De Vrije Universiteit Brussel heeft een nieuwe tool ontwikkeld waarmee burgers op een gebruiksvriendelijke website makkelijk een app voor een eigen ‘citizen science’-project in elkaar kunnen knutselen. Normaal gezien moet zo’n app steeds vanaf nul worden ontwikkeld en blijven ze daarom buiten het bereik van ict-leken.
Burgerwetenschap of ‘citizen science’ is wetenschappelijk onderzoek dat geheel of gedeeltelijk wordt uitgevoerd door vrijwilligers, zoals bijvoorbeeld de jaarlijkse vogel- of vlindertellingen. Citizen science zit in de lift en dankzij de smartphone met ingebouwde gps en andere technologische mogelijkheden is er veel groeimarge mogelijk en kunnen meer gegevens verzameld en verwerkt worden.
De ict-hulpmiddelen die het verzamelen van gegevens ondersteunen – zogenaamde burgerobservatoria – moeten normaal gezien telkens vanaf nul worden ontwikkeld. Dat is te moeilijk voor burgers met beperkte programmeerkennis en zet dus een rem op nog meer burgerwetenschap.
Onder leiding van professor Wolfgang De Meuter van het Software Languages Lab van de VUB ontwikkelde doctor Jesse Zaman daarom Discopar, een nieuwe visuele programmeertaal die werkt vanaf een website. Discopar (Distributed Components for Participatory Campaigning) is een eenvoudige, visuele taal waarmee niet alleen een app voor het verzamelen van gegevens kan worden aangemaakt, maar ook gegevensverwerking en resultaten kunnen worden opgezet.
‘Een van de grootste uitdagingen was de toegankelijkheid verzekeren voor betrokken personen en gemeenschappen’, zo zegt Zaman. ‘Discopar verbergt de ongewenste complexiteit voor de eindgebruiker en presenteert alleen concepten die relevant zijn voor hun domein.’
Om de mogelijkheden van het platform aan te tonen, heeft Zaman zelf drie verschillende apps gemaakt: één voor het meten van geluidshinder, één andere dat ervaringen van gebruikers van trage wegen in kaart brengt en één dat atmosferische factoren meet.