Het beursgangklimaat is vorig jaar verslechterd. Het aantal bedrijven dat afzag van een dergelijke Initial Public Offering (IPO) of voor uitstel koos, daalde plotseling. Alleen zeer sterke IPO’s gingen door. De Brexit en de handelsoorlog tussen de VS en China zijn debet aan de negatieve ontwikkeling. Wel is het ergste achter de rug.
Dat zegt Anthony Attia, topman van de internationale, pan-Europese beursmaatschappij Euronext, tijdens TechShare in Lissabon, een jaarlijks trainingsprogramma gericht op tech-bedrijven die op termijn een beursgang overwegen. Attia voegt er in een rondetafelgesprek aan toe dat de beurs vaker cyclisch gedrag vertoont. Bovendien verwacht Attia een opleving zodra de Brexit achter de rug is. ‘Want er zit nog veel in de pijplijn. Verschillende exits staan in de wachtkamer geparkeerd. Die moeten er op een bepaald moment uitkomen.’
Zijn hoop is vooral op tech-fondsen gevestigd. Sterker, steeds meer tech-bedrijven kijken naar de effectenbeurs voor hun financiering, aldus Attia. Ook de gemiddelde omvang van het bedrag dat wordt opgehaald, gaat omhoog: van dertien miljoen in 2013 naar 74 miljoen in 2017. Attia: ‘Maar anders dan vaak wordt gedacht, ligt de ondergrens voor het op te halen bedrag niet heel hoog. Voor Nederland is dit ongeveer twintig à dertig miljoen euro.’
Tech-aandelen
Aan de Euronext staan als leidende beurs voor tech-bedrijven in continentaal Europa nu 350 tech-aandelen genoteerd met een totale marktkapitalisatie van zeventig miljard euro. Iets minder dan een kwart van de genoteerde bedrijven komt uit de tech-sector.
Vorig jaar kende Europa twee grote tech-IPO’s. Adyen, dat betaaloplossingen aan onder meer Uber, Netflix en Spotify levert, bleek bij de opening van de beurshandel zeven miljard euro waard. Een dag na de beursgang verdubbelde de waarde. Het Noorse Cleantech was het tweede grote succes. Elastic uit Amsterdam was een andere topper maar het zoekmachine-bedrijf week uit naar de Amerikaanse NYSE.
Euronext-baas Attia benadrukt dat een tech-bedrijf niet heel groot hoeft te zijn om naar de beurs te gaan. ‘We zien ook succesvolle introducties van bedrijven die nog in een vroeg stadium van ontwikkeling zijn.’ Interessant wordt het als meerdere bedrijven uit dezelfde sector (bijvoorbeeld fintech) een notering krijgen. Dan is er meer vergelijkingsmateriaal. Dat trekt meer sectoranalisten en ook gespecialiseerde investeerders aan. Jonge hitech-starters kunnen ermee gebaat zijn als ze onder de aandacht komen van internationale fondsen met een heel specifieke focus.
Attia zegt overigens niet bang te zijn voor de concurrentie met de Amerikaanse tech-beurs Nasdaq. ‘De laatste vijf jaar is daar maar één Frans bedrijf naar toe gegaan,’ aldus Attia. Volgens hem is een gang naar de Nasdaq alleen interessant wanneer een groot deel van je klanten in Amerika zit. ‘Wil je onder de aandacht van Amerikaanse investeerders of van een bedrijf als Google komen, dan is zo’n stap te overwegen. Doe je voornamelijk zaken in Europa, dan past een notering daar beter. In Amerika ben je al snel te klein. Daar zijn zoveel grote tech-bedrijven dat je al gauw in anonimiteit vervalt. In Europa ben je als jong tech-bedrijf veel beter zichtbaar. Een ander nadeel is dat een Amerikaanse beursnotering veel tijd en aandacht vergt. Het management moet veel tijd investeren in roadshows en de rapportering-eisen zijn veel groter. Dan loop je het risico dat de zaken in Europa uit je handen vliegen.’
Strategische keuze
Op de vraag waar het kapitaal voor verdere groei vandaan moet komen, antwoordt Attia dat daar een strategische keuze aan vooraf gaat. ‘Het gaat om veel meer dan alleen maar geld binnen harken. Zie de pre-IPO-fase als een soort puberteit in positieve zin. Het is een stap naar volwassenheid, een betere organisatie. Je gaat er dan echt bij horen. Belangrijk neveneffect van een beursnotering is dat je breder aandacht krijgt. Dat heeft weer gevolgen voor de naamsbekendheid en het imago.’
Voor bedrijven die al een aantal kapitaalrondes achter de rug hebben, staan overigens meerdere opties open om aan een nieuwe financiering te komen. Ze kunnen een nieuwe ronde doen onder hun bestaande aandeelhouders uit de hoek van venture capital. Een andere mogelijkheid is verkoop aan private equity-investeerders. ‘Maar die gaan zeker hun invloed op de bedrijfsvoering doen gelden. Ook is verkoop te overwegen aan een strategische partij die heel veel kapitaal of een enorme klantenkring heeft. De vierde optie is die van een beursnotering.’