Tunga realiseert goedbetaalde, moderne banen voor achterstandsjongeren in verschillende Afrikaanse landen. Veel westerse bedrijven hebben moeite met het vinden van bekwame en betaalbare softwareprogrammeurs. Tegelijkertijd is er in Afrika een hele generatie jongeren met de skills en/of talenten om aan deze vraag te kunnen voldoen. Echter, in de praktijk blijkt dit nauwelijks te lukken en is de jeugdwerkloosheid in de meeste Afrikaanse landen een groot probleem.
Tunga is een online platform dat Afrikaanse softwareprogrammeurs een podium biedt om zichzelf te ontwikkelen en om toegang te krijgen tot goedbetaalde klussen op internationale softwareprojecten. Westerse bedrijven gebruiken Tunga om een remote team van bekwame, flexibele en betaalbare softwareprogrammeurs te bouwen op een manier die ook nog eens bijdraagt aan het verbeteren van de positie van jongeren in Afrika. Social entrepreneur Ernesto Spruyt, oprichter van Tunga, vertelt het verhaal achter Tunga.
Je had veel andere dingen kunnen doen. Waarom koos je ervoor om Tunga op te richten?
‘Ik heb me de afgelopen tien jaar intensief bezig gehouden met sociaal ondernemerschap
bij onder andere Solidaridad, Stichting Doen en in het Grow Impact-programma van Social Enterprise
NL. Op zeker moment was ik betrokken bij een tech-startup en ervoeren we zelf hoeveel moeite het kost om hier in Nederland snel en betaalbaar nieuwe software te lanceren, door de schaarste aan softwareprogrammeurs. Ik zag dat als een enorme kans voor Afrikaanse jongeren. In Afrika is nog veel onbenut echtalent, dat heel graag toegang wil tot die internationale markt voor het geld, voor betere carrièrekansen, maar ook omdat ze dan met technologieën kunnen werken waar lokaal geen vraag naar is. Een soort Fairtrade 2.0. Toen ben ik Tunga begonnen in 2015 samen met Butterfly Works, een stichting die onder andere een scholennetwerk heeft opgezet dat gratis it-opleidingen aanbiedt aan jongeren uit achterstandswijken in Afrika.’
Waarom Afrika?
‘Softwareontwikkeling leent zich heel goed voor het werken met ‘gedistribueerde’ teams; dus met mensen die op afstand met elkaar samenwerken. Dat is wel handig in een markt als Nederland, die lokaal gezien uit balans is. Maar tijd is geld. Elke maand dat je product later naar de markt gaat, kost je al snel duizenden, zo niet tienduizenden euro’s. Dus waarom zou je dan niet gebruikmaken van een talentenpool die in dezelfde tijdzone zit, Engels als moedertaal heeft, relatief goedkoop is en bovendien in de startblokken staat om zich voor jou te bewijzen? Dat is het voordeel dat wij bieden door vanuit Afrika te opereren. Onze klanten zijn veelal ondernemers of intrapreneurs; mensen met een visie voor een nieuw product of dienst die snel en tegen beperkte kosten dit naar de markt willen brengen. Dat is in Nederland heel lastig omdat programmeurs moeilijk te krijgen (en te houden) zijn, duur zijn en vaak ook veeleisend zijn. Bij ons is de lead time voor een project heel kort – dagen tot weken – en zijn de kosten drie keer zo laag. Terwijl hier bedrijven geld verliezen doordat de schaarste aan programmeurs er toe leidt dat softwareprojecten blijven liggen, te duur zijn of te langzaam van de grond komen.’
Het feit dat jullie een positieve bijdrage leveren door werkgelegenheid voor programmeurs in Afrika te creëren vindt veel weerklank/support bij klanten. Wat is de impact die jullie maken, behalve het creëren van direct werk?
‘Onze visie op impact is eigenlijk heel simpel: de gemiddelde jongere in pak ‘m beet Kampala, Oeganda wordt liever techprofessional dan koffiebonenplukker. Fairtrade is sympathiek, maar biedt geen exclusieve oplossing voor de vierhonderd miljoen banen die er volgens internationale organisaties bij moeten komen in Afrika de komende dertig jaar. Softwareontwikkeling is intelligent en goed betaald werk. It-outsourcing is wereldwijd een markt van 440 miljard dollar, terwijl bijvoorbeeld alle fairtradeproducten wereldwijd samen goed zijn voor een omzet van ‘maar’ acht miljard dollar per jaar. Het heeft dus enorme potentie. Door te investeren in een pool van programmeurs dragen we ook bij aan kennisontwikkeling; kennis waar de lokale economie op allerlei manieren de vruchten van kan plukken. Maar ook kennis die henzelf een stevige basis geeft voor hun verdere carrière. Wat we ook zien is dat onze programmeurs hun familie ondersteunen, onder andere door opleiding te betalen voor broers, zussen, neven en nichten. Al deze mensen kunnen hierdoor deelnemen aan de economie op basis van gelijkwaardigheid, in plaats van dat ze afhankelijk zijn van steun of de bereidwilligheid van mensen om ethisch verantwoorde producten te kopen. Kortom, we hopen bij te dragen aan de economische en mentale onafhankelijkheid van Afrikaanse jongeren en daarmee aan een bloeiende toekomst van het continent.’
Als het mis gaat bij outsourcing is het negen van de tien keer omdat er communicatieproblemen zijn. Hoe gaan jullie om met het wegnemen van problemen rondom taalbarrières, cultuurverschillen en geen face-to-face- contact?
‘We hebben op dit moment een pool van zo’n 260 geverifieerde softwareprogrammeurs, waarvan 45 procent uit Oeganda, 45 procent uit Nigeria en verder uit Egypte, Kenia en Kameroen. Deze werken hoofdzakelijk als freelancer: per klant bekijken we wat de behoefte is en zoeken we de meest geschikte developers qua programmeertalenkennis, communicatiestijl en professionele ervaring. Bij ons is de lead time voor een project slechts dagen tot weken en zijn de kosten drie keer lager. Bovendien zorgen we heel goed voor zowel onze klanten als voor onze developers; we zijn er op gebrand om een hoog serviceniveau te leveren. Dat heeft misschien ook te maken met het feit dat mijn partners en ik allen een achtergrond hebben in zowel de hotellerie als in ontwikkelingshulp. Dit vertaalt zich in flexibiliteit, transparante prijzen (wij committeren ons vooraf aan een project fee, dus geen verrassingen) en in heldere en tijdige communicatie. Daarbij komt dat Afrika in dezelfde tijdzone ligt en het Engels de eerste taal is voor de meeste van onze developers. De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat het best even geduurd heeft voordat we een manier van werken ontwikkeld hadden die
de cultuurverschillen kon overbruggen. In het begin hadden we wel moeite om tijdig en met de juiste
kwaliteit te leveren, maar inmiddels staat er een volwassen platform en een ervaren team dat door
een strakke, gestandaardiseerde aanpak heel goed in staat is om mensen met allerlei verschillende achtergronden effectief te laten samenwerken.’
Effectief code schrijven als je niet precies weet waar de software uiteindelijk voor bedoeld is, is
eigenlijk niet mogelijk. Hoe vangen jullie dit op?
‘Dit doen we door proactief mee te denken en een gevoel te creëren waar de software uiteindelijk voor
bedoeld is. Wij besteden altijd veel aandacht aan het voortraject. We helpen waar nodig onze klanten
met het vormgeven van hun ideeën en we zorgen er altijd voor dat er voor ieder project uitgebreide documentatie is, zodat iedere betrokkene het totaalplaatje in beeld heeft. Want of je nu uit Afrika komt of uit Nederland, zonder dat totaalplaatje kun je geen goede beslissingen nemen. In mijn ervaring is dit een sleutelvoorwaarde om effectief it-projecten te kunnen realiseren; een goede documentatie en afstemming vooraf voorkomt 90 procent van de problemen die je vaak ziet in it-projecten.’
Met het bovenstaande in gedachten kan het uitbesteden van projecten best risicovol zijn. Hoe vangen jullie dit op?
‘Het kiezen van een nieuwe of andere leverancier is altijd een grote beslissing, waarmee je niet over één nacht ijs moet gaan. Het komt regelmatig voor dat een klant eerst even een test wil doen, om te kijken of het bevalt. Dan definiëren we een pilot of een deelproject. Dat werkt prima; meestal blijven ze.’
Hoe kan beoordeeld worden dat de programmeurs die jullie aanleveren echt goed zijn?
‘Onze database met programmeurs is openbaar en gewoon te doorzoeken op onze website. Daarin kun je het gehele profiel van al onze developers zien: specialiteiten, opleiding, werkervaring en eventueel hun Github-repo. Het hangt er verder altijd een beetje van af wat precies de behoefte is van de klant. In het geval van een project laten we meestal zien wat we al gedaan hebben. Voor detacheren organiseren we sowieso altijd interviews tussen klant en programmeur. Ook kan de klant er voor kiezen om de programmeur een test te laten doen. Met andere woorden, er zijn vele manieren om dit te checken. Wij hebben dat natuurlijk al gedaan, maar als de klant het graag zelf onderzoekt dan faciliteren we hem daar graag bij.’
Denken jullie programmeurs ook mee met het creatieve proces? Of moet elk detail van de software eerst gedetailleerd worden?
‘Allebei. We betrekken onze projectmanagers en developers zo vroeg als mogelijk in het proces. Tijdens de uitvoering hebben ze zeker de vrijheid om, in overleg natuurlijk, af te wijken van de specs als hen dat een goed idee lijkt. Maar we vinden het ook belangrijk dat van tevoren in detail is bepaald wat er gebouwd moet worden. Mede omdat wij ons vooraf committeren aan een prijs voor een project, zodat de klant geen verrassingen krijgt. Het is dan wel fijn als wij ook niet tegen al te veel verassingen aanlopen.’
Hoe ziet jullie proces eruit? Hoe weet een klant of kan hij beoordelen of de opdracht in goede
handen is en hoe kan hij het in de gaten houden?
‘We werken normaal gesproken met scrum, tenzij de klant anders vraagt. Onze developers kunnen
uit de voeten met alle populaire tools om software te ontwikkelen. Zo werken we bijvoorbeeld met Slack,Skype of Appear.in voor teamcommunicatie, met Github of Bitbucket voor versiecontrole en met Jira, Confluence of Trello voor issue tracking. Onze developers kunnen werken in een bestaande workflow-omgeving van de klant of als die er niet is kunnen zij dit allemaal zelf opzetten voor de klant (geen extra kosten). Vervolgens heeft ieder project een vergelijkbare flow van scoping, sprints van twee weken, de quality assurance (qa) één week aan het eind van iedere sprint en een acceptatietest door de klant (per sprint; aan het eind van de qa-week). Het aantal sprints is uiteraard afhankelijk van de grootte van het project en kan ook permanent zijn.
Verder hebben we een apart qa-team dat buiten het developmentteam staat en alles controleert voordat het verscheept wordt naar de klant. Wij hebben hiervoor uitgebreide, gestandaardiseerde testprotocollen die op ieder product worden toegepast. We werken sowieso met gestandaardiseerde templates voor alle documenten die we produceren (estimates, scope of work, user stories, ‘issues’/tasks). Tot slot moeten al onze developers dagelijks een mini-survey invullen zodat we zicht houden op de voortgang en kwaliteit van het werk en vroeg kunnen ingrijpen als dat nodig is. Sinds de invoering van dit systeem is het aantal ‘events’ (bijvoorbeeld het niet halen van een
deadline) met 90 procent gedaald.’
Dit artikel verscheen eerder in Computable Magazine nummer 2 2019.
Ernesto Spruyt
Ernesto Spruyt begon zijn carrière als consultant in Rusland, waar hij zeven jaar lang Nederlande bedrijven de markt op hielp. Na terugkomst in Nederland kwam hij in 2007 via ontwikkelingsorganisatie Solidaridad terecht in de wereld van duurzaamheid en sociaal ondernemerschap. In 2015 richtte hij Tunga op. Daarnaast begeleidt hij al jaren startups en corporate innovatiemanagers bij onder andere Telegraap Media Groep, Growth Class, YES!Delft en Google Launchpad.