België blijft op de negende plaats staan in de Europese DESI-index, de Digital Economy and Society-index van de EU. Drie jaar geleden stond België nog op vijf. Nederland doet het met een derde plaats een stuk beter, maar moet toch ook een plaats prijsgeven.
De DESI-index meet van elk Europees land hoe goed het scoort qua ‘connectiviteit’, ‘menselijk kapitaal’, ‘het gebruik van internetdiensten’, de ‘integratie van digitale technologie’ en ‘digitale publieke diensten’. Het gaat onder meer over de gereedheid qua 5G, het aantal vrouwelijke ict-specialisten, het aantal mensen dat nog nooit internet gebruikte of hoe medische gegevens uitgewisseld worden. Al die scores worden opgeteld tot een eindresultaat.
De beste leerling in de Europese klas is Finland met een score van zeventig. Daarna volgen Zweden, Nederland en Denemarken. Nederland haalt een score van 68,9. Vorig jaar stond het land op de tweede plaats, weliswaar met een score van 66,8.
Wat de connectiviteit betreft, heeft Nederland dezelfde uitstekende prestaties geleverd als in voorgaande jaren, met name door het toenemend gebruik van mobiel breedband. Er is ook een duidelijke toename op de gebieden internetgebruik, integratie van digitale technologie en digitale overheidsdiensten, die allemaal in overeenstemming zijn met de gemiddelde verbeteringen in de EU.
Wat menselijk kapitaal betreft, scoorde Nederland echter iets slechter. Dit weerspiegelt zowel een grotere behoefte aan beroepsbeoefenaren met digitale vaardigheden buiten de centrale ict-sectoren als de moeilijkheden om het onderwijsbeleid aan te passen aan de complexe uitdagingen van de digitale transformatie.
België
België behield zijn negende plaats met een hogere score dan vorig jaar, 59,4 tegenover 56,6. Er zijn goede scores voor connectiviteit dankzij de brede beschikbaarheid van snelle vaste en mobiele breedbandnetwerken en het toenemende gebruik daarvan. De belangrijkste uitdaging heeft nog steeds te maken met het feit dat netwerken niet overal worden gemoderniseerd om ervoor te zorgen dat deze met zeer hoge capaciteit beschikbaar zijn.
Weliswaar zijn er tal van innovatieve projecten opgezet om de digitale vaardigheden te verbeteren, maar het effect ervan op het menselijk kapitaal komt nog niet tot uiting in de statistieken. ‘Het komt erop aan meer Belgische jongeren te bewegen tot een loopbaan in digitale technologie en, meer in het algemeen, meer leerlingen warm te maken voor wetenschap, technologie en wiskunde – de zogeheten ‘STEM’-vakken’, zo klinkt het.
Daarnaast zou België het volledig potentieel van de digitale economie beter kunnen benutten als het in een herscholing van de beroepsbevolking zou investeren en de it- genderkloof zou verkleinen. Ook wat betreft digitale overheidsdiensten is er dit jaar minder vooruitgang geboekt dan afgelopen jaren.