Een paar maanden geleden stapte Alexander Pechtold op als leider van D66. Die partij die staat/stond (streep door wat van toepassing is) voor bestuurlijke vernieuwing. Het nieuws van nog maar een paar uur oud toen ik op de televisie de volgende analyse hoorde: 'Rob Jetten, de nieuwe leider van D66, is vrijwel zeker gekozen door zijn fractie omdat hij ook een sterk profiel heeft op groen en duurzaam. D66 heeft het moeilijk met de regeringsdeelname en lijkt in de peiling stemmen te verliezen aan oppositiepartij GroenLinks. Met Jetten kan D66 beter de concurrentie op milieugebied met de partij van Jesse Klaver.' Poeh…
Hebben we het nu over belangrijke zaken als milieu? Over duurzaamheid? Of hebben we het over een spelletje in de Kamer, waarbij het vooral belangrijk is om vliegen van elkaar af te vangen? Ik denk toch het laatste. En met mij, vrees ik, miljoenen andere kiezers. Als burgers kunnen we beter en we willen beter. Democratische vernieuwing? Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat iedereen wel van de noodzaak doordrongen is, toch zie ik niet veel gebeuren in Nederland. Af en toe hoor ik wel over het betrekken van burgers bij de besluiten van politici, of burgemeesters die – al dan niet digitaal – een spreekuur houden, maar ik wil graag iets ingrijpenders.
Ik denk ook dat dat echt nodig is. De vorm van ons huidige, parlementaire systeem waarin wij een keer in de vier jaar iets mogen zeggen over ons bestuur dateert uit de negentiende eeuw, toen de notabelen doorgeleerd hadden en het écht beter wisten. Een paar honderd jaar daarvoor was al een de stap gezet in de medezeggenschap van het landsbestuur, toen de Staten (de bobo’s van toen) regelmatig op het Haagse Binnenhof gingen vergaderen. We leven nu in een nieuwe tijd, waarin vrijwel iedereen de lagere school heeft afgemaakt en vaak nog veel meer, informatie voor iedereen direct beschikbaar is en iedereen zijn mening kan geven.
Technologie heeft ervoor gezorgd dat we ook heel gemakkelijk en overal onze mening over geven en gaat vrijwel zeker in de toekomst een grote rol spelen in hoe we over ons bestuur gaan vormgeven. Technologie – en dan vooral de ontwrichtende werking van de sociale media – zorgt er nu al voor dat we aan een vernieuwing van de democratie niet zullen ontkomen. De algoritmes van Facebook, LinkedIn en Instagram maken dat je online vooral verkeert in je club van gelijkgestemden, terwijl we elkaar op straat allemaal zomaar tegen het lijf kunnen lopen en je over dezelfde wegen rijdt, in dezelfde kroeg komt en op de dezelfde school zit. En daar moeten we het toch echt eens worden.
Digitaal burgerplatform
En het eens worden, kunnen we in deze connected society vast wel. Wereldwijd zijn er meerdere voorbeelden waar we van kunnen leren welke stappen we kunnen nemen. In Tartu, in Estland (waar anders?!) functioneert een digitaal burgerplatform dat direct mag beslissen over een klein deel van de begroting van de stad. In Frankrijk bestaat Parlement et Citoyen, een niet-partijgebonden club, die burgers met goede ideeën samenbrengt met bestuurders en politici. Via een website wordt jouw voorstel openbaar en kunnen politici zich daarachter scharen. Meer gedacht dus vanuit de materie en minder vanuit de politicus.
Maar misschien moeten we het niet in de politiek zoeken maar in de marketing: een veelbelovende, Nederlandse startup is TryLike. De startup verkoopt meetstations voor winkels, waar mensen via een simpel ja/nee keuze de klantbeleving online in kaart brengt. Er is bij retailers flink wat belangstelling voor. Het kan een begin van een gedachte zijn, waar we uitkomen zien we wel.
Spelletjes
Wat we nu hebben, is ook niet overnight bedacht. Als we willen gaan nadenken aan flinke aanpassingen van de huidige uitleg van democratie dan moeten we denk ik niet van tevoren onze uitkomst vast leggen. De urgentie moet voor een grote groep mensen duidelijk zijn en die mensen moeten zich organiseren – dat mag ook digitaal – en mee willen denken. Clout is nodig (hier toch echt met een ‘t,’ misschien is later ook een cloud nodig). Als laatste: ons doelstelling moet haalbaar zijn. Begin klein en leer ervan. Zet die TryLike-bordjes neer op publieke plaatsen en koppel ze aan een agenda of besluit.
Uit Europees onderzoek begin dit jaar van het Rathenau-instituut dat zich bezighoudt met de impact van technologie op de samenleving blijkt dat de behoefte om digitaal mee te praten groot is. Maar tot nu toe gaat het vaak mis. De wetenschappers hebben wel aanbevelingen: ‘Verbind het proces aan een concrete agenda of besluit’, is de eerste aanbeveling van de denktank. Daarnaast ‘wees helder over het proces en het doel’. En dan zijn we weer terug bij het begin: groen en duurzaam is een doel met een concrete agenda. Al het andere zijn toch echt de spelletjes.
[Dit artikel staat ook in Computable Magazine editie nr.1/2019]
Hans van Bommel(ding) vergeet even dat er in Frankrijk momenteel een beweging van ‘gele hesjes’ is omdat de overheid niet naar de burgers luistert. Verder lijkt hij niet te beseffen dat Estland één van de grootste vervuilers van Europa is, ze produceren dus tweemaal zoveel CO2 bij de opwekking van stroom welke ze voor het grootste deel exporteren.