Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Dat is een spreekwoord dat velen van ons wel eens gehoord hebben, maar van de inhoud trekken we ons te weinig aan. Vertrouwen is het sleutelbegrip dat een business maakt of breekt. Maar als ik om mij heen kijk en zie hoe moeizaam het vaak met het vertrouwen is gesteld, denk ik dat het spreekwoord aan een aanpassing toe is. Vertrouwen komt met de snelheid van een schildpad en als het fout gaat is het vertrouwen razendsnel weer weg; met raketsnelheid.
Het is niet zo makkelijk om vertrouwen te krijgen in een team. Dat gaat niet als vanzelf. Het is mensenwerk en mensen willen nu eenmaal graag eerst de kat uit de boom kijken. En natuurlijk, het gaat ook over gevoel. Een moeilijk te adresseren onderwerp. Als mensen elkaar kennen, al met elkaar gewerkt hebben en positieve ervaringen met elkaar hebben, gaat het ontwikkelen van vertrouwen sneller dan als mensen elkaar nog nooit hebben gezien. Samenwerking loopt volledig spaak als vertrouwen ontbreekt. Als iemand zich zorgen moet maken omdat een teamlid door zijn werkwijze of zijn ontwerp bezig is de stoelpoten onder hem vandaan te zagen, verdwijnt het vertrouwen. Dan stokt ook de communicatie en lijkt een terugweg onmogelijk.
Elkaar vertrouwen
Als we elkaar vertrouwen komen we problemen gemakkelijk te boven en worden daar als team zelfs sterker van – we werken dan anti-fragiel. We bewegen ook gemakkelijker en in kleine stapjes richting een eindproduct – we werken ook agile. En de oplossingen komen als het ware vanzelf – we ervaren dan emergentie. In mijn boek ‘De Verwezenlijking, een begaanbare weg naar duurzaam digitaal transformeren’, dat ik in 2017 samen met bestuurder en hoogleraar Jo van Engelen geschreven heb, staan meer samenwerkingsprincipes die allemaal met vertrouwen te maken hebben:
Zo moeten alle teamleden ten eerste scherp voor ogen hebben wat het totaalresultaat is dat bereikt moet worden. Alle teamleden moeten hun eigen taak goed kennen, maar bovenal het gemeenschappelijke doel van het product dat ontwikkeld wordt.
We werken tegenwoordig altijd in een netwerk. Iedereen binnen dat netwerk moet ook de context van het samenwerken kennen, er mogen geen gaten in het netwerk zitten. Vitale relaties tussen personen moeten gelegd zijn.
Manier van werken
Daarnaast moet de manier van (samen)werken van het team goed bekend zijn bij iedereen en iedereen moet het snappen. We moeten elke relatie kunnen leggen tussen teamleden die nodig is; net iets meer misschien, maar zeker niet minder. Een operatiekamer-team kan functioneren omdat iedereen de manier van werken weet.
Iedereen moet ook de status van het project kennen. Zijn er veranderingen? Dan kun je je werk anders inrichten. Je moet betrokken zijn. Je moet ook de juiste faciliteiten daarvoor hebben.
Ook moeten we voldoende, zogenoemde ‘polariteit’ in het team hebben. Samenwerken in de ict is complex. We moeten onze eigen oppositie organiseren. Daarvoor is ervaring en intelligentie nodig, maar vooral ook diversiteit qua achtergrond en qua persoonlijkheden.
Open van geest
Alle deelnemers in de samenwerking moeten vervolgens open minded genoeg zijn om veranderingen te zien en erop te reageren. Wanneer je binnen een netwerksamenwerking een klus te klaren hebt, kun je niet alle ramen en deuren sluiten en alle contact met de buitenwereld opschorten. De kans dat je dan iets maakt dat uiteindelijk niet meer nodig is, of niet is te gebruiken, is heel groot.
Een team kan nog zo fantastisch werken en houden aan de doelstellingen en afspraken die er bij het begin van de werkzaamheden waren; als het product niet aansluit bij de veranderende wensen van de markt, dan heb je een waardeloos product.
Het is belangrijk om te weten wie onze collega’s, bazen, klanten, concurrenten, en andere betrokkenen zijn. Alle steakholders dienen we te kennen en goed in de gaten blijven houden. Wat is de cultuur van de organisaties, de overheden of de landen waar we mee te maken hebben? Het kan nogal verschillen hoe je mensen moet benaderen om het gewenste resultaat te bereiken.
Waar moet je zijn als je er even niet uitkomt? Of als je het overzicht kwijt bent? Hoe raak je weer snel up-to-date of back-on-track? Het team moet weten wat er moet gebeuren als het even niet meer lukt. Bij doormodderen is niemand gebaat.
Tolerantie
Zorgen dat er voldoende tolerantie is voor het maken van kleine fouten. Als alle fouten onvergeeflijk zijn, dan blijft iedereen aan zijn stoel gekluisterd en gebeurt er niets. Iedereen leert van fouten, als het goed is. Als we elkaar vertrouwen, durven we die foutjes te maken die nodig zijn voor het geweldige eindproduct dat we voor ogen hebben!
In elke organisatie wordt samengewerkt, zeker bij it. Check de eigen organisatie eens: hoe verhouden bovenstaande principes zich tot de realiteit? Ik ben benieuwd!
Dit artikel verscheen eerder in Computable Magazine nummer 3 2019.