Kunstmatige intelligentie (artificial intelligence, ai) leidt niet alleen tot het verdwijnen van banen, maar kan mensen ook helpen hun talenten beter te benutten. Technologie helpt namelijk om het leven van werkende mensen te verbeteren. Dat stellen experts in een discussie over het thema People Centered Economy (PCE).
Tijdens het PCE-congres dat 28 maart 2019 in VondelCS in Amsterdam is gehouden, gingen Amerikaanse topsprekers op het gebied van technologie en talentontwikkeling via een videoverbinding in discussie met Nederlandse beleidsbepalers, investeerders, managers en zakenlieden. Conclusie: het huidige onderwijs faalt en nieuwe initiatieven tot het opleiden van software-ontwikkelaars zijn kansrijk.
Vint Cerf (Google) schetste in zijn openingstoespraak het effect van ai op het werk van mensen. Veel banen gaan verloren, maar er komen ook de nodige nieuwe banen bij. Probleem is dat de veranderingen steeds sneller gaan. Vroeger volgde je een lange opleiding en als het een beetje meezat was je daarna vele jaren van werk verzekerd. Cerf: ‘Nu val je sneller uit de boot en in de toekomst wordt dat alleen maar erger. Wil je niet buiten spel komen te staan dan moet je snel bij- of omscholen.’ Dat vereist het vermogen om vlot nieuwe dingen te leren. Wie dat gemakkelijk afgaat, heeft de toekomst. Cerf: ‘Het is leren, geld verdienen, opnieuw leren en weer geld verdienen; een cyclus waar geen eind aan komt. Belangrijk is dat mensen de vaardigheid wordt bijgebracht om snel dingen op te pikken. Anders gezegd: ze moeten leren te leren.’
De uitdaging is mensen daar in te zetten waar hun talenten en capaciteiten optimaal benut en beloond worden. Veel indruk op de congresgangers maakte Jason Hsu. Zijn bedrijf Catalyte gebruikt ai om programmeertalenten op te sporen. Naar iemands cv wordt niet meer gekeken. Vooropleiding of vorige werkkring zijn irrelevant. Online moeten kandidaten een test doen waarin wordt gekeken naar iemands denkpatroon. Centraal staat de vraag of iemand heel snel kennis kan oppikken. Kunstmatige intelligentie bepaalt in hoeverre een kandidaat geschikt is een opleiding tot software-ontwikkelaar te volgen. Zo’n 5 tot 15 procent slaagt voor de test. Opvallend is dat de helft geen universiteit en een derde zelfs geen middelbare school met succes heeft doorlopen. Ook veel 35-plussers slagen voor de test. Mensen die op basis van hun cv of afkomst geen kans zouden maken, blijken volgens deze methode wel degelijk potentieel te hebben. Ai kan dat veel beter. De kunst is vervolgens deze mensen naar de juiste baan te leiden. Ook hier bewijst ai zich. De mensen die werden omgeschoold, maakten een enorme sprong in inkomen: van de 20 procent laagste inkomens gingen ze naar de 20 procent hoogste inkomens.
Ook Harver, een Nederlandse starter die met ai kandidaten beoordeelt op hun geschiktheid voor een baan, gebruikt dataprofielen. Ceo Barend Raaff: ‘Naar een cv wordt niet meer gekeken. Alles is data gedreven. Dat werkt beter dan het afgaan op je buikgevoel.’ Ook Florian Chilla (Randstad Innovation Fund) denkt dat het die richting opgaat. ‘Over tien jaar zijn er geen cv’s meer,’ voorspelt hij.
Codam
Ook Codam, een nieuw coding college dat naar Frans model is opgezet, kijkt niet naar vooropleiding of ervaring. Initiatiefneemster Corinne Vigreux, mede-oprichter van TomTom, zegt: ‘We vinden dat totaal niet belangrijk.’ Vigreux verwacht binnen 1,5 jaar 500 à 600 leerlingen te hebben waaronder veel meisjes. Bij Codam helpen koppeltjes van leerlingen elkaar te programmeren. ‘Het is peer-to-peer. De leerlingen moeten samenwerken. Ieder weet wel iets wat een ander niet weet. Zo kunnen ze elkaar helpen,’ zegt Vigreux. Het onderwijssysteem is gebaseerd op een game. Vigreux betaalt het collegegeld uit eigen zak. Het onderwijs is gratis. Reden voor Vigreux om zo’n school te beginnen is het enorme tekort aan software-ontwikkelaars. Ook Codam leert mensen te leren. De methodiek valt overigens ook in andere vakken toe te passen.
Ook Winc Academy, een initiatief van investeerder Marijn Pijnenborg, financiert de 30 weken durende opleiding van de leerlingen. Zodra die een baan als programmeur hebben gevonden, moeten die 30 maanden lang een vast percentage van hun inkomen afdragen met een maximum. Deze salarisafdracht gaat in een potje waaruit de opleiding van nieuwe leerlingen wordt gefinancierd. Pijnenborg wil iedereen de kans geven een carrière in de IT te beginnen zonder dat eerst duizenden euro’s in een opleiding hoeft te worden gestoken. Dit verlaagt de drempel. De Winc Academy is opgezet naar Amerikaans voorbeeld waar een opmerkelijk hoog aantal afgestudeerden zo aan een programmeerbaan werd geholpen.
Jason Palmer (New Markets Venture Partners) zei dat in Amerika dit soort initiatieven enorm in opmars zijn. Daar wordt naar alternatieven gezocht voor de traditionele universiteiten waar een opleiding al gauw meer dan 200.000 dollar kost. Palmer: ‘Omdat de kennis zo snel veroudert, willen studenten niet meer zulke hoge bedragen ophoesten. Ze zoeken naar goedkopere alternatieven zoals bootcamps.’ Op scholen wordt in tegenstelling tot 15 jaar geleden heel veel technologie gebruikt om het onderwijs beter te maken. Wat dat betreft ligt Nederland op achterstand, zo was de unanieme mening tijdens het PCE-congres.
Programmeerles
Politica en vakbondsbestuurder Mei Li Vos sprak haar verbazing uit over het feit dat tot groep 8 leerlingen verstoken blijven van programmeeronderwijs. ‘Hier wordt al jaren voor gepleit. Maar er gebeurt niets.’ Mei Li Vos constateerde dat gevestigde belangen dit tegenhouden. Het is behoudzucht troef. En dat terwijl programmeeronderwijs, her- en bijscholing en opleidingen broodnodig zijn om te voorkomen dat mensen de aansluiting op de arbeidsmarkt verliezen. ‘We moeten durven vooruit te gaan,’ aldus Mei Li Vos. ‘Veel mensen hebben een diepe angst voor de toekomst. Daar hebben we nog geen goed antwoord op.’ De politica pleitte ervoor meer in beweging te komen. ‘We moeten nu echt stappen gaan zetten.’
Het PCE-congres is een initiatief van Guido van Nispen, uitgever van het boek ‘A people centered economy’.