Bijna driekwart van de Nederlandse ziekenhuizen heeft een chief medical information officer (cmio) aangewezen. Die cmio moet de brug slaan tussen artsen en ict in een zorgomgeving die steeds digitaler wordt. Computable sprak in de aanloop naar vakbeurs Zorg & ICT 2019 met Iris Verberk, voorzitter van het landelijk CMIO Netwerk en internist in het Rotterdamse Maasstad Ziekenhuis. 'Ict-leveranciers houden onvoldoende rekening met de praktijk.'
Volgens Verberk moet een cmio de techniek en de praktijk kunnen verbinden en invulling te geven aan de digitalisering in het ziekenhuis. ‘De cmio vervult een brugfunctie tussen ict en de business, met name op strategisch en tactisch, maar soms ook op operationeel niveau. Hij levert een belangrijke bijdrage aan inbedding van technologie in de zorg.’ Ze schetst dat de digitalisering in rap tempo door de zorg raast: epd’s, digitale uitwisseling van uitslagen en patiëntgegevens, apps, pgo’s (persoonlijke gezondheidsomgevingen) en apparatuur die steeds vaker verbonden is aan het netwerk, ziekenhuisinformatiesystemen en het epd.
In 2018 is het aantal cmio’s dat is aangesloten bij het netwerk flink gegroeid; het telt nu 53 cmio’s, eind maart 2018 waren dat er 44, aldus Verberk. Ze omschrijft de rol van cmio als belangrijke ‘sparringpartner’ voor ict’ers en collega’s in de zorg.
Samen met de medische staf, de cio en het bestuur van het ziekenhuis vindt regelmatig overleg plaats over ict- en digitaliseringskwesties. Soms heel specifiek over de invoering en inbedding van een nieuw systeem op de werkvloer, maar ook op meer strategisch niveau, bijvoorbeeld over het ontwikkelen van een digitale strategie die nodig is om de ambities van het ziekenhuis te verwezenlijken. Met de cmio heeft de zorgprofessional een stem in de dagelijkse praktijk van digitalisering in ziekenhuizen, aldus Verberk.
Onvoldoende kennis van zorgpraktijk
Volgens Verberk vergeten ict-leveranciers bij ict-implementaties regelmatig rekening te houden met de praktijk. De techniek is te vaak leidend, terwijl er onvoldoende gekeken wordt naar de zorgpraktijk. Als voorbeeld noemt ze persoonlijke gezondheidsomgevingen (pgo’s). Er komen steeds meer van die digitale omgevingen waarin de patiënt zijn uitslagen inziet en een overzicht heeft van onderzoeken en medische verslagen op de markt.
Verberk volgt die ontwikkeling kritisch: ‘Het idee is dat de patiënt in de pgo alles bijhoudt. Het is op zich een mooi middel, maar dat is lang niet voor iedereen weggelegd. Hier in Rotterdam-Zuid merken we dat het voor laaggeletterden en allochtonen vaak lastig is om zo’n patiëntenportaal te benutten. De digitale vaardigheden en kennis van gezondheid zijn in mijn ervaring anders dan het gemiddelde niveau waarmee het ministerie van VWS rekening heeft gehouden. Het idee dat pgo’s dé oplossing zijn voor alle patiënten is een misvatting.’
De cmio rukt op
Meer weten over de samenwerking tussen de cmio en artsen en welke onderwerpen op de agenda staan? In het interview De Chief Medical Information Officer (CMIO) rukt op, vertelt Verberk onder meer hoe ze de ontwikkelingen ziet en gaat ze in op die functie op het snijvlak van zorg en ict.
Zorg & ICT 2019
Iris Verberk is spreker tijdens Zorg & ICT. Tijdens haar presentatie Verbinden en vertalen: de noodzaak van een CMIO en CNIO, gaat ze samen met Christine Aberson, information officer bij Noordwest Ziekenhuisgroep, in op de rol van de cmio (chief medical information officer) en de cnio (chief nursing information officer). Aberson werkte jarenlang in de VS en maakt een vergelijking met de zorg in de VS.
Wilt u meer weten over de laatste digitale ontwikkelingen in de zorg? Breng dan een bezoek aan Zorg & ICT 2019. De beurs vindt plaats in Jaarbeurs Utrecht van 12 tot en met 14 maart. Registreren kan via de site.
In bredere zin: in veel bedrijven ontstaat een Digitale Muur, waar personeel en klanten niet doorheen kunnen breken.
Grotendeels eens met Iris Verberk. Dit is een uiterst belangrijk onderwerp in een markt waar het vergeven is van de (gesubsidieerde) missers (al hoort dat natuurlijk ook gewoon bij innovatie).
In mijn werk in (digitale) innovatie binnen de zorg merk ik echter steeds weer dat het lastig is om zorgverleners aan tafel te krijgen tijdens (agile) ontwikkeltrajecten.
We proberen doorgaans al vanaf het allereerste (vage) idee, tot aan uitwerking/ontwerp en ontwikkeling (bouw) van innovatieve oplossingen, een representatieve groep zorgverleners/eindgebruikers uit de zorg aan tafel te krijgen. Dit met als doel om samen te bedenken hoe we de zorgverlener het beste kunnen helpen en ondersteunen met, vaak digitale, technologie. Dat kan alleen als men ook echt actief mee wil denken (die bereidheid is er meestal wel) en er ook echt tijd voor kan en wil maken. Op dat laatste punt is het vaak erg lastig. ” Geen tijd / andere prioriteiten ” is wat we toch best regelmatig te horen krijgen.
Ik denk dat er best veel ICT dienstverleners en ontwikkelaars zijn die graag samen met de zorgverlener / de eindgebruiker willen innoveren, maar de zorg moet dan zelf ook wel voldoende tijd willen en kunnen investeren in ontwikkeltrajecten.
Dit is niet bedoeld om de bal terug te spelen, integendeel, maar wel om wat nuance te brengen in de bewering dat de techniek te vaak leidend is. Er is namelijk nooit alleen een opdrachtnemer (techniek is dienend!), maar ook een opdrachtgever / klant. Als de laatste zijn rol met verve invult, dan kan de eerste beter presteren.
Mijn ervaring is dat als je als ICT-er een aantal jaren bij een ziekenhuis werkt, je prima weet wat de behoefte is. Het inhuren van externe partijen die goed willen verdienen aan de onwetendheid van artsen is inderdaad een probleem. Waarschijnlijk weet de externe partij wel wat de behoefte is maar het doel van die externe partij is geld verdienen en niet een goed werkend systeem opleveren. Opvallend ook dat Philips alleen nog maar medische apparatuur maakt. Het feit dat daar het meest op wordt verdiend geeft toch te denken.
Overigens kampt de overheid met hetzelfde probleem. De kloof tussen (externe) ICT en het bedrijf bestaat overal.
Grotendeels eens met Iris Verberk. Dit is een uiterst belangrijk onderwerp in een markt waar het vergeven is van de (gesubsidieerde) missers (al hoort dat natuurlijk ook gewoon bij innovatie).
In mijn werk in (digitale) innovatie binnen de zorg merk ik echter steeds weer dat het lastig is om zorgverleners aan tafel te krijgen tijdens (agile) ontwikkeltrajecten.
We proberen doorgaans al vanaf het allereerste (vage) idee, tot aan uitwerking/ontwerp en ontwikkeling (bouw) van innovatieve oplossingen, een representatieve groep zorgverleners/eindgebruikers uit de zorg aan tafel te krijgen. Dit met als doel om samen te bedenken hoe we de zorgverlener het beste kunnen helpen en ondersteunen met, vaak digitale, technologie. Dat kan alleen als men ook echt actief mee wil denken (die bereidheid is er meestal wel) en er ook echt tijd voor kan en wil maken. Op dat laatste punt is het vaak erg lastig. ” Geen tijd / andere prioriteiten ” is wat we toch best regelmatig te horen krijgen.
Ik denk dat er best veel ICT dienstverleners en ontwikkelaars zijn die graag samen met de zorgverlener / de eindgebruiker willen innoveren, maar de zorg moet dan zelf ook wel voldoende tijd willen en kunnen investeren in ontwikkeltrajecten.
Dit is niet bedoeld om de bal terug te spelen, integendeel, maar wel om wat nuance te brengen in de bewering dat de techniek te vaak leidend is. Er is namelijk nooit alleen een opdrachtnemer (techniek is dienend!), maar ook een opdrachtgever / klant. Als de laatste zijn rol met verve invult, dan kan de eerste beter presteren.
Hebben ITers dan wel kennis van agrarische processen, industriële processen of belasting wetgeving? ITers hebben kennis van, u raad het niet, IT. Waarom dan verwachten dat zij zelf die brug kunnen slaan tussen IT en zorg? Dan heb je een verkeerd beeld van de IT. Wat dat betreft heeft de gemiddelde ITer net zoveel verstand van zorg als een patiënt.
Als je als cmio naïef en met grote ogen naar een detacheerder stapt en vergeet te vermelden wat je precies wilt dan splitst die je met mensen in je maag die voor die detacheerder het grootste rendement oplevert (junioren dus). Als je dan niet zorgt dat je interne mensen die de overbrugging tussen IT en zorg kunnen maken dan heb je inderdaad een lastig uitdaging en zullen de projecten minder vlot lopen.
Oftewel haal cruciale expertise in huis en zorg dat je een gezonden mix van ervaren en minder ervaren mensen hebt zodat je een slagvaardig team krijgt.
@Corne: bijvoorbeeld een PGO vereist al wat specifieke kennis, de medische apparatuur zoals Philips ze maakt vereist nog heel wat meer kennis (en ontwikkelkosten). Daarnaast is het makkelijker geld te verdienen op apparaten die je in serieproductie kunt maken (en daarbij behorende servicecontracten etc) dan op een product als een PGO.
Overigens doet Philips ook dingen in de patientenmarkt, o.a. onder de naam VitalHealth.Ook daarvoor zijn er al initiatieven geweest, maar die hebben de markt uiteindelijk niet gehaald.
Lijkt me dat een ziekenhuis niets met een (Persoonlijke Gezondheids Omgeving) PGO doet. Dat is meer iets voor patiënten. Ik waag het nut van een PGO te betwijfelen.
Mijn ervaring als ontwikkelaar is dat er relatief veel geld gevraagd wordt voor een EPD. Vreemd genoeg is het goedkoper om het zelf te maken. Daarnaast is de nederlandse markt met zijn DBC’s ook niet standaard toe te passen voor een willekeurig buitenlands EPD pakket.
Om met it beter aan te sluiten op de businessvraag is het tegenwoordig wel van belang dat je als it-leverancier meer dan alleen kennis van it bezit. Het snappen van de business en dat kunnen vertalen naar (innovatieve) oplossingen zal hopelijk steeds meer een eis gaan worden. Het u vraagt wij draaien principe is niet meer van deze tijd, helaas nog wel veel de praktijk. Dit heeft overigens niet alleen met leveranciers te maken maar ook met de opdrachtgever en hoe zij de opdrachten verstrekken.
Daarnaast wordt bij het ontwikkelen van it-toepassingen nog te vaak de eigen organisatie (in dit geval ziekenhuis) en processen als vertrekpunt gekozen, ook als in oplossingen voor cliënten wordt gedacht. Hier zou veel meer organisatie overstijgend in oplossingen moeten worden gedacht, met het proces van de cliënt als uitgangspunt.