Op een evenement in San Francisco heeft Apple vier nieuwe diensten voorgesteld. Door te transfomeren van een puur hardwarebedrijf naar een service-gerichte onderneming, bereidt Apple zich voor op slinkende inkomsten uit computers en telefoons.
Niet alle diensten die Apple voorstelde, zijn meteen in de lage landen beschikbaar. Zo is bijvoorbeeld AppleNews enkel in de VS en Canada gelanceerd. Met AppleNews lezen consumenten tijdschriften en magazines via hun iPad of iPhone voor net geen tien dollar per maand. In de digitale kiosk zijn zo’n driehonderd titels beschikbaar. Grote kranten als The New York Times en de Washington Post houden de boot voorlopig af.
De tweede nieuwe dienst die enkel in de States beschikbaar is, is de AppleCard, een elektronische, digitale creditcard waarvan alle gegevens in je telefoon zijn opgeslagen en die gekoppeld is aan ApplePay. De kaart wordt geïntroduceerd in samenwerking met de bank GoldmanSachs.
Nog een nieuwe service uit Cupertino is AppleArcade. Dit is een abonnement waarmee gebruikers zo’n honderd spelletjes op hun telefoon of tablet kunnen spelen, zonder advertenties of bijkomende kosten. Tot zes familieleden kunnen een abonnement delen. AppleArcade zal in de herfst gelanceerd worden, voor een nog onbekend bedrag.
De vierde en belangrijkste aankondiging is AppleTV+, dat in twee delen uiteenvalt: het is enerzijds een streamingservice waarop Apple zijn eigen tv-producties kan laten zien. Daarvoor heeft het bedrijf grote namen als Steven Spielberg, J.J. Abrams en Reese Witherspoon binnengehaald. Voor de productie van hun reeksen en films is een budget van zo’n miljard dollar opzijgezet. Anderzijds zijn via dit kanaal ook tv-diensten van andere aanbieders van streaming video en betaaltelevisie binnen te halen, zoals HBO en zelfs Amazon Prime Video. Netflix en Disney (dat binnenkort een eigen streamingdienst onthuld) ontbreken dan weer. Net als AppleArcade zal ook de nieuwe AppleTV in Europa gelanceerd worden.
Dat Apple stevig inzet op diensten, is eenvoudig te verklaren. Aan het begin van deze eeuw haalde het bedrijf nog meer dan 82 procent van zijn inkomsten uit pc’s en laptops. In 2018 was dat geen tien procent meer. De iPhone maakt nu het leeuwendeel uit van wat Apple verkoopt. Maar die inkomsten lopen stilaan terug. De smartphone-markt is verzadigd en de nieuwe prijzenpolitiek die het bedrijf hanteert (met apparaten boven de duizend euro) valt niet overal in de smaak. En dus wil Apple diversifiëren.
Bovendien zijn digitale-streamingmarkten aan een stevige opmars bezig. De inkomsten uit streaming video zijn die van kabeldiensten al voorbijgestoken en in het laatste kwartaal hebben meer dan een miljoen Amerikanen hun kabelabonnement opgezegd, zo berekende The Wall Street Journal.
Last but not least: de marges in diensten liggen gemiddeld ook veel hoger dan in hardware. Zodra de infrastructuur en alle content geregeld zijn, groeien de marges mooi mee met het aantal abonnees omdat de meeste kosten toch vast zijn.