Dutch Datacenter Association (DDA) voelt zich overvallen door de aankondigde bouwstop van datacenters in Amsterdam en Haarlemmermeer. De brancheorganisatie snapt niet dat de gemeenten zonder enig overleg dit in haar ogen rigoureuze besluit heeft genomen. Volgens de DDA leggen datacenters nauwelijks beslag op de ruimte vergeleken met andere sectoren en wordt er juist sterk ingezet op verduurzaming.
De gemeenten Amsterdam en Haarlemmermeer kondigden afgelopen vrijdag een tijdelijke bouwstop af. Aanleiding voor de maatregel is de enorme toename van het aantal datacenters. Ze nemen te veel ruimte in en gebruiken te veel energie, vinden de gemeenten. Zij bezinnen zich nu op nieuw regionaal vestigingsbeleid.
De DDA laat in een reactie weten ‘verbaasd te zijn dat er op dit moment en zo plotseling een rigoureus besluit als deze wordt genomen. De sector zet namelijk sterk in op verduurzaming en heeft nauwelijks beslag op de ruimte vergeleken met andere sectoren. Datacenters concentreren de digitale industrie in hun faciliteiten en hoe efficiënter dat gebeurt, hoe efficiënter ook hun business model is. Dat is maar goed ook, want anders zouden we meer dan dubbel zoveel stroom verbruiken. Continue efficiëntie is dus een automatisch gegeven: dit bespaart naast energie ook geld.’
Bovendien, zo stelt de brancheorganisatie, is de datacenterindustrie volledig geëlektrificeerd, in tegenstelling tot veel andere industrieën. Daarbij draait ruim 80 procent inmiddels op groene stroom.
Verder vindt de DDA een bouwstop een gevaar voor de sterke economische positie als datacenteraanbieder die Nederland momenteel inneemt.
Niet op eigen houtje
Verder snapt zij niet dat er geen contact is opgenomen terwijl de DDA al jaren een dialoog voert op regionaal en nationaal niveau, onder andere voor het opstellen van een Nationale Datacenter-strategie om juist de planning, stroom en de energietransitie zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen.
De brancheorganisatie schrijft: ‘Het komt uitermate vreemd over dat juist deze overheden die dialoog niet willen aangaan en zich niet meer verdiepen in wat er werkelijk gebeurt. Juist met een sector die het voortouw neemt in het constructief meedenken en zoeken naar oplossingen.’ De DDA wijst bijvoorbeeld op het gratis aanbieden van haar enige restproduct, datacenter-restwarmte, aan de Nederlandse overheid om de energietransitie te ondersteunen.
De DDA zegt te begrijpen dat de gemeenten actie moeten ondernemen om de ambitie om van het gas af te gaan (Amsterdam) te kunnen halen en om extra, duurzaam gebouwde huizen te realiseren omdat de netcapaciteit al drie jaar op is (Haarlemmermeer). Maar zij pleit ervoor om voorgestelde acties met alle betrokken partijen te bespreken en dit niet op eigen houtje te doen.
‘Meer dan alles moeten overheid, digitale industrie en netwerkbeheerders zoeken naar zowel korte- als langetermijnoplossingen om de netcapaciteit te vergroten. Stroomversnelling van elektrificatie is ook noodzakelijk om vele innovatieve en ‘slimme’ oplossingen voor smart cities te huisvesten, oplossingen die allen ook weer datacenters behoeven’, aldus de spreekbuis van de datacentersector.
We hebben hier in het Noorden nog meer dan genoeg ruimte om datacenters te plaatsen. Google en Microsoft hebben dat al begrepen, nu de Nederlandse datacenterbouwers nog. Ze willen hier ook heel graag grote parken met zonnepanelen bouwen, maar Tennet kan die stroom niet kwijt op het hoogspanningsnet. Als we nu eens datacenters naast die parken met zonnepanelen gaan plaatsen? De grond is hier ook nog eens goedkoop, wat let je. Een datacenter hoeft heus niet in een straal van 20 km rondom Schiphol te staan.
Welke dialoog heeft DDA gevoerd en wat waren de onderwerpen?
Cijfers van CBS laten zien dat het opgenomen vermogen van datacentra onevenredig hoog is, die stroom wordt voor 90 procent opgewekt door kolencentrales die biomassa verstoken. Verder leveren datacentra uiteindelijk weinig werkgelegenheid op en is de densiteit per vierkant uiteindelijk veel kleiner dan voorgesteld door DDA door een 16A beperking in het rack als gevolg een beperkte power feed naar het datacenter.
Een bouwstop van datacentra in één regio brengt de economische positie van Nederland niet in gevaar, DDA vergeet dat andere regio’s nog voldoende groeimogelijkheden bieden met een hogere efficiëntie doordat veelal nog gewoon tot 32A in het rack mogelijk is als gevolg van voldoende stroomcapaciteit. En de Haarlemmerolie van restwarmte is trouwens makkelijker te transporteren middels vloeistofkoeling, aanbod en vraag moeten echter ook weer niet te ver uit elkaar liggen terwijl we in Nederland ook nog een sterke seizoenswisseling kennen hierin want weinig huishoudens zitten in de zomer te wachten op de restwarmte.
De spreekbuis van de datacenter-sector heeft dus simpelweg alle signalen gemist, het principe van Urban Datacenters gaat namelijk om een decentralisatie. De smart city initiatieven kunnen ook lokaal landen in datacentra met een veel kleinere schaal en vloeistof gekoelde oplossingen hebben een PUE die 40 procent lager ligt dan traditionele datacentra met warme en koude straten. De koeling van gpu’s gaat om een uitwisseling van warmte en kou waarbij vraag & aanbod om de slimme combinaties van echte duurzaamheid vraagt. En DDA schiet hierin hopeloos tekort omdat ze de belangen van een oude en achterhaalde industrie behartigd.