De keynote van IBM op de Consumer Electronics Show (CES) in Las Vegas stond met één innovatie ver af van de gemiddelde consumentenlaptop: IBM Q System One, een universal approximate quantum computing system ontworpen voor onderzoeksdoeleinden.
Het systeem is modulair ontworpen zodat het makkelijker moet zijn om in de toekomst specifieke componenten te vervangen. Dit systeem is niet bedoeld om bij klanten in datacenters terecht te komen, maar om te gebruiken via een online-infrastructuur.
IBM opent het eerste commerciële Q Quantum Computation Center in de stad Poughkeepsie in de staat New York, waar het ooit zijn eerste mainframes bouwde. Hoeveel van de Q-systemen gehuisvest worden, is vooralsnog onduidelijk.
Een enkele Q System One-quantumprocessor heeft een capaciteit van twintig qubits, wat al weer vier qubits meer is dan de grootste quantumprocessor die beschikbaar was bij de in 2016 opgezette IBM Q Experience.
Oogstrelend
Q Experience is een online-platform waarbij zowel individuen als bedrijven gebruikmaken van prototypes van IBM’s quantumprocessors. Daarnaast bedient het platform een community rond quantumcomputing. Via het platform kon vanaf mei 2018 van twee verschillende soort processors met vijf qubits en een processor met zestien qubits gebruikgemaakt worden.
Het Q System One is grotendeels een ‘normale’ computer, behalve de plek waar de quantumprocessor zich bevindt. Deze quantumprocessor moet in een cryogene omgeving rond de -270 graden Celsius (vlakbij het absolute nulpunt) functioneren.
Naast een technisch systeem, heeft IBM ook ingezet op ‘het oog wil ook wat’. De machine is ontworpen door Map Project Office en een Italiaans bedrijf, dat ook verantwoordelijk is voor het glas van de Mona Lisa en het beschermende glas voor de Britse kroonjuwelen in de Tower of London. Het resultaat: een ronde cryostaat van metaal met daaromheen een luchtdichte kubus van boorsilicium glas (zie video).
Doorbraak?
Of IBM hiermee een daadwerkelijke doorbraak heeft geforceerd rond quantumcomputing, lijkt niet het geval. Elk zichzelf respecterend techbedrijf is ergens wel met quantumcomputers en aanverwante zaken bezig. Zo is het ook mogelijk via Google of Microsoft via een cloud-infrastructuur gebruik te maken van quantumcomputers of simulaties.
Wat misschien wel speciaal is aan het Q System One, is dat IBM het neerzet als een soort van mainframe die herinneringen oproept aan de computers uit de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw. Daarmee geeft het misschien een kleine blik in de toekomst waarin dergelijke machines door enkele grote bedrijven in gebruik zijn te nemen.
Ook in Nederland vindt veel onderzoek plaats naar quantumcomputers en de benodigde software bij onder andere QuTech in Delft en QuSoft in Amsterdam.