Voor het tweede jaar op rij blijven digitalisering en connectiviteit dé belangrijkste uitdagingen voor de auto-industrie. Dat blijkt uit de ‘Global Automotive Executive Survey’ van KPMG. Het audit- en advieskantoor ondervroeg wereldwijd meer dan duizend leidinggevenden uit de automobielindustrie en bijna 2.500 consumenten over hoe zij de auto-industrie zien evolueren.
Het aandeel van de West-Europese automobielproductie blijft afnemen op mondiaal vlak. KPMG ziet ook dat maatschappelijke evoluties rond ecologie, fiscaliteit en mobiliteit de industrie met nieuwe uitdagingen confronteren. Vooral van digitalisering en connectiviteit liggen de toplui uit de auto-industrie ’s nachts wakker, ook in 2019.
‘Technologische ontwikkelingen en connectiviteit maken vandaag integraal deel uit van ons leven: het is daarom niet te verwonderen dat dit de belangrijkste trend is en blijft voor de automobielindustrie’, zegt Frank Vancamp, vennoot en mobiliteitsexpert bij KPMG België. ‘Nieuwe evoluties zoals 5G en het connecteren van verkeersinfrastructuur maken dit concreet. We evolueren geleidelijk naar een nieuw ecosysteem, waarbij de ‘traditionele’ automobielindustrie samenwerkt met tech- en telecomgiganten, maar evengoed met de overheid. Ook de deeleconomie neemt een belangrijke rol op in dit ecosysteem, denk maar aan de toenemende populariteit van autodelen.’
Als tweede en derde belangrijkste uitdagingen komen uit de KPMG-studie de ontwikkeling van elektrische wagens en van elektrische wagens aangedreven door brandstofcellen naar voren. Uit de enquête blijkt dat de markt voor auto’s zal bestaan uit verschillende soorten aandrijvingen. Tegen 2040 verwachten de ondervraagden dat elektrische wagens dertig procent van de markt zal innemen, naast 25 procent hybride wagens en 22,5 procent brandstofcelauto’s. Ook de klassieke verbrandingsmotoren zijn dan nog goed voor een marktaandeel van 22,5 procent.
Arnaud De Splenter, advocaat en mobiliteitsexpert bij K Law: ‘We moeten afstappen van het idee dat één soort aandrijving de volledige markt zal overheersen. Hoewel het aandeel van fossiele brandstoffen zal blijven verminderen, is het voorbarig om te stellen dat diesel bijvoorbeeld volledig zal verdwijnen. Er zullen ook verschillen blijven bestaan tussen regio’s, afhankelijk van brandstofprijzen en andere factoren.’
Ook blijkt uit de studie dat consumenten nog niet overtuigd zijn over de elektrische wagen omwille van de prijs, het bereik en de laadcapaciteit van batterijen. Zowat tachtig procent van de ondervraagden uit de automobielindustrie zien meer heil in brandstofcelauto’s dan in elektrische wagens.
Autoproductie
KPMG polste ook de verwachtingen rond de productie van auto’s. Twee derde van de ondervraagden gaf aan te verwachten dat het aandeel van West-Europa op wereldvlak zal verminderen van vijftien procent naar vijf procent tegen 2030. Frank Vancamp: ‘West-Europa zal hevige concurrentie ondervinden van China dat zich meer en meer opwerpt als marktleider in e-mobility en de ontwikkeling van elektrische batterijen. De automobielindustrie in West-Europa moet daarom massaal investeren in connectiviteit. Hoewel de vooruitzichten voor West-Europa dus niet zo rooskleurig zijn, is het wel positief dat de productie in eigen land – Audi Vorst en Volvo Gent – zich in de nabije toekomst zal concentreren op elektrische en hybride wagens.’
Een bijkomend probleem is dat slechts de helft van de ondervraagden uit de West-Europese auto-industrie aangeeft dat er een consistent beleid is om de eigen industrie te versterken, tegenover meer dan tachtig procent in de VS en China.