Onlangs berichtte Computable dat online leren nog steeds geen hele hoge vlucht neemt, ook niet bij de generaties waarbij je zou verwachten dat dit het geval zou moeten zijn. Wij vragen ons af: online leren, gebruikt u het? Met als bonusvraag: zal volledig online leren ooit echt een grote vlucht nemen?
Dat laatste zou zomaar kunnen gebeuren als de wereld onbegaanbaar wordt voor mensen. Dan kunnen we niet meer offline bij elkaar komen, maar voor het zover is, lijkt online leren eerder een onderdeel van andere lesmethoden dan een volledig eigen vorm die op zichzelf gedijt.
Niet lang geleden publiceerde de TU Delft een onderzoek naar het gebruikt van massive open online courses of MOOCs en de conclusie uit dit onderzoek was ook dat er nog ‘veel te leren’ is. Een van de redenen die de onderzoeker aandraagt dat online leren, in zijn geval MOOCs, geen hoge vlucht neemt, is dat het “analyseren van gegevens over lerenden om bijvoorbeeld het lesmateriaal en de leeromgeving te verbeteren”, de ‘leerprocesanalyse’, nog in de kinderschoenen staat.
Op dit moment worden veel offline systemen, of wat in de traditionele leeromgeving wel werkt, gewoon naar de online wereld gekopieerd. Dit werkt duidelijk niet. Mensen moeten een mogelijkheid hebben het eigen leergedrag te volgen.
Dan komen we terug op de vraag of u wel eens online leren gebruikt en of dat dan een persoonlijke vorm is of juist een MOOC en waar ziet u verbeterpunten?
Veel e-learning wordt gemaakt zoals er ook op school les wordt gegeven. Leerdoelen, content, test vragen, volgende hoofdstuk. Dat werkt alleen als iemand echt heel gemotiveerd is om dit door te nemen.
Leren is een combinatie van doen en intrinsieke motivatie.
E-learning heeft al een extreme vlucht genomen: Kijk maar naar YouTube en Google.
Als je wat wil leren ga je zoeken of kijken op YouTube.
E-learning hoeft allemaal niet zo ‘correct’. 80 procent is toch een dag later vergeten. Je moet aansluiten op de wens van diegene die jouw materiaal wil doornemen.
Henri,
Je mist een didactieve achtergrond, de intrinsieke motivatie van leren gaat niet om het leermiddel maar het doel en veelal wordt dat gegeven met een bepaalde structuur. En één van de moeilijkste didactieve leervormen is dan ook het onderwijs-leergesprek waarin adaptief gebruik gemaakt wordt van kennis die er al is in combinatie met de ervaring van de docent in specifieke praktijk cases. E-learning heeft hierin absoluut een toegevoegde waarde doordat er veel meer simulatie mogelijk is.
Punt hierin is dat ervaring uit cognitieve praktijk om gevoel gaat, vandaag heb ik dat voor mezelf weer bewezen. Ik zie dus vooral verbeterpunten bij MOOC in de response, het luisteren naar de leerlingen gaat om een bidirectioneel communicatiekanaal waarin uiteindelijk de docent centraaal staat. En deze wordt steeds meer een regiseur doordat de jeugd van tegenwoordig beter voorbereid het onderwijs-leergesprek in gaat door Siri.
Ewout, meten is weten toch?
Mijn bewering is dat slechte content die prikkelt meer leeropbrengst heeft dan goede content in een correcte structuur.
Lezen is niet leren. 100 gram actie is qua leren meer waard dan een kilo kennis.
Nu hebben wij een LMS met zeer correcte geaccrediteerde content, maar we hebben ook interactieve gedeeltes die veel beperkter zijn en soms discussie oproepen over de correctheid.
Niet alleen wordt de interactieve vaker gedaan en hoger gewaardeerd. Bij het toetsen van de kennis zie je een duidelijk verschil. Als iets je boeit doet dat wat met je. Het brengt niet alleen kennis over, maar stimuleert de wens om er meer over te weten al bevat de leerstof veel minder leerinhoud.
Maar! Dit is niet in alle gevallen waar. Het hangt af wie er naar de content kijkt, wat het onderwerp is, de context, etc.
Simplistisch voorbeeld. E-learning kinder EHBO werd zelden afgemaakt. Door er een filmpje voor te zetten van een klein kindje die een paar gehalveerde druiven eet terwijl de verzorger afgeleid is en het kindje vervolgens stikt in een hele druif met de vraag “Weet jij wat je nu moet doen?” Werd de content vaker afgemaakt en kreeg een hogere waardering.
In theorie mag je misschien gelijk hebben, in de praktijk durf ik dat te betwisten.
Of een MOOC succesvol is of niet kan van alles afhangen, maar ik durf te beweren dat je met kwalitatief slechtere content die wel prikkelt meer leeropbrengst hebt.
De mensheid in zijn geheel leert meer van Google en YouTube dan op school.
Henri,
Al doende leert men en betreffende het gebruik van Google/YouTube heb je zeker gelijk als het gaat om het aanleren van praktische vaardigheden. Je 100 gram actie is echter niet meer waard dan een kilo aan kennis. Of zoals Johan Cruijff het zei:”Je ziet het pas als je het door hebt.”
Spelinzicht verkrijg je pas door de som der delen omdat je uiteindelijk ook nog kennis van de regels moet hebben en het opdoen en toepassen hiervan vraagt uiteindelijk om een vorm van structuur. Kijkend naar de wijze waarop er vaak getraind wordt gaat het in je voorbeeld van EHBO voor kinderen dus vooral om de motivator. Je schetst het resultaat van een gebrek aan kennis waarbij je refereert aan de intrinsieke motivatie van een moreel besef dat al aangeleerd is.
Ewout, leren is in mijn ogen patronen herkennen en kunnen toepassen en je Cruijff-citaat werkt twee kanten op: Je ziet het pas als je het door hebt. We denken beide dat we deze quote goed gebruiken voor elkaars “tekortkomingen” 🙂
Als je voetbalt, leer je vanzelf de regels kennen. Voetballen leidt tot spelinzicht. Doen leidt tot kennis. Het gaat erom dat die patronen onthouden worden EN worden toegepast.
Motivatie is dus net zo goed een onderdeel van leren als het lezen van theorie (net zo als bijvoorbeeld massa maal snelheid = impuls)
Dus of online leren zin heeft hangt van heel veel factoren af. Ik geloof erin, maar de middelen die in mijn meting het beste werken zijn wat minder intuïtief. Theorie lijkt onderschikt aan vorm.
Ofwel het certificaat of opleiding van iemand vind ik minder belangrijk dan iemand zijn houding, leergierigheid, ervaring etc. Theorie heeft een functie maar moet niet overschat worden. Natuurlijk om wetenschap te bedrijven zul je ook veel theorie moeten toepassen, maar dat is een andere discussie.
Ik heb in de loop der jaren heel wat online trainingen gedaan, zowel binnen bedrijven alsook via sites als pluralsight
De ervaringen hiermee zijn heel wisselend. Sommige trainingen waren ronduit slecht; een set powerpoint slides met wat screenshots van de het programma waarmee je moest gaan werken. Geen trainingsomgeving beschikbaar, en er werden aannames gedaan dat je bepaalde dingen al wist, waardoor sommige stukken nauwelijks te volgen waren.
Maar ik heb ook een aantal trainingen gehad met screen recordings van wat gedaan werd (zodat je stap voor stap zag wat ze deden ipv alleen een eindresultaat in een screenshot) en waarbij een trainingsomgeving beschikbaar was (of dat je die zelf op kon zetten, bijv. voor het leren van een programmeertaal als python). Wat me daarbij ook opviel is dat de “hoofdstukken” vaak kort gehouden worden, zodat je de online trainingen vaak af kunt wisselen met andere werkzaamheden.
Een ander groot verschil is of de training moet van je werkgever (onderwerpen als “integer zakendoen” of “business ethics”) ofdat het een training is die je meteen toe kunt passen/nodig hebt tijdens je dagelijkse werkzaamheden. Bij de meesten zal in het laatste geval de motivatie een stuk hoger liggen.
Nadeel is en blijft dat er interactie mist wanneer je vragen hebt, maar zeker voor technische trainingen is er vandaag de dag heel veel te vinden op internet natuurlijk.
Van de andere kant … in het verleden werden er genoeg trainingen gegeven waarbij het behaalde certificaat vooral een bewijs was dat je aanwezig was tijdens de training. Of trainingen waarbij op een later moment online een examen gedaan moest worden, wat met een groep collega’s (die dezelfde training gedaan hadden) ineens een stuk makkelijker was
Of een training iets toevoegt voor jou als werknemer hangt uiteindelijk vooral af van je eigen motivatie en inzet
Henri,
Het lijkt me handig als je even op de link in het artikel klikt, één van de conclusies gaat om interventies binnen het leerproces. Eerdere methoden uit de traditionele leeromgevingen blijken niet te werken bij MOOC’s terwijl de sociale interventies waarover gesproken wordt veel weg hebben van gamification. Maar ze vinden op de TU Delft wel vaker het wiel opnieuw uit want er zijn ondertussen vele soortgelijke onderzoeken naar het fenomeen van MOOC’s te vinden.
Voetballend de regels leren kennen betekent specifieke spelsituaties – zoals de buitenspel-regel – simuleren. En de regels leer je dan ook niet vanzelf maar worden je uitgelegd door een trainer, de vele goedwillende en gemotiveerde vrijwilligers binnen het amateurvoetbal zijn echter niet gecertificeerd. En daar kun je wat van vinden maar het gaat uiteindelijk om een stukje kwaliteit en veiligheid.
Voor alle duidelijkheid, ik ben absoluut geen tegenstander van E-learing en zie dat de MOOC’s een grote rol kunnen spelen in bijvoorbeeld de amateursport. Patronen in turn oefening herkennen en deze op de moeilijkheidsgraad beoordelen om vervolgens punten toe te kennen voor de uitvoer zou bijvoorbeeld getraind kunnen worden met MOOC’s. Laatste alinea in gegeven link over een hogere kwaliteit en meer nauwkeurigheid bewijst namelijk de waarde van simulatie middels MOOC’s.
Mooie reactie Ewout, thanks! Heb dus inderdaad nu pas de link uit het artikel gevolgd.
Topvoetballer zonder interventie en online of op de amateur voetbalclub zul je nooit worden, al denk ik dat je wel top software engineer kunt worden zonder scholing puur uit ervaring, leren van peers (off en online) etc. Veel dingen lenen zich niet voor online, vooral de fysieke dingen niet. Een flens aandraaien is ook theorie voor, maar in de praktijk is ook context belangrijk en het voelen van doen.
Maar wat je zegt, bepaalde onderdelen kunnen best online en sommige dingen kun je bijna niet online.
Wat betreft MOOC’s. Ik heb er diverse gevolgd, en ik heb er maar één op mijn tandvlees afgerond en ook nog zonder positief resultaat ( https://www.coursera.org/learn/understanding-arguments ) . Tja, het kostte niets en leek mij wel handig, maar het niveau schoot vrij snel omhoog en toen begon het teveel tijd te kosten. Toen er ook nog interventie oefeningen kwamen heb ik die inderdaad genegeerd, en dat is wel een ding. Als je er niet voor betaald, er geen echte intrinsieke motivatie is. Dus hoe goed die MOOC ook mag zijn, het succes en de leeropbrengst is van heel veel dingen afhankelijk.
Ben zeker geen voorstander om te zeggen: Alles moet maar online. Maar ik geloof in de kracht van peer-to-peer en online. Voor de meeste zaken blended.
Wat ik bizar vind is dat mijn kinderen nog slechte kopietjes van kopietjes krijgen van Topografie en dat het er niet uit ziet en ouderwets is, terwijl je dit nu heel makkelijk kunt digitaliseren en als je dat goed doet, dan kan heel primair onderwijs in NL dat gebruiken. Het is slecht gesteld met onderwijs en het gebruiken van goede mooie goedkope landelijke online tools.
Rekenen, Topografie, Taal zijn prima te digitaliseren en online te maken voor kinderen. Natuurlijk leer je op een school ook interactie met andere kinderen, maar hier ligt toch echt een enorme mogelijkheid tot verbetering…
Squla is aardig, maar nog steeds belabberd opgezet en kost (veel) geld. Terwijl ik denk: 1 keer ontwikkelen en gratis uitrollen voor heel Nederland.