Veel organisaties gebruiken nog steeds verouderde technologie voor hun kernapplicaties, die ze vaak tegen hoge onderhoudskosten draaiend houden. Deze legacy-software remt ze bij hun digitale transformatie, omdat het ontbreekt aan moderne mogelijkheden zoals schaalbaarheid, cloud en api’s. En als ze dan eindelijk besluiten om hun legacy te vervangen door nieuwe technologie, creëren ze de legacy van de nabije toekomst. De uitweg uit deze vicieuze cirkel: low-code.
De term legacy-software staat voor verouderde besturingssystemen, databases en zakelijke applicaties die gebaseerd zijn op verouderde methodes, standaarden en technologie. Legacy is vrijwel onontkoombaar, en vaak het gevolg van technologische keuzes uit het verleden en uit overnames geërfde softwareplatformen. Die applicaties zouden drie decennia lang mee moeten gaan, maar in de praktijk zijn ze drie jaar modern en vallen daarna soms wel 27 jaar onder de noemer legacy.
Dat is een probleem, want deze software wordt vaak gebruikt voor de meest kritische kernapplicaties binnen een organisatie. Het moderniseren ervan wordt daarom vaak zo lang mogelijk uitgesteld, omdat het op korte termijn meestal goedkoper is om de beperkingen op te lossen met maatwerkkoppelingen en randapplicaties. In de praktijk zijn soms wel vijfhonderd randapplicaties om een product als SAP heen gebouwd.
Op de lange termijn remt legacy een organisatie af op gebieden als innovatie en digitale transformatie. Uiteindelijk kost het in stand houden van legacy daarom veel meer, zeker als je het afzet tegen de voordelen die moderne technologie biedt.
Breekpunt
Voor elke organisatie die legacy-software gebruikt, komt er een breekpunt. Nieuwe technologie is niet meer toe te passen, het onderhoud wordt steeds duurder, er zijn geen ontwikkelaars meer voor te krijgen, en soms is de onderliggende hardware er gewoon niet meer. Dat is een groot bedrijfsrisico, zeker als het de concurrentiepositie in gevaar brengt. En daarmee breken belangrijke keuzemomenten voor een organisatie aan, omdat zij een modern alternatief voor legacy-oplossingen moet zoeken. We creëren vandaag de legacy van morgen. Elke dag opnieuw. Juiste software kiezen kan ook een pakket zijn en je kunt juist geen tientallen jaren vooruit kijken. Daarom moet je juist kunnen veranderen en technologisch bijblijven. Iets dat software per definitie niet kan. Kies je voor een oud en vertrouwd softwarepakket? Een gloednieuwe technologie? Of ga je zelf ontwikkelen? Wat weinig organisaties zich realiseren, is dat je met de technologiekeuze van vandaag direct weer de legacy van de toekomst creëert. Software veroudert namelijk steeds sneller, en gaat dus steeds korter mee.
ContinuousNext
Gartner introduceerde in 2018 een nieuwe trend die op deze legacy-problematiek ingaat: ContinuousNext. Dit staat voor de houding die bedrijven zich zouden moeten aanmeten om beter voorbereid te zijn op continue technologische verandering en innovatie. Daarmee lijkt Gartner te erkennen dat er altijd legacy zal zijn, en dat je als organisatie maar moet accepteren dat je bedrijfssoftware altijd periodiek vervangen moet worden door iets nieuws. Het is goed dat Gartner bedrijven bewustmaakt van de legacy-problematiek, maar we zouden nog een stap verder kunnen gaan. Het probleem is op te lossen als we helemaal géén nieuwe legacy meer creëren, namelijk door low-code-software te gebruiken.
Doorlopende innovatie
Het principe achter low-code-platformen is dat het bedrijven in staat stelt de functionaliteit en werking van hun software vast te leggen in modellen. De functionaliteit wordt hiermee gescheiden van de onderliggende technologie, die door de leverancier van het platform steeds wordt geactualiseerd naar de laatste technologische ontwikkelingen. De applicaties blijven automatisch modern, zonder je zorgen te maken over technologische veroudering.
Toegegeven, het gebruik van low-code voor bedrijfskritische toepassingen is nog relatief nieuw. Low-code wordt nog het meest gebruikt voor het ontwikkelen van eenvoudige apps en andere kleinschalige, specifieke toepassingen. Low-code maakt de laatste jaren evenwel een grote ontwikkeling door. Inmiddels zijn er ook low-code-platformen beschikbaar waarmee grote kernapplicaties zijn te ontwikkelen, die zich uitstekend kunnen meten met traditionele softwarepakketten of maatwerksoftware. Sterker, een aantal pakketleveranciers bouwt hun eigen softwarepakket al met deze platformen. Low-code is een verademing als je het vergelijkt met een complexe pakketimplementatie of het ontwikkelen van maatwerksoftware.
Moderniseren
Maar wat doe je met bestaande legacy-software? Low-code-software biedt organisaties ook een uitweg om hun legacy-applicaties te moderniseren. Het resultaat is een moderne, toekomstvaste software-oplossing. Met het moderniseren of ’upcyclen’ wordt een model afgeleid uit de legacy-software, waarmee snel een moderniseringsproject is te starten. Het uiteindelijke resultaat is dat je met low-code nooit meer nieuwe legacy creëert. Als organisatie hoef je een software-implementatie nooit meer periodiek weg te gooien en te vervangen door iets nieuws. Door de functionaliteit van je legacy over te hevelen naar modellen in een low-code platform, kun je als organisatie daadwerkelijk afscheid nemen van je legacy, en zonder zorgen verder innoveren naar de toekomst.