De politie is positief over de eerste tests met de inzet van artificiële intelligentie (ai) voor de selectie van cold cases. Bij die keuze uit 1.700 onopgeloste zware misdrijven, zoals moordzaken, bepaalt de ai-toepassing welke zaken in aanmerking komen voor nieuw onderzoek waarbij nieuwe onderzoeksmethoden van het NFI (Nationaal Forensisch Instituut) de kans op succes vergroten. Het is onduidelijk wanneer een dergelijk systeem operationeel is.
Om een ai-systeem in te zetten, moet de wet- en regelgeving worden aangepast, zoals de verlenging van de bewaartermijn van oude dossiers en de mogelijkheid om experts van buiten het politiekorps in te zetten voor ict-klussen.
Dat staat in een kamerbrief van minister Grapperhaus van Veiligheid en Justitie. Daarin gaat de minister in op de in mei 2018 aangekondigde tests voor de inzet van ai in cold cases. Grapperhaus schrijft dat in de eerste fase van het experiment de politie gebruik heeft gemaakt van de data van enkele tientallen door de politie gedigitaliseerde cold cases uit de eenheden Oost-Nederland, Den Haag en Noord-Nederland.
Grapperhaus: ‘Deze data zijn door politiemedewerkers in een aparte database geplaatst. Met deze data zijn de software (door middel van tekstmining en machine learning) getraind in het herkennen van forensische sporen en het vaststellen van (kalender)data waarop forensisch onderzoek is toegepast op de sporen. De software is bovendien getraind op het beoordelen van de potentie van deze sporen. Bijvoorbeeld welke zaken sporen bevatten die met in de loop van de tijd ontstane technieken nader onderzocht kunnen worden door het NFI.’
De betrouwbaarheid en validiteit van de uitkomsten door inzet van de software is getoetst op enkele cold cases waarin eerder handmatig een forensische screening was gedaan. De eerste resultaten zijn volgens de politie positief.
Een mens beslist niet de machine
Grapperhaus benadrukt dat het besluit om een zaak wel of niet te heropenen door een mens en niet door de machine wordt genomen. ‘Indien het lukt om in de toekomst een dergelijk systeem succesvol te ontwikkelen, zal altijd een menselijke beoordeling en beslissing volgen of een zaak alsnog nader moet worden bekeken en verder moet worden opgepakt of niet. Deze beslissing ligt bij het OM in afstemming met de politie.’ Hij benadrukt dat het doel niet is om geautomatiseerde besluitvorming op te zetten, maar te komen tot een hulpmiddel bij het prioriteren van zaken. Ook wel sturingsinformatie genoemd.
‘Het doel van het experiment is te komen tot een op geautomatiseerde wijze gegenereerde actuele ranglijst van cold cases die (hoogst)waarschijnlijk de meest kansrijke sporen voor nader onderzoek bevatten.’
Termijn
Het is de vraag op welke termijn de ai-hulp breed inzetbaar is. Grapperhaus meldt dat het OM onderzoekt of en hoe deze techniek is door te ontwikkelen om toegepast te worden in de praktijk. Daarvoor moet bestaande wet- en regelgeving rondom privacy en ethiek gewogen worden met het belang van de opsporingsdiensten. Bewaartermijnen van oude dossiers moeten worden opgeschoven en technische assistenten van buiten het korps, ook vrijwilligers die helpen bij het digitaliseren van veelal papieren dossiers, moeten extra worden gescreend.
‘De politie kan, gelet op het experimentele karakter, nog niet inschatten of en wanneer dit systeem in de toekomst operationeel inzetbaar zal zijn’, stelt Grapperhaus aan het einde van de kamerbrief.