Ict wordt bij de overheid nog steeds als een kostenpost gezien terwijl het bij het bedrijfsleven een investering is geworden. Wil je met je tijd mee gaan dan moet je investeren in ict. Dat is voor de overheid nog een opgave. Dat zegt staatssecretaris Raymond Knops van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in een interview met Computable. Knops is in het kabinet Rutte III verantwoordelijk voor de portefeuille digitale overheid.
Computable sprak de CDA-bewindsman naar aanleiding van zijn inmiddels eenjarige staatssecretarisschap en de Agenda Digitale Overheid NL DIGIbeter. Samenwerking, innovatie en ruimte voor experimenten zijn daarin sleutelwoorden. Aan de hand van deze agenda wil staatssecretaris Raymond Knops (CDA) de digitale dienstverlening van de rijksoverheid naar een hoger plan tillen.
Knops merkt dat bij de overheid ict nog steeds als een kostenpost wordt gezien. Men heeft moeite om ict als een investeringskans te zien. Dat heeft deels te maken met de hoge investeringskosten waar ambtenaren tegen aan hikken maar ook het gebrek aan kennis. ‘Ik zeg wel eens dat de i van informatie/informatisering de nieuwe f van financiën is geworden: een sturingsmiddel voor je bedrijfsvoering. Kijk naar alle grote internetbedrijven: daar draait het allemaal om de i. Wij proberen diegenen die niet deze achtergrond hebben, deze vaardigheden bij te brengen. Voor zowel de directeur, het afdelingshoofd als de projectmanager is het belangrijk hoe je op de i-functie kunt sturen en goed opdrachtgeverschap kunt uitoefenen. Het Rijk biedt hiervoor cursussen aan; ik heb deze zelf ook gevolgd.’
Huis van Thorbecke
De staatssecretaris merkt bij zijn portefeuille digitale overheid dat ict snel verandert, zeker de laatste tijd. Een interessante vraag in zijn ogen is dan hoe dit zich verhoudt tot ons democratisch ‘Huis van Thorbecke’ uit de 19de eeuw. Historisch gezien staat dit als een ‘huis’, vindt hij, maar het Nederlandse staats- en bestuursrecht moet wel kunnen anticiperen op ontwikkelingen als IoT of kunstmatige intelligentie. ‘Onze wetten lopen echter nog precies volgens de geschetste kaders. Ik ben voorstander van flexibeler wetten, begrensd door ‘vangrails’ maar waar binnen je sneller kunt inspelen op nieuwe ontwikkelingen. Daarom is de nieuwe wet Digitale Overheid opgesteld waarin een solide wettelijke basis wordt gelegd voor de generieke infrastructuur bij de overheid.’
In deze wet staan punten over onder andere informatieveiligheid, privacy en open standaarden. Het wetsvoorstel is inmiddels langs de Raad van State geweest en ligt nu bij de Tweede Kamer ter beoordeling.
Ongevraagd advies Raad van State
Maar de bewindsman is niet blind voor de negatieve kanten van de voortschrijdende digitalisering, zoals burgers die niet mee kunnen en werk dat wordt weg geautomatiseerd. De Raad van State gaf kortgeleden het kabinet ongevraagd advies om hier op te letten. Knops: ‘We zijn ons hier zeker van bewust en laten er ook onderzoek naar uitvoeren, zoals door het Rathenau Instituut over technologische ontwikkelingen in relatie tot publieke waarden en de WRR over kunstmatige intelligentie. Momenteel loopt er een studie bij de Raad van Openbaar Bestuur naar welke publieke waarden geborgd moeten worden bij een digitale dienstverlening.’
Hij wijst er op dat het ook een doelstelling van NL DIGIbeter is om digitaal mindervaardigen te helpen. ‘Dat noemen we inclusie. Zo lang er mensen zijn die digitaal niet willen of kunnen communiceren met de overheid, moeten we alles in de lucht houden. Dat is ook een politieke wens van de Tweede Kamer. Het vraagt vanuit het oogpunt van de bedrijfsvoering wel het een en ander van de overheid.’
Lees ook het interview met staatssecretaris Raymond Knops: Ik wil dáár zijn waar de innovatie plaatsvindt
Hij zegt: Daarom is de nieuwe wet Digitale Overheid opgesteld waarin een solide wettelijke basis wordt gelegd voor de generieke infrastructuur bij de overheid.’
In deze wet staan punten over onder andere informatieveiligheid, privacy en open standaarden. Het wetsvoorstel is inmiddels langs de Raad van State geweest en ligt nu bij de Tweede Kamer ter beoordeling.
In deze tijd, waarin iedere burger (bijna) gedwongen wordt, om alles digitaal en via internet te doen, horen dit speerpunten te zijn en inderdaad geen kostenposten.
Doe de ontwikkeling dat ook zo, dat alles met een webbrowser als cliënt te doen is, dan geeft dat een grote(re) onafhankelijkheid voor de toekomst en zal het kostenbesparend zijn.
Dat ambtenaren dan steeds meer de binding met de clienten, uh burgers verliezen is dan bijzaak?
Er zijn nog steeds een grote groep volwassenen die moeite hebben met lezen en schrijven. Hoe zullen die met deze verandering om moeten gaan? Worden die in dezelfde groep ingedeeld als bejaarden, visueel/geestelijk gehandicapten en mensen met gedragstoornissen?
Me dunkt dat de overheid het goede voorbeeld moet geven hoe om te gaan met de meest zwakkeren in de samenleving.