Deze mooie zomer zat ik in het park met een goed boek. Tussendoor genoot ik van de zon en hoe leuk mijn kinderen aan het spelen waren met een boomstam die op het gras lag.
De boomstam fungeerde eigenlijk als evenwichtsbalk bij een spel waarbij ze van de boomstam in het gras konden vallen. De kinderen hadden de grootste lol; het ging over de kunst van het lopen over de boomstam waarbij ze soms een stokje moesten neerleggen en weer oppakken. Ik zag dat ze er gaandeweg steeds meer behendigheid in kregen. Een kind dat bij een ouder echtpaar verderop hoorde, mocht ook meedoen. Ik denk dat het de opa en oma van het meisje waren. Het kind had nog geen drie stappen op de boomstam gezet of ik hoorde opa: ‘Wendelientje, niet doen. Hier komen! Straks bezeer je je nog!’
Hoofdschuddend zag ik het aan. Het was hoogzomer, maar opa was gekleed alsof hij net van de zaak kwam, waar hij ongetwijfeld gewend was orders te geven. Hij had in zijn jeugd duidelijk nooit buiten mogen spelen. Plezier mogen hebben. En de boomstam was dertig centimeter dik! Je moest als Wendelien wel heel ongelukkig vallen, wilde je je bezeren. Ik moest op mijn lippen bijten om er niets van te zeggen.
Ik denk dat opa ceo was van een groot bedrijf in Nederland. Het voornaamste gewenste gedrag in die kringen – het uit de weg gaan van elk mogelijk risico – bezat hij in ieder geval aantoonbaar. Daar in dat park heb ik mijn mond gehouden, maar gelukkig kan ik hem nu nog erop aanspreken. We zitten in Nederland muurvast in een bureaucratisch moeras met een overvloed van angstige bestuurders die geleerd hebben, dat je in deze maatschappij ver kan komen als je je maar voldoende angstig gedraagt. Angstig gedrag mag voor jouw carrière-pad dan wel goed zijn, maar de inertie die dat de afgelopen jaren heeft opgeleverd, brengt de maatschappij zelf nergens. Wendelientje mag niet van de boomstam vallen van opa ‘de ceo’, maar ik weet dan dat Wendelientje niet snel behendig zal worden in het bewaren van haar evenwicht. Want van fouten maken, van een kleine val zo af en toe, van het gewoon proberen, daarvan leert men.
Als maatschappij hebben we genoeg problemen op te lossen. We moeten iets nieuws bedenken voor ons bestuur. Steeds meer mensen verliezen hun geloof in de politiek en dat is niet verwonderlijk; de volksvertegenwoordigers hebben zelden een langetermijnvisie, lijken hun voeling met de maatschappij te zijn verloren en zich alleen maar druk te maken over de peilingen en de volgende verkiezingen. We hebben een groot probleem met afval van onze op massaconsumptie gerichte maatschappij en wanneer gaan we nu eens echt en vooral véél schone energie maken in plaats van die oude vervuilende fossiele brandstoffen-troep? Genoeg problemen om te overwinnen dus.
Geen wielen meer uitvinden
Ik denk dat het tijd is om gewoon een eerste stap te zetten. Ik weet ook niet waar je precies uitkomt, maar geloof me, dat hoef je ook niet precies te weten om die eerste stap te zetten. Je moet een idee van een richting hebben en een stip aan de horizon. Stil zitten is geen optie, want de achterstand op landen zoals bijvoorbeeld India en China wordt steeds groter. Doen, doen en nog eens doen moet het motto worden. We moeten de weg vooruit inslaan en accepteren dat we onderweg fouten maken, want daar leren we van.
Ik heb wel een lijstje met mogelijke eerste stappen die we zouden kunnen maken. Zo zou ik kiezen voor een veel meer technologisch georiënteerd bestuur bij zowel overheid als in de corporate wereld. Nu zitten te vaak mensen aan tafel die geen flauw benul hebben. Ik zou it-voorzieningen centraal opbouwen bij wet verplicht in kleine modules en niet redundant. De-centraal mogen die, nee, moéten die door iedereen worden gebruikt, net zoals in gidsland Estland. Er moeten geen wielen meer worden uitgevonden.
Falende privatisering, onzinnige aanbestedingen in overheidsland moet worden teruggedraaid. Sommige zaken, zoals water uit de kraan, en stroom uit het stopcontact zijn gewoon een nutsvoorziening en daar ligt een taak voor de overheid. Politici: pak die. Deze nieuwe digitale tijd, waarin we alle informatie binnen een handomdraai voorhanden hebben, waarin we met de snelheid van het licht beslissen, werken de vele managementlagen alleen vertragend. Zie het verschil tussen de snelle netwerkorganisaties als Google en Airbnb en de oude legacybedrijven.
Weg met die ouderwetse hiërarchie en op naar het holacratisch bestuur! Die managementlagen zorgen ook voor de vele, dodelijke wachtmomenten in legacy-organisaties. Neem ook stappen ten aanzien van de culturele-, gender- en etnische diversiteit. Het is nu uit den treure bewezen dat oude, witte mannen ongeveer hetzelfde denken en via een beklemmende tunnelvisie zelden tot iets nieuws komen. Trek dat old boys-netwerk uit elkaar! Dat is vast het begin van iets moois.
(Deze bijdrage is afkomstig uit Computable Magazine, editie 06/2018.)