Rijksuniversiteit Groningen (RUG) opent vandaag, 26 oktober 2018, een nieuw onderzoekscentrum: ConiGron. Het doel van het centrum is om ‘slimme’ materialen te ontwikkelen. Deze kunnen gebruikt worden in computersystemen die op ons brein geïnspireerd zijn. Het lab ziet het leven dankzij een gift aan het Ubbo Emmius Fonds, dat een financiële bijdrage aan het centrum levert.
Een woordvoerster van de universiteit geeft aan dat niet gecommuniceerd wordt welk bedrag met de gift gemoeid is. Ook doet ze geen uitspraken over de identiteit van de afzender.
‘De huidige computertechnologie loopt tegen grenzen aan. Nieuwe technieken met andere materialen zijn nodig voor een nieuwe generatie die minder energie verbruikt en sneller werkt bij het verwerken van veel data. Dankzij een gift aan het Ubbo Emmius Fonds kunnen materiaalwetenschappers, wiskundigen, computerwetenschappers en onderzoekers in kunstmatige intelligentie de komende zeven jaar aan de slag in het nieuwe onderzoekscentrum’, aldus de universiteit.
Slimme materialen
Het doel van CogniGron is om nieuwe ‘slimme’ materialen te ontwikkelen, legt wetenschappelijk directeur Beatriz Noheda uit. Die materialen zijn te gebruiken in computersystemen die op ons brein geïnspireerd zijn: ‘De huidige computers kunnen beter rekenen dan onze hersenen, maar ze zijn minder goed in het herkennen van patronen en inschatten van complexe situaties. Daarom heeft Google bijvoorbeeld energieverslindende supercomputers nodig om spraak naar tekst over te zetten, of plaatjes te herkennen.’
Scheiding geheugen en transistor verdwijnt
De nieuwe generatie computers waar CogniGron aan werkt, zal daarom niet puur digitaal zijn zoals huidige micro-elektronica. In plaats daarvan kijken de onderzoekers naar de neuronen in ons brein. Deze rekenen met allerlei verschillende waarden die afhankelijk zijn van de input die zij krijgen van hun buren. De interconnectiviteit van de elementen, het netwerk in die nieuwe materialen, is daarom belangrijk. De input kan ze gevoeliger of ongevoeliger maken, net als de zenuwcellen in het brein. Bij deze nieuwe computers verdwijnt de klassieke scheiding tussen geheugen en transistor, wat ze volgens de onderzoekers in principe sneller en zuiniger maakt.
Voor het bouwen van dit soort nieuwe elektronica zijn nieuwe materialen nodig, die bijvoorbeeld een ‘geheugen’ hebben die eerdere input onthoudt. Het Zernike Institute for Advanced Materials (ZIAM) van de RUG werkt hiervoor samen met het eveneens in Groningen gevestigde Bernoulli Institute for Mathematics, Computer Science and Artificial Intelligence. Wat zal dit uiteindelijk opleveren? Noheda: ‘De komende jaren willen we bewijzen dat nieuwe materialen inderdaad een aantal van de gunstige eigenschappen van ons brein kunnen nabootsen. En dat we complexe systemen kunnen bouwen die de basis leggen van een nieuw type computer.’