Onlangs is bekendgemaakt dat Amsterdam er alweer een nieuw datacenter bij krijgt: CyrusOne. Deze Amerikaanse firma heeft op PolanenPark nabij Schiphol grond aangekocht voor de bouw van een 72-MW datacenter. Met de hulp van een nieuwe toolkit, ontwikkeld binnen het CATALYST-project, gaat bekeken worden of dit grote datacenter is aan te sluiten op een warmtenet om restwarmte te hergebruiken.
Nu groeit de regio Amsterdam als vestigingsplaats voor datacenters natuurlijk al jaren als kool. In het verleden kozen bedrijven vaak voor deze omgeving vanwege de aanwezigheid van de Amsterdam Internet Exchange, de beschikbaarheid van voldoende stroom of omdat ze onderdeel kunnen gaan uitmaken van een inmiddels fors ecosysteem van datacenters.
Maar bij CyrusOne speelt nog een ander argument: PolanenPark is een bedrijvenpark nieuwe stijl. Dit wil zeggen dat de eigenaar – Schiphol Area Development Company (SADC) – op deze plek zeer hoogwaardige werklocaties creëert. Duurzaamheid speelt daarbij een hoofdrol.
Interessant hierbij is dat sinds enige tijd datacenter operators ‘sustainability’ meer en meer als een positief argument zijn gaan ervaren. Dat geldt voor partijen als SADC en de gemeente Amsterdam. Eisen stellen aan duurzaamheid versterkt de aantrekkingskracht van een locatie als PolanenPark, is inmiddels de visie. Waar enkele jaren terug sustainability nog vooral als ‘lastig’ en ‘kostbaar’ werd gezien.
Europese innovatieproject
SADC werkt sinds 2016 aan de ontwikkeling van duurzame datacenters in de regio Amsterdam. Daarbij maakt het gebruik van kennis en tools die zijn ontwikkeld door Green IT Amsterdam in het kader van onder andere het Catalyst-project. Dit Europese innovatieproject is gericht op het ontwikkelen van de tools en processen die nodig zijn om datacenters te integreren in smart grids. Daarbij wordt gekeken naar netwerken voor zowel elektrische energie als voor (rest)warmte. Kunnen datacenters bijvoorbeeld een rol spelen bij het stabiel houden van energienetwerken door op bepaalde momenten op verzoek van een grid-operatie een hoeveelheid tijdelijk ‘overtollige’ elektrische energie in hun batterijen op te slaan? Of soms wat stroom uit die accu’s aan het net leveren wanneer daar behoefte aan is? Dat geldt ook voor warmtenetten. De (rest)warmte van een datacenter is prima te hergebruiken. Maar dan dienen vraag en aanbod natuurlijk goed bij elkaar te komen. Het Catalyst-project maakt dit mogelijk.
CyrusOne en SADC gaan nu voor het nieuwe datacenter op PolanenPark gebruik maken van een toolkit die Catalyst heeft ontwikkeld. Dit zogeheten Value Added Plan (VAP) helpt datacenters om vast te stellen wat hun prestaties zijn ten aanzien van een aantal duurzaamheidsthema’s. Denk aan energie-efficiëntie, hoe zij omgaan met restwarmte, of en hoeveel zij ‘renewable’ energiebronnen gebruiken. Hierbij wordt vertrouwd op bestaande standaarden als EN 50600 en de EU Code of Conduct. De VAP-toolkit helpt een datacenter bovendien om een inschatting te maken van de impact die investeringen in hun power- en warmte-infrastructuur hebben.
CyrusOne en SADC passen de Catalyst-toolkit toe in een onderzoek naar de vraag of het nieuwe datacenter op PolanenPark kan worden aangesloten op een warmtenetwerk in de gemeente Haarlem.
De lancering van de Catalyst-toolkit heeft een impuls gegeven aan de discussie over de vraag of energie en warmte wellicht ook onderdeel kunnen gaan uitmaken van het businessmodel van een datacenter. Smart grid-services of het leveren van (rest)warmte levert datacenters in landen als Zweden al de nodige omzet op. Net als in de Scandinavische landen zien we nu ook in Nederland het bewustzijn groeien dat duurzaamheid niet zozeer een kostenpost is, maar juist een positieve bijdrage levert aan de datacentersector.
Auteur Jaak Vlasveld is directeur van Green IT Amsterdam.