Het is algemeen bekend dat data een cruciale rol spelen in het succes van bedrijven. Volgens McKinsey verhogen bedrijven die hun data behandelen als bedrijfsactiva hun inkomsten gemiddeld vijf keer sneller dan bedrijven die dat niet doen. Een data-first-bedrijf zijn is echter één, het daadwerkelijk bouwen van een robuuste en duurzame datacultuur is een ander verhaal.
Je spreekt over een datacultuur wanneer iedereen binnen een bedrijf het potentieel van data begrijpt. Ze gebruiken het, begrijpen de mogelijkheden en beperkingen, en omarmen het idee dat data vooruitgang stimuleren in plaats van blokkeren. Deze cultuur ontstaat niet door te zeggen dat ze er is. Het bouwen van een datacultuur is hard werken, en uiteindelijk komt het succes samen op drie belangrijke gebieden: mens, strategie en technologie.
Zet de persoon centraal
Een sterke datacultuur is er niet van de ene op de andere dag, het moet worden geleid door de top van een bedrijf. In plaats van te vertrouwen op instinct, moeten managers hun teams vragen om hun beslissingen en aanbevelingen te onderbouwen met data. (Zoals een slimme teamleider ooit zei: ‘Geef me data en ik zal erover nadenken, geef me een mening en we volgen die van mij.’) Het is dus belangrijk het gebruik en uitwisselen van data tussen teams te stimuleren en individuen de mogelijkheid te bieden hun kennis, vaardigheden en capaciteiten met betrekking tot data verder te ontwikkelen. Communicatie is hierbij belangrijk. Elke e-mail, vergadering of presentatie is een kans om op data gebaseerde inzichten over prestaties te delen, datagestuurde resultaten te bevorderen en door data gedreven werknemers te herkennen.
Steeds vaker zien we organisaties die een chief data officer (cda) in dienst hebben om dit mogelijk te maken. Een cda fungeert als data-steward binnen het bedrijf, met de focus op de langetermijnstrategie en planning en het up-to-date houden van het team over nieuwe hulpmiddelen, technieken en bronnen om hen te helpen het maximale uit data te halen. De cda kan dan samen met ‘datakampioenen’ binnen elk onderdeel van het bedrijf samenwerken om de kennis van data te vergroten en veranderingen in de hele organisatie te stimuleren.
Datastrategie
Het is belangrijk te bepalen hoe een datastrategie geïmplementeerd wordt. Leidinggevenden moeten niet alleen kijken naar de grote lijnen achter de beslissing om data-first te gaan, maar ook belangrijke vragen over databeveiliging en privacy beantwoorden. Hoe worden data opgeslagen? Wie heeft toegang tot data en met welke bevoegdheid? Bepalen hoe transparant nieuwe processen moeten zijn, is ook belangrijk, evenals het bepalen wie feedback kan geven en wie verandering kan initiëren. Fundamenteel voor dit alles is het onderliggende technologieplatform. Wanneer zelfs de minst technisch onderlegde persoon gebruik kan maken van de gekozen systemen, kun je concluderen dat er een succesvolle datacultuur is gecreëerd.
Een duidelijke strategie die antwoord geeft op de belangrijkste vragen (hoe, wat, wanneer, waar, wie en waarom), zou een positieve omgeving moeten creëren voor het gedijen van een data-first-organisatie. Denk na over hoe de nieuwe strategie teams zal beïnvloeden, van datawetenschapper tot marketing en hr. Iedereen moet begrijpen waarom je de strategie implementeert, waarom nu, en wat hun rol is. Het is belangrijk dat iedereen in de basis weet waarom data belangrijk zijn en welke vaardigheden ze nodig hebben en moeten ontwikkelen. Hoe kan een data-first-strategie hen helpen om zowel persoonlijk vooruitgang te boeken als het bedrijf als geheel te verbeteren? Welke cursussen biedt het bedrijf haar werknemers om de datacultuur ook daadwerkelijk in de praktijk te brengen?
Omarm slimme technologie
Zonder data geen technologie en zonder technologie geen data. Maar om een datacultuur te laten floreren, moeten organisaties investeren in tools die datagestuurde resultaten ondersteunen, nu en in de toekomst. De eerste stap is het verwijderen van silo’s.
Het maakt niet uit hoe groot of klein een bedrijf is, er zullen altijd silo’s zijn. Uit een recente studie van Skyhigh Networks bleek dat de gemiddelde onderneming alleen al 91 clouddiensten heeft draaien op de marketingafdeling; 96 procent hiervan is alleenstaand en dus niet met een andere dienst verbonden. Dus hoe kunnen teams datagestuurde beslissingen nemen als de data die ze willen gebruiken zich in verschillende systemen bevinden? Door alle silo’s te integreren, wordt een complete, holistische, nauwkeurige weergave van de data in het hele bedrijf gegeven. Hierdoor kunnen teams uiteindelijk datagestuurde beslissingen nemen die alles in ogenschouw nemen, in plaats van gefragmenteerd data van niet-verbonden informatie.
Machine learning (ml) kan ook helpen bij het creëren van een datacultuur. Door ml-programma’s te gebruiken, stellen bedrijven teams in staat meer tijd te besteden aan het begrijpen en gebruiken van data bij het nemen van beslissingen. Ml concentreert zich op de alledaagse repetitieve taken waardoor data op een punt komen dat ze nuttig zijn. Met ml kan een organisatie leren van data, patronen identificeren en aanbevelingen doen. Dit alles geautomatiseerd met minimale menselijke tussenkomst, zodat teams inzichten snel kunnen omzetten in actie en zo het bedrijf vooruithelpen.
Evoluerende datacultuur
Als iedereen binnen de organisatie op hoofdlijnen begrijpt hoe data het bedrijf kunnen helpen, ben je al een heel eind. Door dit te ondersteunen met een begrijpelijke data-first-strategie en de juiste technologie, ligt de weg open naar een succesvolle datacultuur.
Auteur Gaurav Dhillon is ceo bij SnapLogic.