Al jaren is er binnen de professionele softwaretest-community discussie over de toekomst van het vakgebied en de rol van de tester hierin. Gezien de evolutie van het ict-landschap en het toenemende belang van een snelle time-to-market is dit niet verwonderlijk. De kwaliteitscontroles blijven, maar die moeten frequenter, efficiënter en effectiever worden uitgevoerd. Dit heeft impact op de competenties van de testprofessional, zoals de kennis en kunde over tooling, maar ook de bekwaamheid en attitude om slagvaardig te zijn binnen een agile- of DevOps-omgeving.
Bij een TestNet-conferentie in 2015 hield prof. dr. ir. Rini van Solingen een betoog over genoemde materie en gaf aan dat kwaliteit iedereens pakkie-an is en niet alleen een ‘feestje’ moet zijn voor de testers. Dit (h)erken ik: kwaliteitsborging zou bij iedere medewerker en in elke stap van het voortbrengingsproces top-of-mind moeten zijn. In het verlengde hiervan is de toegevoegde waarde van een tester juist ook faciliterend in plaats van (alleen maar) controlerend. Een concreet praktijkvoorbeeld hiervan is de Atlassian-case.
Atlassian is vooral bekend als de maker van Jira en Confluence. Ze hebben daar een manier gevonden om kwalitatief hoogwaardige software op te leveren met ‘slechts’ zes testers in een team van 65 ontwikkelaars. Ze hebben een strategie ontwikkeld op basis van de ideeën van prof. dr. Cem Kaner, een van ‘s werelds meest toonaangevende testgoeroes. Atlassian noemt dit het quality assistance-model, gefundeerd op de gedachte dat iedereen binnen ontwikkelteams verantwoordelijk is voor kwaliteit, waarbij de ontwikkelaars alle benodigde tests zelf uitvoeren en de zes qa-engineers hierin ondersteunend zijn. Plat gezegd, ze zorgen ervoor dat de ontwikkelaars goede testers worden, monitoren de output, dragen verbeteringen aan en hebben focus op het voorzien en voorkomen van problemen. Ook andere grote organisaties zoals Spotify en King (bekend van onder andere Candy Crush) hebben het quality assistance-model geadopteerd en ik vermoed dat er nog veel meer zullen volgen.
Antwoord
Is zo’n model dan hét antwoord op de discussie over het testvakgebied? Zeker niet, maar het is een interessante ontwikkeling waarbij er niet alleen aandacht is voor de kwaliteit van het product, maar ook voor het achterliggende proces om tot die kwaliteit te komen. Al met al zal de qa-engineer van de toekomst zijn handen vol hebben aan het helpen van anderen om te werken aan juiste (test)toolset, mindset en skillset.
Auteur Berry Kersten is agile/Atlassian-consultant bij Avisi.
(Dit artikel is eerder verschenen in Computable-magazine 01/2019.)