Opensourcespecialist Red Hat gaat met vliegtuigfabrikant Lockheed Martin samenwerken om het applicatieproces voor de software van de F-22 te versnellen. Die software moet het straalvliegtuig snel van nieuwe mogelijkheden voorzien.
De F-22 Raptor is een militaire jet uit het begin van de jaren negentig die geregeld van software-upgrades voorzien moet worden om zijn vijanden de baas te blijven. Het duurde voorheen vijf tot zeven jaar om vereisten te identificeren en nieuwe capaciteiten voor de bestaande architectuur vrij te geven. Het proces was té tijdrovend, gaf integratieproblemen en de kwaliteit van de code was ondermaats.
Lockheed Martin wilde niet alleen betere code, maar ook een nieuwe teamcultuur gebaseerd op innovatie en samenwerking. Het bedrijf zocht hiervoor naar principes en frameworks die gangbaar zijn in het softwarelexicon, zoals agile, scrum, minimum viable product (MVP) en DevSecOps. Uiteindelijk werd gekozen voor Red Hat Open Innovation Labs om zich door zijn agile transformatieproces te leiden en te helpen bij het implementeren van een opensourcearchitectuur. Tegelijkertijd moesten de ontwikkelaars het web van de bestaande ingebouwde systemen ontwarren.
Voor het platform viel de keuze op Red Hat OpenShift Container, het enterprise-Kubernetes-platform van Red Hat op basis van Red Hat Enterprise Linux. Tijdens het Open Innovation Labs-programma werkte een team van vijf ontwikkelaars, twee operators en een producteigenaar samen om een nieuwe applicatie voor de F-22 op OpenShift te ontwikkelen. Binnen zes maanden had Lockheed Martin zijn OpenShift-implementatie en gebruik van agile methodieken en DevSecOps-praktijken naar een F-22 ontwikkelingsteam van honderd man opgeschaald. Deze zomer, slechts een jaar na het opstarten van het project, wil Lockheed Martin drie communicatiemogelijkheden voor de straaljager opleveren, wat drie jaar eerder is dan gepland. Lockheed Martin blijft deze aanpak opschalen voor de hele F-22 ontwikkelorganisatie.