Op Overheid 360°, congres over informatiemanagement binnen de overheid, organiseerde Computable op 10 oktober als hoofdmediapartner twee sessies. In de ene fileerde ict-publicist René Veldwijk de hype rond blockchain; in de ander over opensource bleek dat er nog een wereld open ligt voor de overheid. Een verslag.
Media Plaza in de Utrechtse Jaarbeurs, een donkerverlicht miniauditorium, twee verhoogde rijen zitplaatsen die onderling ook iets in hoogte verschillen en geformeerd in een halve cirkel om een podium. Aan de wand een presentatiescherm, waaraan gekoppeld een laptop. Voor René Veldwijk, ict-publicist, econoom en managing partner Ockham Groep, zijn alle ingrediënten aanwezig om zo’n dertig toehoorders uit overheidskringen te verbazen, te vermaken en als het even kan te choqueren.
Veldwijk kan als criticaster bogen op een nogal disruptieve geschiedenis als het over overheids-ict gaat; hij ageerde tegen de tegen zoveelste poging om de bevolkingsadministratie (BRP: Basisregistratie Personen) te vernieuwen, wees op de vermaledijde rol van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) als uitvoerende partij in de uitkering van persoonsgebonden budgetten (pgb) en laat zich op het moment van spreken kritisch uit over UWV (het verzekeringsinstituut benut zijn polis-administratiesysteem niet voor fraudeopsporing ofschoon dat wel mogelijk is). Niet dat alle aanwezigen op de hoogte zijn van Veldwijks reputatie.
Wie dus wél beter weet, kijkt er niet vreemd van op dat Veldwijk de hype die naar blockchain luistert deze middag eigenhandig om zeep helpt. ‘Blockchain is natuurlijk een briljant principe, ik kan het niet vaak genoeg zeggen, maar het ontbeert toepassingen.’ Alsjeblieft. Om zijn betoog kracht bij te zetten, serveert Veldwijk een serie stellingen die een zeker toekomstperspectief voor blockchain beloven.
Bijvoorbeeld: ‘Blockchain levert nuttige functionaliteit voor eindgebruikers’, ‘Blockchain valt niet te manipuleren, zie de bitcoin’ en ‘Blockchain en privacy gaan best samen’. Wat volgt, is een exposé dat de vermeende sterke eigenschappen van blockchain neutraliseert, en op een manier waar het publiek geen speld tussen lijkt te krijgen. Het is opvallend hoe Veldwijk al snel zijn superioriteit toont in de discussietjes die de aanwezigen aarzelend aanzwengelen in deze zowel vermakelijke als leerzame blockchain-bash.
Nul businesscases
De oplossing volgens Veldwijk, voor zover die nodig en voor handen is? Private blockchain, ofwel blockchain achter gesloten deuren, achter een firewall. Maar mag je het dan nog blockchain noemen, omdat het indruist tegen alles wat blockchain wil zijn? Immers, een belangrijke eigenschap ontbreekt: openheid. Blockchain zonder openheid is als een schip zonder romp; blockchain moet immers drijven op die openheid.
En daar is dan ongeveer het punt dat Veldwijk deze middag maakt: blockchain an sich is geweldig, maar er zijn nul businesscases. Wat dat betreft zet de insteek van deze sessie – ‘Waar staat blockchain bij de overheid?’ – de aanwezigen zeer wel mogelijk op het verkeerde been.
Wie zich nog illusies maakt, loopt met Veldwijk een rondje langs de blockchainvelden – Eemnes (een slim stroomnetwerk met blockchain), de blockchain-app Mijn Zorg Log, de met blockchain beveiligde Groninger Stadjerspas, de door de overheid gefinancierde blockchainkoningin Marloes Pomp, de Dutch Blockchain Coalition en de plannen van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG) om je identiteit via blockchain te waarborgen – om vervolgens te horen dat genoemde projecten en initiatieven de titel blockchain niet verdienen.
Anders: Veldwijks constatering is dat blockchain in gemeenteland een parade is van valse claims, verkeerde conclusies en onterechte verwachtingen. ‘De hype die blockchain heet komt in een fase dat het op kritische vragen stuit. En nu blijkt het helemaal niet te bestaan. Er zit niet eens een kern van waarheid in.’
Schijnt er dan geen enkel zonnestraaltje het donkere auditorium naar binnen? Als Veldwijk in het blockchainlandschap een compliment moet uitdelen, dan aan de bitcoin, of nog beter: aan beveiligingstokens die bij transacties een goed alternatief vormen voor een blockchain. Om het af te sluiten: volgens de econoom in Veldwijk kunnen organisaties beter kijken naar tokens – want wél talloze businesscases – dan naar blockchain.
Opensource
Milder, maar allerminst minder interessant vindt twee uur eerder al plaats op dezelfde locatie. Een trio sprekers wijst het publiek de weg door het opensourcelandschap. Gijs Hillenius, teamleider bij de European Commission’s Open Source Observatory and Repository, steekt de ambtenaar die in zijn eigen gemeente met de opensourcevlag wappert een hart onder de riem door te wijzen op een hele reeks succesvolle opensourceprojecten bij Europese overheden. Sterker, wie Hillenius mag geloven, komt tot de ontdekking dat zo’n beetje alle ons omringende landen mooier zijn geworden dankzij opensource, van het VK tot Noorwegen en Zweden en van Spanje en Frankrijk tot zelfs Italië, toch niet een land dat uitblinkt in een vooruitstrevend overheidsapparaat.
Hoe Nederlandse overheden dergelijke resultaten kunnen boeken? Daarvoor strooide Hillenius een handvol bruikbare tips de zaal in. Zoals maak het een taak voor de cio, want draagt die persoon die taak met verve uit, met behulp van een energieke communicatieafdeling, dan neemt de kans dat de keuze voor opensource goed uitpakt aanzienlijk toe. En gebruik Html5 en vertrouw op openstandaarden en open api’s (‘Zet die neer, dan komt de rest vanzelf goed’). Intussen bleef Hillenius zijn tips larderen met geslaagde voorbeelden, wat het idee versterkt dat een gemeente die voor opensource gaat zich in bijzonder goed gezelschap bevindt. Wie meer wil weten over die geslaagde voorbeeld, brengt een bezoek aan Hillenius’ site op hillenius.com.
Geen overheid in opensourcegemeenschap
Hillenius’ vijfde advies – ‘Word deel van opensourcegemeenschappen’ – opent meteen de deur voor de tweede spreker, te weten Bart Jeukendrup, softwareontwikkelaar bij Stichting Delta10. Hij verbaast zich er in eerste plaats over dat de wereld van softwareontwikkeling zich op internationaal niveau afspeelt, maar dat zich daar nauwelijks overheden ophouden. ‘Op conferenties en beurzen wereldwijd komen grote en kleine softwareontwikkelbedrijven samen om kennis uit te wisselen, om van elkaar te leren, maar dat overheids-ict’ers zich daar niet laten zien. Die zetten doorgaans een uitbesteding uit en laten de markt het oplossen. Het zegt veel over hoe overheden met opensourceprojecten omgaan’, aldus Jeukendrup.
Volgens hem ontbreekt het ambtenaren aan visie over hoe het anders zou kunnen, of beter anders kan. De overheid kan dus nog heel veel leren van de opensourcecommunity. Als een even aansprekend als inspirerend voorbeeld noemt hij het softwareontwikkelproject dat naar de naam VSCode luistert en zich ontpopt op Github, dé samenwerkplek voor circa 24 miljoen programmeurs uit de hele wereld. Het bijzondere aan het VSCode-project, aldus Jeukendrup, is dat er ruim vijftienduizend ontwikkelaars gelijktijdig bijdragen. ‘Het laat zien dat op een efficiënte manier en op grote schaal met anderen is samen te werken en de kennis en inzichten die dat oplevert te delen. Binnen overheden lijkt iedereen zijn eigen wiel uit te willen vinden. Maar is het kernpunt van opensource niet het online zetten van de broncode?’
Elkaars oplossingen afnemen
Het slotwoord was voor Theo Peters, unit manager van Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) Realisatie, die zijn licht liet schijnen op het principe van Common Ground (dat gemeentebreed aan een moderne ict-omgeving bouwt waar data makkelijker en beter zijn te ontsluiten), en daarbij een praktisch lesje opensource ten beste gaf. Strekking is dat opensource én open standaarden de weg vrijmaken om los te komen van leveranciers en flexibiliteit in de hand werkt.
Peters ziet het liever gebeuren dat gemeenten elkaars oplossingen afnemen, zoals een vergunningensysteem, tegen een bepaalde vergoeding. Voordeel: gemeenten houden (met de hulp van VNG/VNG Realisatie) de regie. Hebben ze iets nieuws nodig, dan kijken ze zelf eerst wat er precies nodig is en kunnen dan via een aanbesteding de markt om een opensource-oplossing vragen. Of ze nemen het, zoals hij al zei, van een andere gemeente over. Peters aan de toeschouwers: ‘Word geen softwarebouwer maar regiehouder. En dat is een kwestie van durven en doen.’
(Dit artikel is ook verschenen in Computable Magazine 06/2018)
Overheid 360°
Overheid 360° is een jaarlijks congres over informatiemanagement binnen de overheid en wordt georganiseerd door Jaarbeurs in samenwerking met de gemeente Utrecht, Native Consulting, VNG Realisatie en Ynformed. De volgende editie staat gepland voor 9 oktober 2019. Meer info: www.overheid360.nl
Goed artikel, de grote gemeenten willen ook meer ‘over de grenzen’ kijken en zoeken de aansluiting naar internationalisatie.
Zoals Theo Peters aangeeft is de regiefunctie (misschien ook wel het ‘nieuwe’ leveranciersmanagement) belangrijker, de vraag is hoe sluit je een en ander op elkaar en hou je de regie en dus hoe blijf je in controle?