Afgelopen maand verbleef ik in de Filipijnen. Alsof de tijd er stilstaat: riolering kennen ze niet, huisnummers vinden ze overbodig en de post niet je vast aan het hek van het erf. Wonderlijk te zien hoe groot de verschillen zijn met onze hightech-maatschappij, waar we het hebben over big data en kunstmatige intelligentie (ai); kranten schrijven erover, er verschijnen sciencefictionseries over (Black Mirror) en het bereikt zelfs de politiek: D66 wil 25 miljoen euro investeren in ai. Vanwaar de ophef de laatste tijd?
Hoewel de oorsprong zich in eind jaren zeventig bevindt, is de groei de afgelopen tien jaar explosief gestegen [1]. Waarom startte deze groei zo traag en waar stopt deze groei? De eerste vraag lijkt simpel te beantwoorden. Doordat de dataopslag en dataprocessingcapaciteiten zo enorm zijn gegroeid afgelopen jaren, is het nu ook pas interessant voor bedrijven om gebruik te maken van big-datatechnieken zoals machine learning. Een telefoon nu heeft bijvoorbeeld meer opslagruimte dan een computer in de jaren tachtig en de vraag naar opslagcapaciteit blijft ook exponentieel groeien [1]. In de afgelopen twee jaar hebben we meer data gegenereerd dan in heel de geschiedenis van de mensheid bij elkaar. Of deze groei stopt en waar, is nog maar de vraag.
‘Groei’ is goed, en wordt in onze kapitalistische cultuur gezien als iets positiefs. Waar vooruitgang gelijk staat aan positieve ontwikkeling, wordt stilstand gezien als achteruitgang. Desalniettemin moeten we kritisch blijven kijken en bewustzijn over deze ontwikkelingen creëren. Sinds de industriële revolutie, het kapitalisme en de digitale revolutie (ook wel derde industriële revolutie genoemd), lijkt de kloof tussen rijk en arm groter te worden. Net als de industriële revolutie, verkleint de digitale revolutie de middenklassen en concentreert het geld en macht zich bij de kleine elite. Of zoals Karl Marx zei: ‘De mens maakt wel zijn eigen geschiedenis, maar niet onder zelfgekozen verhoudingen.’
World Economic Forum
Volgens econoom Klaus Schwab [2], oprichter en directeur van het World Economic Forum, staan we aan de vooravond van de vierde industriële revolutie. De vierde industriële revolutie wordt gedefinieerd als een samensmelting van alomtegenwoordige gegevensverwerking, ai, zelfrijdende voertuigen, synthetische biologie en 3d/4d-printtechnologie. Deze revolutie zal ons daarom op veel bredere manieren en vanuit verschillende perspectieven beïnvloeden, niet alleen technologisch. Deze revolutie wordt ook wel een industriële convergentie genoemd; een fusie tussen de fysieke, biologische en digitale wereld.
Meedoen of verliezen
Volgens Schwab is het een kwestie van meedoen of verliezen. Bedrijven zullen al hun capaciteiten, kennis en geld op de juiste manier moeten inzetten, anders zullen zij al snel buiten de competitie vallen. Viktor Mayer-Schönberger [3] gaat nog een stapje verder en zegt dat ‘onze op geld gebaseerde economie verandert in een economie gebaseerd op data’. Data is het nieuwe geld.
Ik meen dat de inzet van technieken zoals machine learning en ai niet beperkt moet blijven tot een afdeling van een bedrijf of slechts enkele personen. Het moet verweven zijn in het bedrijf, waaraan een continu proces ten grondslag ligt. Als dit niet gebeurt, blijft de business intelligence-afdeling een los eilandje, waar inzichten en kennis over het hoofd worden gezien en wat de efficiëntie niet ten goede komt.
Angst of naïviteit kan ook een rol spelen bij een bedrijf om niet mee te doen. Inzet van ai kan straks bijvoorbeeld sneller en in een eerder stadium kanker herkennen dan iedere arts; computers (robots) ontpoppen zich tot betere financieel adviseurs dan mannen in mooie pakken en chauffeurs gaan met pensioen. Maar moeten wij niet in plaats van onze kop in het zand steken, deze angsten omzetten in kansen? Als we onze wereld van nu vergelijken met de wereld van onze overgrootouders, dan vinden wij ook dat we er op een veel fronten erop vooruit zijn gegaan. Toch?
Desondanks is er een groot verschil met de andere revoluties. Dit tijdperk zal voor meer ophef en onrust zorgen dan voorgaanden en naar verwachting zal dit (mede) veroorzaakt worden door drie oorzaken.
De eerste is snelheid, waar men achttien jaar geleden zei dat internet overbodig was en dat de hype wel weer zou overwaaien, werd de maatschappij gedwongen om mee te doen. De snelheid waarmee nu de ontwikkelingen elkaar opvolgen, is exponentieel gestegen ten opzichte van toen.
De tweede reden is de breedte en diepte. De ontwikkelingen volgen zich niet lineair in elkaar op, maar radicaal en gelijktijdig in zowel de breedte als de diepte.
De derde aanleiding tot onrust is de complete transformatie in alle lagen van de bevolking en in alle mogelijke branches. Dit alles heeft tot gevolg dat we bang zijn dat banen op het spel komen te staan.
Risico
Deze angst lijkt een terechte angst. Volgens Frey & Osborne [4] loopt bijna de helft van de totale Amerikaanse werkgelegenheid risico. Waarbij banen zoals secretaris, makelaars, scheidsrechters en koeriers het meest vatbaar zijn voor automatisering. Dit betekent een drastische verschuiving van banen en de invulling van functies, wat vraagt om een flexibele en creatieve mindset. Volgens Mayer-Schönberger [5] ontstaan er grote groepen winnaars en verliezers, waar we, zoals het verleden ons leert, moeten zorgen voor de verliezers om crises te voorkomen.
De grootste verliezers van deze drastische verschuiving zijn misschien wel de mensen die leven in landen zoals de Filipijnen. Die geen keuze hebben in meedoen of verliezen. De Filipijnen is een land waar ze nu nog op elk eilandje, bootje en dorp logboeken bijhouden. Hierin worden tenminste drie kenmerken handgeschreven bijgehouden, te weten; voornaam, achternaam en leeftijd. Wat gebeurt er met deze database wanneer het logboek vol is? Dan pakken ze een nieuwe en zal het volle logboek ergens in een kast verdwijnen die bij de volgende tyfoon opgeruimd zal worden. Waarom houden ze dit bij? Als de boot omslaat en iedereen op deze boot komt te overlijden, dan zal het logboek toch ook ten dode zijn opgeschreven. Toch zien de Filipino’s het belang van het bijhouden van data, of zal dit slechts werkverschaffing zijn?
Kloof
Als we dit vergelijken met de wereld waarin wij leven, met alle beveiligingscamera’s, kentekenregistratie en gps-trackers, die al onze handelingen registreren en exact weten waar we naartoe gaan, vraag ik mij af wat meer wenselijk is. Ik wil hier niet opperen dat wij superieur zijn aan landen zoals de Filipijnen. Ik ben eerder bezorgd dat de afstand, of de kloof, onoverbrugbaar wordt.
Ook Schwab [2] ziet dit gebeuren in de sociale democratie waarin wij leven. Hij ziet een arbeidsmarkt ontstaan die steeds verder verdeeld zal worden in laaggeschoold/laagbetaald en hooggeschoold/hoogbetaald, wat op zijn beurt weer leidt tot een toename van sociale spanningen. Het fundament wat er in de Westerse landen lag, waar het kapitalisme en het materialisme is ontstaan, is in derdewereldlanden nooit gekend. Het lijkt ingebakken te zijn in onze genen, waar wij van nature altijd opzoek zijn naar de beste kwaliteit-prijsverhouding.
Houten hutje
Er is een lichtpuntje. Hoewel de landen zoals de Filipijnen, door tekort aan middelen en kennis, nooit de industriële revolutie volledig hebben gekend, hebben zij wel nu wel een machtig middel in handen: internet. Dit middel, waarbij veel minder infrastructuur nodig is in vergelijking met elektriciteit en wegen, verbindt mensen en werelden waardoor we dichter bij elkaar staan dan ooit. Ondanks dat het gros van de bevolking slechts een houten hutje heeft als waardig thuis, heeft het grootste deel wel een smartphone tot zijn beschikking. Door de ontwikkelingen in ai, zal een taalbarrière nooit meer een probleem worden voor wereldwijde communicatie, heeft men te allen tijde toegang tot educatie, gezondheidszorg en overheidsdiensten én hoeft men niet meer te verhuizen om te participeren in de Westerse zakenwereld.
Bronnen:
[1] AINED. (2018). AI voor Nederland: Vergroten, versnellen en verbinden.
[2] Schwab, K. (2017). The Fourth Industrial Revolution. Penguin UK.
[3] Mayor-Schönberger, V. & Ramge, T. (2018). De Data-Economie. Maven Publishing.
[4] Frey, C.B. & Osberne, M.A. (2013). The Furture of Employment: How Susceptible are Jobs to Computerisation? Oxford Martin School, Programme on the Impacts of Future Technology.
[5] Mayer-Schönberger, V. / Noort, Van W. (2018). ‘De banen zoals we die nu kennen, gaan verdwijnen.’ NRC.
Ik denk dat ‘de kloof’ niet onoverbrugbaar wordt. Wel redelijk uitdagend. Als je nu geboren wordt zul je toch ook aan kennis moeten komen.
Een erg goed artikel. In de jaren 80 werden de ICT-er’s voortgedreven door de noodzaak om zoveel mogelijk te automatiseren want dan zou de mens “geen vervelende repetitieve taken meer hoeven uit te voeren en alle tijd krijgen voor de meer interessante en zinvolle zaken van het leven”. Hoe anders heeft dat allemaal uitgepakt!
Nog steeds menen de ICT-ers dat de effecten van automatisering, AI en robotisering wel mee vallen, terwijl complete beroepsgroepen nu worden uitgeoefend door algoritmes. Dit overschot zou worden gecompenseerd door nieuwe banen die onstaan waarbij nieuwere competenties worden gevraagd. Die nieuwe competenties worden echter steeds meer specialistisch en vele mensen kunnen de aansluiting met de arbeidsmarkt niet eenvoudigweg niet meer maken doordat ze te oud zijn of simpelweg de capaciteiten niet in huis hebben.
In versterkte mate geldt dit voor ontwikkelingslanden. Arbeidsintensief werk is daar de toegangsweg tot de arbeidsmarkt en het begin van een betere toekomst voor het gezin omdat er geldt binnenkomt voor scholing van de kinderen die dan niet ook verplicht moeten gaan werken. Automatisering van de wijnindustrie (plukken, sorteren) of de fruitteelt in Zuid-Afrika bijvoorbeeld zou lijkden tot grootschalige werkeloosheid, armoede en sociale onrust in de Kaapprovincie.
“Robots don’t buy cars” wordt er vaak gezegd bij te vergaande automatisering. Uiteindelijk hou je geen kapitaalkrachtige consumenten meer over en wordt de eigen markt teniet gedaan. Wat betreft de toekomst zie ik het daarom ook wat minder positief in dan de schrijfster.