Hoe til je de digitale dienstverlening van de rijksoverheid naar een hoger plan? Dat is de klus die staatssecretaris Raymond Knops (CDA) van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties moet klaren. Aan de basis ligt de Agenda Digitale Overheid NL DIGIbeter. Samenwerking, innovatie en ruimte voor experimenten zijn daarin sleutelwoorden. Een gesprek over een portefeuille waar menig bestuurder zijn vingers liever niet aan brandt.
In de werkkamer van staatssecretaris Raymond Knops (CDA) in de toren aan de Turfmarkt in Den Haag hangt een grote landkaart van het Caribisch gebied. Ook is een aantal Antilliaanse artefacten zichtbaar. Het herinnert aan een andere rol van Knops, namelijk die als staatssecretaris van Koninkrijksrelaties. ‘De Antillen lenen zich nu eenmaal makkelijker voor een aandenken dan de ict van het Rijk’, constateert Knops droogjes.
Al is het niet zo dat er helemaal niets aan zijn ict-portefeuille doet denken. Aan de andere kant van de kamer hangt een breed beeldscherm aan de muur waar de bewindsman het nieuws op het journaal én de sociale media kan bijhouden. ‘Vroeger hing hier een tv-scherm met Teletekst; tegenwoordig volgen we ook de uitingen op bijvoorbeeld Twitter en Facebook, die met BZK te maken hebben, op de voet.’
Tabula rasa
U bent inmiddels ruim een jaar staatssecretaris. Hoe bevalt dat eigenlijk, zo’n portefeuille digitale overheid?
(lachend) Toen ik deze portefeuille als onderdeel van een groter takenpakket kreeg, wensten mensen me ‘veel succes’. Maar ik vind ‘m oprecht ontzettend interessant. Ik heb vele onderwerpen gevolgd de afgelopen jaren, maar nog geen ict. Ik ben er blanco ingestapt, al wist ik dat er behoorlijke ambities in het regeerakkoord staan.
Toch is de ict voor de staatsecretaris ook weer geen tabula rasa. Hij vertelt op de middelbare school een aantal programmeerlessen in Pascal te hebben gevolgd. En bij zijn tijd bij de Luchtmacht werden op grote schaal computers ingezet. Bovendien blijkt zijn vrouw in de ict-sector te werken. ‘Nee, die geeft geen tips’, lacht hij. ‘Zij heeft wél het rapport Elias gelezen, over de mislukte ict-projecten bij het Rijk.’
Knops benadrukt dat dit rapport is gebaseerd op veel gesprekken met deskundigen. Dat is wat hij het afgelopen jaar ook heeft gedaan om zich in te werken in het dossier: talloze gesprekken gevoerd met, zoals hij het noemt, ‘mensen uit het ecosysteem van ambtenaren, ondernemers en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties die met ict te maken hebben’.
Wat voor inzicht heeft u dit opgeleverd?
Bijvoorbeeld, dat ict bij de overheid nog steeds als een kostenpost wordt gezien terwijl het bij het bedrijfsleven een investering is geworden. Met ict kun je je marktaandeel vergroten, je rendement, je winstmarge… wil je met je tijd mee gaan dan moet je investeren in ict. Dat is voor de overheid best een opgave: het is kostbaar en we hebben een beperkt aantal mensen.
Ik zeg wel eens dat de i van informatie/informatisering de nieuwe f van financiën is geworden: een sturingsmiddel voor je bedrijfsvoering. Kijk naar alle grote internetbedrijven: daar draait het allemaal om de i. Wij proberen diegenen die niet deze achtergrond hebben, deze vaardigheden bij te brengen. Voor zowel de directeur, het afdelingshoofd als de projectmanager is het belangrijk hoe je op de i-functie kunt sturen en goed opdrachtgeverschap kunt uitoefenen. Het Rijk biedt hiervoor cursussen aan; ik heb deze zelf ook gevolgd.
Rollende agenda
In het regeerakkoord van het vorige kabinet stond de doelstelling dat burgers en ondernemers al hun zaken met de overheid in 2017 digitaal kunnen regelen. Die ambitie is niet waargemaakt. Inmiddels ligt er een nieuwe agenda voor de digitale overheid: NL DIGIbeter, waarvoor staatssecretaris Knops verantwoordelijk is. Het kabinet Rutte III trekt hiervoor de komende drie jaar 165 miljoen euro uit. Het uiteindelijke doel is om te zorgen dat middels nieuwe digitale diensten en producten het contact van de overheid met burgers en ondernemers slimmer, toegankelijker en persoonlijker kan.
De bewindsman overhandigt een oranje boekje dat op zijn bureau ligt. ‘Dit is ‘m nou: NL DIGIbeter. En ja, er is natuurlijk ook een online versie. Hier staan de vijf thema’s benoemd die we gaan uitwerken.’ Knops somt ze op: investeren in innovatie, beschermen van grondrechten en publieke waarden, toegankelijkheid en begrijpelijkheid voor íedereen, meer persoonlijke dienstverlening, en toekomstbestendigheid.
De staatssecretaris benadrukt dat NL DIGIbeter niet bedoeld is als een beleidsstuk van BZK maar spreekt over een rollende agenda die jaarlijks wordt geüpdate: ‘Die thema’s gaan we met een grote variëteit aan partners uitwerken, in een realistisch tempo. Denk aan medeoverheden, uitvoeringsorganisaties, bedrijven, kennisinstellingen én Europese organisaties. Iedereen voelt: digitalisering wordt hét vraagstuk van de komende jaren. Hoe kom je van die goed doorontwikkelde analoge overheid, die daarna al voor een deel is geautomatiseerd, naar een overheid nieuwe stijl die state of the art is als het gaat om digitale dienstverlening?’
Luiken openen
Daarvoor gaan de luiken open, als het aan Knops ligt. Door te experimenteren en innoveren moet de dienstverlening aan burgers en ondernemers worden verbeterd. Een van de instrumenten, die daarvoor worden ingezet, is een innovatiebudget voor bedrijven, waaronder startups, en wetenschappelijke instellingen om oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken te bedenken.
Kleine marktpartijen krijgen ook de kans om mee te doen aan overheidsopdrachten en er wordt een MijnOverheid voor Ondernemers gelanceerd. Knops: ‘De tijd dat we overal zelf achter het stuur willen zitten, is voorbij. Ik weet vanuit mijn ervaring als lokale bestuurder bij het inrichten van innovatieateliers dat je alleen innovatie krijgt als je de gebaande paden durft te verlaten en met mensen spreekt die niet dezelfde taal spreken als jijzelf.’
U spreekt dan ook bewust van een gezamenlijke digitale agenda?
Digitalisering is meer dan bedrijfsvoering. Het is een onderwerp dat iedereen raakt. Samenwerking met publieke en private partners is dan ook essentieel. Daarom betrekken we burgers en ondernemers in de ontwikkelfase van nieuwe diensten via klankbordgroepen er bij. We bouwen voort op wat we al hebben staan – denk aan de basisregistraties – maar hebben ook oog voor innovaties. We investeren dus in onderzoek en gaan risico’s die noodzakelijk zijn om te innoveren niet uit de weg.
Kijk, het instrument van de overheid is wetgeving; dat is een stok achter de deur om dingen voor elkaar te krijgen. Maar als je als overheid ook initiatief wilt nemen en wilt vernieuwen dan moet je wel de houding aannemen die daarbij hoort. Dat is een nieuwsgierige houding. Ik wil dáár zijn waar de innovatie plaatsvindt. En dat is bij partners. We zitten bijvoorbeeld op plekken waar het bedrijfsleven ook aan tafel zit, zoals Nederland ICT en ECP|Platform voor de informatiesamenleving.
Ik geloof sterk in ecosystemen die niet alleen in Den Haag te vinden zijn. Ook elders is men bezig met vernieuwing. Den Bosch bijvoorbeeld afficheert zich als datastad, Groningen doet veel met hackathons en in Heerlen is de Brightlands Campus gevestigd, een innovatiecampus waar overheid, onderzoek, onderwijs en bedrijfsleven bij elkaar zitten. Als hier iets uitkomt wat ons helpt vraagstukken op te lossen en uitrolbaar en opschaalbaar is, zouden we gek zijn om dat niet te gebruiken.
Zelf regie houden
Wat zijn dan concrete voorbeelden hiervan?
Wij starten bijvoorbeeld binnenkort het aanbestedingstraject voor de werving van private inlogmiddelen voor het gebruik in het publieke domein naast DigiD. Verder loopt er een proef bij de TU Delft, met de RvIG – de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens – om via blockchainauthenticatie je eigen identiteit vast te stellen zonder dat je allemaal persoonsgegevens hoeft te tonen. Wat nu nog het geval is bij, ik noem een willekeurig voorbeeld, het kopen van alcohol in een winkel en er wordt om je ID gevraagd.
We staan ook open voor andere ontwikkelingen op authenticatievlak, zoals het project Irma in Nijmegen, waarbij een beveiligde smartphone-app voor persoonlijk gegevensbeheer wordt ontwikkeld. Een veelbelovend project dat we nauwlettend volgen.
Het inbouwen van een privacy-element past in de gekozen strategie dat burgers en ondernemers de regie kunnen gaan krijgen en houden over hun gegevens. Dat betekent: alleen noodzakelijke data tonen én op need to know-basis en zelf je gegevens eenmalig laten wijzigen voor alle instanties. Dat kan ook betekenen dat bijvoorbeeld via een portal iedereen met vinkjes zelf kan aangeven hoe men met de overheid wil communiceren. Daarbij werken we ook met verschillende doelgroepen, zoals ouderen, mensen met kinderen, visueel gehandicapten, en dergelijke, waarbij we binnen bepaalde marges maatwerk kunnen leveren.
Experimenten
Loop je met dat al ge-innoveer niet het risico dat het vooral bij experimenteerdrift blijft?
Een belangrijk uitgangspunt is dat we aanhaken op platforms en methodieken die al door veel mensen worden gebruikt. DigiD biedt op Android-telefoons een gebruiksvriendelijke en goedkope oplossing doordat op de meeste smartphones de nfc-lezer gebruikt kan worden. Dat kan niet op Apple-smartphones. Daarom zijn wij voor DigiD innovatieve alternatieven aan het onderzoeken om het nfc-probleem op te lossen. Als je zo’n systeem kan gebruiken, dan zit je dicht op de burger.
Of neem onze Berichtenboxapp waarbij mensen post van de overheid op hun telefoon kunnen lezen. Die is inmiddels 500.000 keer gedownload en wordt gewaardeerd met een rapportcijfer 3.1 op een schaal van 5. Om de app te verbeteren voegen we er stap voor stap features aan toe, zoals een prullenbakje en een archieffunctie. Mensen moeten natuurlijk leren omgaan met zo’n app maar we willen wel een systeem dat is gebaseerd op wat mensen al kennen. Zodat het gebruiksgemak als positief wordt ervaren.
Negatief imgao
Ik hoor de kritiek al weer aanzwellen: daar gaat straks weer heel veel geld door het ict-putje van de overheid. Het imago van de Rijks-ict is namelijk niet fraai: veel fiasco’s en geldverkwisterij. Toen u bijvoorbeeld de ict-portefeuille van uw voorganger minister Ronald Plasterk overnam, was net de stekker uit een project van 100 miljoen – de oBRP – getrokken.
Ik hoor die negatieve geluiden natuurlijk ook, via bijvoorbeeld sociale media en vragen vanuit de Tweede Kamer. Er is een beeld ontstaan dat digitalisering en it-processen bij de overheid een ongelukkige combinatie vormen. Mijn stelling is: voor iedereen is ict een zoektocht, zowel voor de overheid als het bedrijfsleven. Alleen, als het bij een bedrijf misgaat, dan staat dat doorgaans niet in de krant. Die boekt dat gewoon af.
Natuurlijk, het voert te ver om te zeggen dat zoiets ook voor de overheid moet gelden. Want elke euro verkeerd besteed belastinggeld is er een te veel. Maar de angst om fouten te maken en die ene euro verkeerd te besteden mag niet leidend zijn voor de kansen die er liggen om processen op een goede manier in te richten. Bovendien experimenteren wij op beperkte schaal en als we een innovatie kunnen opschalen doen wij dat in een verantwoord tempo om mislukkingen te voorkomen.
Wat hem houvast biedt is het aantal rapporten dat de afgelopen jaren is verschenen. Bijvoorbeeld van de commissie Elias over de vele it-echecs waaruit de ict-waakhond BIT (Bureau ICT Toetsing) is voortgekomen om grote ict-projecten te toetsen. Maar ook het Maak Waar-rapport over de digitalisering van de overheidsdiensten en de commissie BRP over het falen van de operatie Basisregistratie Personen (oBRP).
Knops: ‘Daar staan lessen in die we in onze oren moeten knopen, zoals stap voor stap ontwikkelen, geen grootschalige schaalsprongen en incrementeel innoveren. Maar ook het scheppen van een klimaat waarin dit soorten uitgangspunten worden nageleefd.’ Staatssecretaris Knops spreekt in dit verband van een ‘permanent bèta’: geen grote nieuwe systemen introduceren maar elke dag opnieuw bezig zijn met het verbeteren van wat je al hebt aan de hand van toepasbare innovaties. Continu verbouwen terwijl de winkel openblijft!
Rijksinspectie?
De Tweede Kamer stemde onlangs in met een motie van VVD’er Jan Middendorp om de haalbaarheid van een Rijksinspectie Digitalisering te onderzoeken. Zo’n inspectie krijgt dan voor het ministerie van BZK een rijksbrede rol bij de inspanningen om een digitale overheid te bouwen. Wat vindt u van zo’n inspectie?
De noodzaak en haalbaarheid voor een Rijksinspectie gaan we onderzoeken maar laten we ook eerst de evaluatie van het BIT eind dit jaar afwachten. Ik heb in het debat hierover ook gezegd dat het voorstel voor een inspectie eigenlijk een klassieke uitwerking is van hoe het vroeger ging: je hebt een inspectie en dan heb je het goed geregeld. Maar het wordt al snel bureaucratie en bemoeizucht. Niet voor niets zijn er de afgelopen jaren diverse inspecties opgeheven of samengevoegd. Ik zie toch meer een rol weggelegd voor het BIT als waakhond en adviseur.
Ik ben, zoals dat heet, systeemverantwoordelijke voor het BIT, dus alle grote projecten die dit bureau beoordeelt, komen voorbij. Ik mag er echter geen inhoudelijk oordeel over hebben; ik stuur de collega’s van het kabinet brieven over wat het oordeel van het BIT is. Hoewel de eindevaluatie nog volgt heb ik de indruk dat deze opzet werkt. De tijd is voorbij dat politiek gezien wensen op tafel werden gelegd die zo in een pakketje van eisen aan een ingenieur werden gegeven. Zo van, maak maar iets. De meeste van die projecten waren niet zo succesvol, om het mild uit te drukken.
[Dit interview staat in iets ingekorte vorm in Computable Magazine nr.1/2019]
NL DIGIbeter
NL DIGIbeter staat niet op zichzelf en is onderdeel van de Nederlandse digitaliseringsstrategie, Nederland Digitaal. Dit is een kabinetsbrede strategie over alles wat met digitalisering te maken heeft. De Agenda Digitale Overheid richt zich specifiek op de overheid en het contact met burgers en ondernemers. Ook op het gebied van cyberveiligheid is er een aparte agenda, namelijk de Nederlandse Cyber Security Agenda.
Daarnaast wordt bij deze agenda verbinding gelegd met andere, al lopende trajecten. Hierbij kan gedacht worden aan het Interbestuurlijk Programma van het Rijk en de medeoverheden, de Smart City Strategy NL, de Nederlandse Cyber Security Agenda, het programma Common Ground van de gemeenten, het plan de Digitale Samenleving van de VSNU en de Europese Digitale Agenda. Verder moet Nederland Digitaal aansluiten bij Europese afspraken, zoals de Talinn-verklaring over de eOverheid in Europa.
Volgens mij moet de overheid gaan investeren in opleidingen voor interne ICT Project Managers. En ze moeten de projecten ook veel visueler maken, dan is het veel eenvoudiger om bij belanghebbenden een gemeenschappelijk beeld en begrip te krijgen en dan maatregelen te nemen zodat projecten veel vaker slagen: https://www.dragon1.com/downloads/dragon1-it-project-auditing-checklist-nl.pdf
Sorry Mark maar het ‘Too many chiefs and not enough Indians’ probleem waar de commissie Elias op wees gaat niet om nog meer management obesitas in de vorm van praatplaten maar het didactische model van ‘doe voor, doe mee en doe zelfstandig’ aangaande het opleiden van een technisch middenkader dat wel weet waar klepel hangt.
De mannen in de blauwe pakken. Wat zeggen ze nou eigenlijk ? Ik denk zoiets :
“Samenwerking, innovatie en ruimte voor experimenten zijn daarin sleutelwoorden” =
Onduidelijkheid wie wat doet en waarvoor verantwoordelijk is. En dus ook over de kosten, owja en onduidelijkheid over kosten betekent dat ze veel hoger worden dan verwacht.
“Toch is de ict voor de staatsecretaris ook weer geen tabula rasa. Hij vertelt op de middelbare school een aantal programmeerlessen in Pascal te hebben gevolgd. En bij zijn tijd bij de Luchtmacht werden op grote schaal computers ingezet.” =
Zie je wel, staatsecretaris heeft ruim voldoende inhoudelijke kennis om het “digitale dienstverlening van de rijksoverheid naar een hoger plan te tillen”.
“dat ict bij de overheid nog steeds als een kostenpost wordt gezien terwijl het bij het bedrijfsleven een investering is geworden.” =
Het gaat straks nog veeeeel meer kosten en we hopen maar dat het wat oplevert.
“We gaan risico’s die noodzakelijk zijn om te innoveren niet uit de weg” =
het gaat straks nog veeel meer kosten.
“Er is een beeld ontstaan dat digitalisering en it-processen bij de overheid een ongelukkige combinatie vormen. Mijn stelling is: voor iedereen is ict een zoektocht, zowel voor de overheid als het bedrijfsleven. Alleen, als het bij een bedrijf misgaat, dan staat dat doorgaans niet in de krant. Die boekt dat gewoon af.” =
het gaat straks nog veel meer kosten en onduidelijk waaraan besteed maar dat hoort er gewoon bij. 100 miljoen weg, nou en.
“Staatssecretaris Knops spreekt in dit verband van een ‘permanent bèta'” =
ik beloof nu al dat het niet gaat werken.
“Continu verbouwen terwijl de winkel openblijft!” =
lekker doorklooien er is toch geen concurrentie.
“Ik zie toch meer een rol weggelegd voor het BIT als waakhond en adviseur.” =
Net zoals voorheen, braaf zijn en niet naar de baas happen.
@Dino
De term tabula rasa betekent ‘onbeschreven blad’ en daarvan is veelal geen sprake bij de overheid. Knops kan zich op de borst slaan over zijn kennis van legacy code maar kan hij deze ook onderhouden?
Oja, volgens de wet mogen de schrijfkosten niet meer zijn dan de gemaakte kosten maar de overheid schrijft vaak met een vork. Knops is de gebruikelijke politieke roeptoeter die vergeet dat de identificatieplicht voor het kopen van alcohol een marktsturing middels wetgeving is die makkelijk te ontwijken is.