SAS investeert in zijn opleidingsaanbod op het gebied van data-analyse, machine learning, kunstmatige intelligentie en data science. Zo maakt het zijn leerplatform beschikbaar voor universiteiten en voegt het nieuwe certificaten voor ict-professionals toe. Dat maakt SAS bekend tijdens zijn Global Forum-conferentie, die deze week in Dallas plaatsvindt.
SAS maakte onlangs bekend één miljard dollar te investeren in kunstmatige intelligentie. Dit wordt opgesplitst in drie onderdelen, te weten: research & development (r&d), dienstverlening en onderwijs. Voor die laatste groep doet het nu een aantal aankondigingen.
Ten eerste maakt het zijn Viya for learners-programma beschikbaar voor universiteiten. Docenten kunnen dit gebruiken in hun lespakket. Hiervoor zijn acht lessen op het gebied van kunstmatige intelligentie, machine learning en data-analyse beschikbaar met bijbehorend instructiemateriaal. Studenten krijgen op hun beurt gratis toegang tot de SAS-software in de deelgebieden en kunnen dit gebruiken bij de uitwerking van hun use cases. Het Viya for learners-lesprogramma is gekoppeld aan het SAS-certificeringsprogramma. Hiermee behalen studenten tijdens de lessen diverse badges en certificaten.
Daarnaast voegt SAS nieuwe certificaten toe op het gebied van machine learning, natural language, computer vision. Deze zijn gericht op de ict-professionals. De lessen hierin worden zowel online als offline (in een klaslokaal) aangeboden.
Tekort aan datawetenschapper
SAS-directeur Jim Goodnight vertelt dat organisaties kunstmatige intelligentie en advanced analytics willen inzetten, maar ze niet juiste talent hiervoor in huis hebben. ’Dat gat willen we dichten door middel van educatie. Dat is een van de belangrijkste pijlers binnen SAS, want onderwijs vorm de basis voor elke (ict)professional.’
De ceo wil enerzijds de nieuwe generatie, die opgroeit in een data-gedreven wereld, enthousiasmeren om met data-analyse en –wetenschap te werken. Anderzijds wil SAS de barrière verlagen om hier daadwerkelijk mee aan de slag te gaan. ‘Om dit te realiseren wil het zijn onderwijsaanbod beschikbaar maken op de kanalen waar mensen makkelijk toegang toe hebben.’