Liefst 86 procent van de topmensen uit het bedrijfsleven meent dat data het fundament vormen voor het nemen van zakelijke beslissingen. Data zijn ook essentieel voor het bereiken van resultaat voor hun klanten. Voor de Benelux is dit percentage lager, namelijk 69. De Nederlandse manager blijkt nuchterder, met name als het gaat om artificial intelligence (ai).
Dit blijkt uit een wereldwijd onderzoek van MIT Technology Review onder 2.300 business- en it-managers. Opdrachtgever was Pure Storage, leverancier van all-flash-array opslag. Met de opkomst van machine learning (ml) en artificial intelligence (ai) verschuift de rol van data: van informatiedrager tot de kern van innovatie. Een grote meerderheid gelooft in een datacentrische toekomst, aangedreven door kunstmatige intelligentie (ai).
Centraal in het onderzoek stonden de mogelijkheden en uitdagingen om met ai waarde uit data te halen. Ai biedt grote kansen voor organisaties om hun operaties op te vijzelen, de klantbeleving te verbeteren en zakelijk beter te presteren. 82 procent van de ondervraagde business- en it-managers denkt dat ai een positieve impact zal hebben op hun business. Vrijwel eenzelfde percentage meent dat ai belangrijk is voor analytics. Ook worden menselijke fouten teruggedrongen. Men verwacht ook meer tijd te krijgen om creatief na te denken over uitdagingen van zowel de eigen organisatie als van klanten.
Benelux
Opvallend is dat het optimisme hierover wereldwijd veel groter is dan in de Benelux. Dit geldt met name voor het meer tijd krijgen voor creativiteit. Theo van Teylingen, directeur Benelux en Noord-Europa bij Pure Storage, heeft de indruk dat de Nederlander wat nuchterder staat tegenover nieuwe technologie. ‘Men is hier minder euforisch. De verwachtingspatronen zijn in Nederland wat realistischer’, aldus Van Teylingen. Niet elke nieuwe technologiegolf wordt hier direct omhelsd. Bovendien wordt het resultaat mede bepaald door België, waar men wat conservatiever is ingesteld.
In het MIT-onderzoek werden ook de uitdagingen aan de orde gesteld. Ongeveer vier op de vijf ondervraagden ziet obstakels op het vlak van verwerking, analyse en interpretatie van grote hoeveelheden data. Ook is het lastig om ervoor te zorgen dat de business relevante databronnen gebruikt. Bovendien vormt het analyseren van nóg meer data in nóg kortere tijd straks een enorme uitdaging. Opvallend is dat managers in de Benelux minder bezorgd zijn over de barrières voor het gebruik van ai. Theo van Teylingen concludeert dat er een grote behoefte bestaat om ai in te zetten. Hij noemt een datacentrische architectuur van cruciaal belang om snel grote hoeveelheden relevante data te kunnen analyseren.