Nederlanders zijn steeds vaker online via hun smartphone. Het aantal uren dat ze gemiddeld per maand online zijn op hun mobieltje is gestegen van veertig uur in 2016 naar 61 uur in 2018. Bijna de helft van de tijd wordt besteed aan apps als Facebook en Google, namelijk 26 uur. Dat blijkt uit het onderzoek 'Trends in internetgebruik 2018', dat in opdracht van Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) is uitgevoerd.
Volgens SIDN is de smartphone de spin in het Nederlandse web geworden. ‘Een belangrijke bezigheid op de smartphone blijft online shoppen: gebruikers besteden per maand gemiddeld drie uur in shoppingapps en -websites, een uur meer dan twee jaar geleden’, schrijft het in het rapport. Daaruit blijkt dat Nederlanders ook steeds vaker kiezen voor buitenlandse webwinkels. Zo is AliExpress na Bol.com de meest gebruikte shopping-app.
Verder valt op dat de eigenaren van smartphones meer uren maken in kortere sessies. Facebook en Google zijn het populairste online tijdverdrijf op het mobieltje. SIDN: ‘Van de 61 uur online, brengen internetgebruikers zo’n 26 uur door op de websites en apps van Facebook en Google, die beide onderdeel zijn van moederbedrijf Alphabet. SIDN noemt het een ‘indrukwekkend’ aantal, omdat in 2014 dat nog het totaal aantal uren was dat men online ging met de smartphones.
De cijfers bevestigen volgens SIDN dat Facebook en Google haast onmisbaar zijn geworden voor online business. ‘Ben je niet aanwezig op de platforms, dan loop je de helft van de online aandacht van de gemiddelde internetgebruiker mis – van jongeren zelfs meer dan de helft.’
Google Maps en Instagram
Ook blijkt dat Google Maps populairder is dan de aloude Google-zoekmachine. Mensen zoeken met hun mobieltje snel een locatie op, maar klappen voor een uitgebreide zoektocht over een bepaald onderwerp kennelijk liever de laptop open. Op de smartphone is ook gamen steeds populairder. Gebruikers van mobiele telefoons besteedden in juni 2018 gemiddeld elf uur per maand aan gaming op de smartphone, waarvan tien uur aan Pokémon Go.
In het onderzoek schrijft SIDN verder: ‘Toch heb je binnen het imperium van de twee grootmachten nog veel mogelijkheden: Instagram groeit bijvoorbeeld hard en kan de komende jaren een interessant alternatief worden voor ‘moedersite’ Facebook.’ Volgens SIDN is het voor bedrijven belangrijk om betrokken te blijven. ‘Onder jongeren tot negentien jaar is het bereik van Instagram (72 procent) inmiddels zelfs groter dan dat van Facebook (64 procent). Instagram is vooral interessant omdat het een honderd procent visueel medium is. Het is dus bij uitstek geschikt voor bedrijven die gedijen bij de schoonheid van hun product. Denk aan branches als mode, horeca of tuinieren.’
Smartphone
SIDN: ‘We zitten midden in het tijdperk van de smartphone. Het apparaat domineert het internetgebruik van Nederlanders, met als gevolg: een groot aantal korte websitebezoeken en een klein aantal apps waarvan we intensief gebruikmaken.’
Naast het aantal flink gegroeide online uren en de toename van het gebruik van bepaalde apps, zijn er ook ontwikkelingen die minder hard gaan. ‘Nederlandse voice-tools staan nog in de kinderschoenen’, concluderen de onderzoekers: Maar 3 procent van de gebruikers van mobiele telefoons en 5 procent van de jongeren rekende voice in juni 2018 tot de voorkeursopties voor search.
In vergelijking met de VS, waar inmiddels ongeveer een kwart van de huishoudens een digitale assistent als Alexa of Google Home in huis heeft, is dat percentage laag. Ook China, waar mensen steeds vaker tegen apparaten spreken, scoort fors hoger met voice-tools. Het feit dat Nederlandstalige Google Assistant pas sinds afgelopen juli 2018 beschikbaar is, speelt volgens de onderzoekers zeker mee. De door SIDN geraadpleegde experts zijn er overigens van overtuigd dat de ‘uptake‘ nog moet komen en roept bedrijven op om te onderzoeken wat voice kan betekenen voor hun bedrijfsvoering en hoe ze spraaktechnologie kunnen inzetten om een voorsprong te nemen op de concurrentie.
Bewust offline
SIDN bespeurt ook een tegenbeweging. ‘Ons toenemende internetgebruik roept regelmatig de vraag op of er sprake is van verslaving. Daarom gaat het in de media ook steeds vaker over een tegentrend: bewust offline gaan. Uit ons onderzoek blijkt dat 79 procent van de internetgebruikers dat wel eens doet, ouderen vaker dan jongeren. Van de ondervraagden tot 29 jaar geeft 30 procent zelfs aan permanent online te zijn. Ze houden voortdurend hun smartphone in de gaten, gedreven door de angst om iets te missen.’
Het SIDN-expertpanel verwacht dat de tegentrend meer aanhang zal krijgen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de internetvrije vakantieoorden en horecagelegenheden met ‘blackspots’ die steeds populairder worden. ‘Ook grote organisaties signaleren de tegentrend en bieden oplossingen. Zo heeft de nieuwe iOS een functie om je schermtijd te beheren en kondigde WhatsApp onlangs de introductie van een ‘vakantiemodus’ aan.’
Toch benadrukken de experts dat bewust offline gaan blijft bij wat het nu is: een tegentrend. ‘Met de opkomst van het internet of things en nieuwe devices neemt onze online tijd naar alle waarschijnlijkheid alleen maar toe.’
Onderzoek
SIDN onderzoekt jaarlijks het consumentengedrag op laptop/pc, tablet en smartphone. Daarvoor maakt het gebruik van een methode van (GfK Crossmedia Link/GXL). Daarin is het gedrag van tienduizend internetgebruikers vastgelegd. Via enquêtes zijn 758 beslissers in de zakelijke markt en 3857 consumenten ondervraagd. Zes specialisten uit het internetdomein duiden de resultaten tijdens een expertsessie. In die groep zitten onder meer lector Media Design bij het onderzoekscentrum IT + Media (CIM) van de Hogeschool Arnhem- Nijmegen, Thea van der Geest, en, managing director van de Ecommerce Foundation Jorij Abraham.
Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN) is sinds 1996 verantwoordelijk voor het beheer van het .nl-domein.
Lees hier het rapport.