emmen (VPB), een ondernemersvereniging die als belangenbehartiger optreedt naar verschillende instanties.
‘Het zonnepark in Emmen is er in twee jaar gekomen, van plan tot oplevering, dus inclusief vergunningentraject. Ook omdat de lokale gemeenschap zo betrokken is en er werkgelegenheid is gecreëerd. Dat bedoel ik met draagvlak.’
Op het park is ook een Fieldlab ingericht voor onderzoek naar bijvoorbeeld energieopslagtechnieken en nieuwe materiaalvormen zoals bio-composiet. Ook wordt er jongeren de mogelijkheid geboden van opleiding. Thijssen is er blij mee want: ‘Als het gaat over hoe we de energietransitie handen en voeten geven, dan is de allergrootste uitdaging misschien nog wel dat we gewoon te weinig technici hebben in Nederland.’
Dus heeft ze in Emmen aangegeven dat wat haar betreft jongeren niet alleen worden opgeleid tot zonnepanelenmonteur maar ook voor werken aan het elektriciteitsnet. ‘En dan kunnen we daarna wel kijken hoe we ze inzetten. We moeten in elk geval af van het klassieke model dat de ene monteur dit doet en de andere monteur dat. We moeten toe naar één monteur die allebei kan en allebei doet.’
Kortom: de schaarse capaciteit maximaal benutten en dat begint al bij de opleiding.
‘Ik denk dat we op heel veel fronten fundamenteel anders moeten gaan denken. Met betrekking tot het elektriciteitsnet hebben we als netbeheerders twee vraagstukken. De eerste is dat gasnetten op termijn afscheid gaan nemen van aardgas. Waterstof lijkt een alternatief. Het tweede vraagstuk: het elektriciteitsnetwerk is niet ontwikkeld voor toepassingen als warmtepompen, zonnepanelen en elektrische auto’s. Er moet zoveel gebeuren aan het elektriciteitsnet om het geschikt te krijgen, dat is eigenlijk onmogelijk. Om je een voorbeeld te geven: voor het aansluiten van een zonnepark, daar hebben wij onze meest zware, of meest ingewikkelde, technische installatie voor nodig. Maar het is ook kilometers kabel leggen door sloten, door stoepen en onder snelwegen door naar uiteindelijk een elektriciteitsstation. Dat is een puist werk, om het maar zo te zeggen. Van dit soort werken deden we er historisch gemiddeld twintig per jaar. In 2017 kregen we 150 aanvragen. Dat is dus gewoon 7,5 keer zoveel werk. Dat is waar we het over hebben en daarom zeggen wij ook: als we niet uitkijken met elkaar wordt de infrastructuur een bottleneck voor de energietransitie.’
Alliander
Alliander is een energienetwerkbedrijf voortgekomen uit Nuon. Alliander zorgt voor een betrouwbare, betaalbare en bereikbare energievoorziening in een groot deel van Nederland. Alliander bestaat uit een groep bedrijven met in totaal ruim zevenduizend medewerkers. Dagelijks transporteert het bedrijf energie naar ruim drie miljoen consumenten en bedrijven in Nederland. Alliander wordt gevormd door een groep bedrijven, waaronder Liander, Qirion en Kenter. Samen staan deze bedrijven voor hoogwaardige kennis van energienetwerken, energietechniek en technische innovaties. Dochterbedrijf Liander is de grootste netbeheerder van Nederland. Deze netbeheerder legt elektriciteitskabels en gasleidingen aan en beheert het energienetwerk in ongeveer een derde van Nederland. De aandeelhouders zijn provincies en gemeenten, waaronder: de provincie Gelderland, provincie Noord-Holland, provincie Friesland en de gemeente Amsterdam. Alliander beheert ongeveer negentigduizend kilometer elektriciteitskabel en 42.000 km gasleiding.
Alliander is één van de dertien Nederlandse koplopers in digitale transformatie. Dit blijkt uit een onderzoek van Vlerick Business School bij 51 grote Nederlandse bedrijven. De resultaten werden eind juni gepubliceerd in de Transformers bijlage van het Financieele Dagblad.
Energieregio’s
Het bewustzijn over de implicaties van de energietransitie is bij alle partijen aan de klimaattafels ongelooflijk toegenomen, stelt Thijssen. ‘Dat vind ik ontzettend positief, ook dat we nu de afspraak hebben dat er voor alle provincies en gemeenten een regionale energiestrategie komt.’
Nederland telt 33 energieregio’s. “Dat zit op een aggregatieniveau tussen provincies en gemeenten. In hoe de besluitvorming in Nederland is georganiseerd – Den Haag, provincies, gemeenten – daarin heeft een energieregio geen rol. Dus dat is best een besluitvormingscomplicatie.”
Alliander stelt: de lokale energievoorziening moet door ons samen met gemeenten en provincies in samenhang én langjarig vooruit ontworpen worden. ‘Dan kunnen we namelijk planmatig werken om op tijd klaar te zijn en om te zorgen dat we de juiste keuzes maken om de maatschappelijke kosten zo laag mogelijk te houden’, aldus Thijssen. ‘De regionale energiestrategie heeft wat ons betreft dus echt haast.’
In dit kader heeft Alliander samen met de gemeente Amsterdam een studie gedaan naar de elektriciteitsvraag richting 2050 en daarvoor een aantal scenario’s opgesteld. ‘Dan zie je in een hoog scenario dat de vraag vervijfvoudigd. Dat geeft aan waarmee we te maken hebben. En dan moet je in zo’n drukke stad ruimte gaan vinden voor elektriciteitsstations, voor transformatorhuisjes, straten opbreken… Nederland heeft één van de betrouwbaarste elektriciteitsnetten van de wereld, ik vind het belangrijk om dat te benadrukken. Onze uitdaging is ervoor te zorgen dat het zo betrouwbaar en veilig blijft. Alleen, het hele spel verandert nu.’
Het spel verandert in een bestaande omgeving.
‘Ja! Je kunt als er te weinig transformatoren staan en er te dunne kabels liggen wel meer of grotere transformatoren plaatsen en dikkere kabels leggen, maar dat is ontzettend veel werk en heel erg duur. Wat je ook kunt doen is kijken of je vraag en aanbod beter kunt afstemmen.’
Innovatie en digitalisering
Dat is een belangrijk argument voor innovatie en digitalisering, want: ‘Alles wat we niet hoeven uit te breiden aan het net scheelt werk en dus maatschappelijk geld. Aan digitalisering zitten een paar kanten. Kijkend vanuit de klantkant: doordat er via de slimme meter meer data beschikbaar zijn over energieverbruik, kunnen huishoudens veel beter hun gebruik managen en daarmee geld besparen. Dat is een hele mooie ontwikkeling voor consumenten.’
In het kader van vraag en aanbod op elkaar afstemmen binnen de beschikbare netcapaciteit, is in Nijmegen-Noord een ‘flexmarkt’ geïnitieerd. Het gebied is volop in ontwikkeling. Woningen, een bedrijventerrein en een windpark zijn inmiddels gerealiseerd. Er staan nog een windpark en een aantal zonneweides op de planning. De vraag en het aanbod van elektriciteit ontwikkelen zich daardoor sneller dan verwacht. De flexmarkt is bedoeld als tussenoplossing om hoge stroompieken in het lokale elektriciteitsnet te voorkomen en daarmee additionele investeringen in een extra elektriciteitskabel. Een vergelijkbaar project gaat ook van start in de Zuidplaspolder.
Een andere innovatie is ‘slim laden’ voor elektrische auto’s. De snelheid van laden wordt aangepast aan de beschikbaarheid van stroom uit zon en wind of de capaciteit die het stroomnet biedt. Ook hebben technici van Alliander een oplossing bedacht voor een combi-aansluiting op het net voor zonneparken en windmolens. Door deze innovaties is er minder verzwaring van het net nodig.
‘Het is wel een grote uitdaging op het gebied van wet- en regelgeving om die innovaties ook te mogen toepassen. Ik zei al: het elektriciteitsnet is nooit ontworpen met die energietransitie in gedachte, en dat geldt ook voor de wet- en regelgeving. Dus dat is best complex en daarover zijn we intensief in gesprek met het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.’
Innovatie en digitalisering helpt Alliander tot slot niet alleen bij data-gedreven netbeheer maar ook bij het voorkomen van stroomstoringen. Met de ‘Smart Cable Guard’ kunnen storingen voorkomen worden door een sluimerend defect in een ondergrondse kabel te lokaliseren en vroegtijdig te repareren. ‘Hierdoor is het mogelijk om het aantal stroomstoringen met 25 procent terug te dringen en kunnen onze technici pro-actiever werken.’
Dit artikel is ook te lezen in GOV magazine nummer 16 van Atos.