De Japanse bedrijven Toyota, Denso en Softbank pompen een miljard dollar in de Amerikaanse alternatieve taxidienst Uber. Het geld is bedoeld voor de Uber-afdeling die zich bezighoudt met zelfrijdende auto’s. Dat bevestigt ceo Dara Khosrowshani nadat The Wall Street Journal het nieuws had aangekondigd.
Uber Advanced Technologies Group of UberATG, zo heet de afdeling binnen Uber die autonome voertuigen ontwikkelt. Toyota en Denso pompen er elk 667 miljoen dollar in, Softbank gaat voor 333 miljoen. Toyota zal ook nog eens 300 miljoen dollar klaarleggen om eventuele bijkomende kosten te dekken bij de ontwikkeling van zelfrijdende wagens en taxi’s.
Uber kreeg vorig jaar in de zomer al vijfhonderd miljoen dollar kapitaal van Toyota toegestopt. Ook dat geld was bedoeld om snel zelfrijdende auto’s op de weg te krijgen. De tests daarvoor gebeuren met een vloot van Toyota Sienna’s. Ook Softbank investeerde eerder al in Uber; het is zelfs de grootste aandeelhouder van het bedrijf.
Sinds Uber in 2016 zich aan zelfrijdende auto’s waagde, heeft het bedrijf er iets meer dan een miljard dollar ingestoken. De investeringen wegen op de winstgevendheid van Uber, dat vorig jaar meer dan drie miljard in het rood ging.
In maart vorig jaar was een zelfrijdende auto van Uber betrokken bij een ongeval in Arizona dat het leven eiste van een 49-jarige vrouw. Uber stopte toen tijdelijk met zijn testprogramma, maar startte dat recent weer op in Pennsylvania, waar ook het hoofdkwartier van UberATG staat.
De kapitaalsinjectie van het Japanse trio valideert in UberATG op 7,25 miljard dollar. Uber gaat binnenkort naar de beurs en zal UberATG dan afsplitsen. Het zelfstandige bedrijf blijft wel onder controle van Uber staan. De verwachting is dat de volledige Uber-groep bij de beursintroductie op zo’n honderd miljard dollar geschat zal worden.