Computable was er redelijk snel bij op internet. Hoofdzakelijk door initiatieven vanuit de redactie. Reeds in 1995 bood de redactie dagelijks zo’n vijf nieuwe berichten op het web aan. Vanaf 1996 stond er een volwaardige site met onder meer een dagelijkse nieuwsdienst en online versies van alle bladartikelen. Een site die eind 1999 door een toonaangevend internetblad werd uitgeroepen tot ‘de beste site van Nederland’. Maar met het groter worden van de internetzeepbel, kwam er steeds meer bemoeienis van bovenaf, waardoor Computable Online uiteindelijk zijn innovatieve voorsprong verloor. In deze speciale Flashback, niet gekoppeld aan een jaargang, een terugblik.
Het was 1994. In de kolommen van Computable dook steeds vaker de term internet op. Hoewel niet nieuw, was er tot die tijd niet veel aanleiding geweest voor een zakelijk automatiseringsvakblad over dit fenomeen uit de (Amerikaanse) overheids- en wetenschapswereld te schrijven.
Maar met de komst van de webbrowser Mosaic en het daaraan gelieerde World Wide Web, en de openstelling van internet voor bedrijven en particulieren, werd dit Netwerk der Netwerken (zoals Computable in april 1994 boven een interview met ene Vinton Cerf zette) ook voor Computable interessant. Niet alleen om over te schrijven, maar ook om zelf de eerste schreden op die ‘digitale supersnelweg’ te zetten.
Multimedia-projecten
In oktober 1994 presenteerde de afdeling Nieuwe Media van Computable-uitgever VNU Business Publications (BP) tijdens de beurs IT94 in de RAI te Amsterdam een aantal multimedia-projecten. Een van die projecten heette Computable Online en behelsde een ‘eerste versie van een prototype’ dat de bakermat moest vormen van een ‘volwaardig online dienstenpakket, gericht op ondersteuning van de dagelijkse praktijk van professionele automatiseerders’. En hoewel tijdens deze beurs op multimediazuilen al de eerste ooit door Computable gepubliceerde webpagina’s te zien waren – een aantal in html omgezette bijdrages van columnist Martin Healey – bleek het project zich uiteindelijk te richten op een veel minder geavanceerde technologie.
De bekendheid met www en het aantal Computable-lezers met een Windows- in plaats van een Dos-pc zou namelijk nog te klein zijn om volledig op het web in te zetten. Er zou daarom een systeem ontwikkeld worden dat via het grafische WWW of via een karaktergeoriënteerd Bulletin Board Systeem (BBS) te benaderen zou zijn. Lezers konden zich aanmelden voor een testgroep, waarbij VNU en hosting partij Bausch Datacom voor gratis modems en programmatuur zorgden.
Te kort schieten
Bij de uitvoering van deze plannen kwam vanuit de afdeling Nieuwe Media echter alle nadruk te liggen op het uitbouwen van het BBS-deel, aangezien bleek dat het master/slave BBS zich zeer moeilijk liet combineren met de client/server wwwwereld.
Voor de Computable-redactie was deze aanpak moeilijk te accepteren, aangezien een blad dat toen inmiddels zelf bol stond van de internetverhalen, en dat als toonaangevende ict-titel een naam had hoog te houden, anno 1995 niet kon aankomen met allèèn een BBS. Een BBS bovendien dat op een aantal essentiële punten volledig te kort bleek te schieten. Geen reden voor VNU om niet toch in februari 1995 met de testgroep te starten. Het enige positieve aan deze hele exercitie was dat het webdomein http://www.bpa.nl/computable (BPA = Business Publications Amsterdam) online kwam. De Computable-redactie kreeg toegang tot die url en een zelfbenoemde ‘online redacteur’ creëerde daarop de eerste wereldwijd toegankelijke webpagina’s van Computable.
Experimenten op het web
Zo ontstond er zomer 1995 de opmerkelijke situatie dat de afdeling Nieuwe Media bleef investeren in het BBS, terwijl de redactie buiten de businessplannen om autonoom aan het experimenteren sloeg op het web. Al meteen ontstond het idee van een dynamische site met dagelijks it-nieuws. Om dat zo goedkoop mogelijk online te krijgen, want budget was er in deze situatie natuurlijk niet, werd gekozen voor Word Perfect 5.1. De redactie werkte in die tijd met deze razend populaire tekstverwerker en de it-afdeling had hieromheen via de bijbehorende macro-taal een soort van workflow systeem gebouwd. Met deze macrotaal bleek je niet alleen complete programma’s, inclusief keuzemenu’s, invoervelden en bestandbeheer, te kunnen schrijven, maar ook nog eens html-pagina’s te kunnen generen (wat uiteindelijk natuurlijk ook maar tekstbestanden zijn).
Dat maakte het voor de onlineredacteur mogelijk een systeem te bouwen, waarmee een redacteur met één toetscombinatie zijn nieuwsbericht naar de online-redactie kon sturen, die het nakeek en via wat macro’s de nodige metagegevens toevoegde en een html-pagina genereerde. Vervolgens hoefde er alleen nog een soldeerbout aan te pas te komen om het redactionele systeem fysiek te koppelen aan de multimedia-pc met internet-toegang (een actie die op weinig waardering van de it-afdeling kon rekenen) om de pagina’s live te krijgen.
Bescheiden start
September 1995 ging de eerste site bescheiden van start met onder meer dagelijks vijf it-nieuwsberichten. En daarmee was Computable een van de eerste Nederlandse sites met computer/internetnieuws (drie maanden na de start van Peter Olsthoorn’s Planet Multimedia, maar drie maanden voor het begin van Oscar Knepper’s Webwereld) en de eerste site voor professionele ict’ers.
Inmiddels was het november 1995. De internet-hype werd steeds groter. Bovendien bleek uit lezersonderzoek dat ‘ruim driekwart van de lezers al over een grafisch georiënteerde PC (Windows, OS/2, Mac) beschikte met minimaal een 486-processor’. Zo’n 70 procent van de lezers had ook een modem, ‘waarbij het in 62 procent van de gevallen een zeer snel (14K4 of sneller) modem betrof’. Op het werk bleek zelfs 90 procent over dergelijke ‘zware pc’s’ te beschikken. Dus geen enkele reden meer om met een BBS aan te komen. Deze constatering en het succes van de eerste site leidde ertoe dat het initiatief voor online-activiteiten veel meer bij de redactie zelf kwam te liggen, waarna er een actieplan kwam voor de eerste volwaardige site.
De uitwerking daarvan nam een flink deel van 1996 in beslag. Met name om alle weekbladartikelen online te krijgen – waarbij de oorspronkelijke blad-lay-out, inclusief afbeeldingen, zo goed als mogelijk werd nagebootst in html – moest er door de redactie een flink aantal nieuwe macro’s gebouwd worden. Daarnaast moest er natuurlijk een lay-out en een site-structuur uitgedacht worden. Ook de auteursrechten van freelancers werden toen al direct geregeld. Tevens werd er door de afdeling Nieuwe Media een online-versie ontwikkeld van de papieren Opleidingen Gids met alle it-cursussen van ruim vijfhonderd opleidingsinstituten. Net als de rest van de site bestond ook deze toepassing, ondanks het database-achtige uiterlijk, uit honderden statische html-pagina’s, gegenereerd met behulp van het toen populaire databaseproduct dBase.
Volwaardige site
Half november 1996 ging de volwaardige site uiteindelijk live. Zo’n vijfduizend pagina’s, verdeeld over dertig rubrieken, kwamen op dat moment online. En hiermee begon de opmars van Computable Online. Op 17 april 1997 werd het domein www.computable.nl geregistreerd en in juli 1997 trok de site al tienduizend bezoekers per week, goed voor vierhonderdduizend hits. Het aantal pagina’s verdubbelde, de lay-out werd opgefrist, en er werden nieuwe rubrieken toegevoegd. Wel kon men in die tijd in de zomer nog de volgende mededeling op de site vinden: Wegens onderhoudswerkzaamheden kunnen de nieuws- en archiefrubrieken gedurende de maand juli niet geactualiseerd worden. De online redacteur moest tenslotte ook wel eens op vakantie.
Dat laatste gaf wel aan dat het tijd werd de redactionele organisatie te professionaliseren. Uitgangspunt daarbij was een geïntegreerde nieuwsvoorziening. Er kwamen drie coördinatoren (Nieuws, Achtergrond en Online) met ieder een eigen eindredacteur. De redacteuren schreven zowel voor het nieuws- en achtergrondkatern als voor de dagelijkse nieuwsdienst van Computable Online. Zij konden hun berichten direct het net op sturen om ze daarna voor het weekblad verder uit te werken of samen te voegen met andere berichten. Daarna kwamen die bladartikelen uiteindelijk ook nog online in het weekbladarchief. Voor de redacteuren was Online een vast onderdeel van hun werk geworden. Zagen veel andere bladredacties internet in die tijd (en sommige nu nog) vooral als bedreiging, bij Computable werd dit bottom-up-initiatief vanaf het begin door de gehele redactie ondersteund en gestimuleerd.
Om die nieuwsfunctie te onderstrepen werd het vanaf april 1999 mogelijk iedere werkdag per email een overzicht van het dagelijks nieuws te ontvangen. In dat jaar begon Computable Online ook duidelijk voor een eigen inkomstenstroom te zorgen. In die jaren daarvoor was er wel al wat geëxperimenteerd met banners, maar dit was meestal in het verlengde van een betaalde bladadvertentie. Uiteindelijk werd er in 1999 zo’n vijfhonderdduizend gulden aan buttons en banners omgezet. Peanuts vergeleken met de omzet van het blad (dat in die tijd nummers draaide met vijftig pagina’s advertenties à twintigduizend gulden per pagina), maar in principe voldoende om zichzelf te bedruipen.
Miljoen pageviews
Miljoen pageviews
Eind 1999 werd de site bezocht door zo’n 150.000 bezoekers per maand, die goed waren voor een miljoen zuivere pageviews. De e-mail nieuwsbrief werd dagelijks door 7500 mensen ontvangen. Maar ook de waardering viel niet tegen. Behalve veel positieve reacties in de mailbox (en per briefkaart), werd ook in andere media lovend over Computable Online gesproken. Zo had bijvoorbeeld Zibb.nl het over een geweldige site en werd de site in het zomernummer van internet-tijdschrift Emerce (jaren voordat het overgenomen zou worden door VNU) uitgeroepen tot beste site van Nederland, met in de motivatie het citaat: ‘De site van het bekende it-vakblad mag als voorbeeld dienen voor alle Nederlandse internet-diensten. Het werkt snel, ziet er goed uit, geeft duidelijke informatie, brengt dagelijks ververst nieuws en maakt gebruik van interactieve mogelijkheden.’
Maar juist op het hoogtepunt van dit succes, besloot de VNU-directie het allemaal heel anders te gaan doen. De internet-bubble was inmiddels groter dan ooit. Beursgenoteerde bedrijven hoefden maar het woord ‘internet’ te laten vallen en de aandelen vlogen omhoog. Ook global player VNU rook geld, onder meer bij de it- en pc-bladen. VNU was in de loop der tijd eigenaar geworden van zo’n zeventig van dergelijke titels in zes Europese landen, waarvan de meeste wel iets op internet deden. Maar om mee te tellen bij aandeelhouders moesten die activiteiten natuurlijk gebundeld worden in een apart bedrijf, dat zo snel mogelijk naar de beurs kon.
En dus kwam men met Vnunet.com: een pan-Europese site met lokale subsites en een zelfstandige organisatie met eigen personeel, waar alle losse sites in opgingen. Ook in Nederland werden vanaf begin 2000 de sites van volledig onverenigbare doelgroepen (professionele it’ers, computerdealers, pc-hobbyisten en gamers) samengevoegd in één overkoepelende site, met sterk op elkaar lijkende subsites. De hoofdredacteuren van de bladen verloren de dagelijkse leiding over hun eigen sites en de online-medewerkers dienden zich te vervoegen bij de Vnunet-organisatie.
Voor het contentbeheer van die site werd een ploeg programmeurs binnengehaald, die voor een systeem moesten zorgen, gebaseerd op een door VNU in Londen gebruikte Lotus Notes-oplossing. Een project dat al snel strandde, omdat de Nederlandse sites compleet anders opgezet bleken te zijn dan de Engelse. En dus bleven de Computable-macro’s nog maar even in gebruik en werden zelfs uitgebreid met opties voor pc-, resellers- en internet-nieuws. In plaats van een high tech contentmanagementsysteem (cms) draaide ook Vnunet.nl aldus op een serie WP-macro’s. Dit werd wel angstvallig stil gehouden richting directie, temeer daar het gebruik van WP5.1 binnen VNU al in 1999 officieel was uitgefaseerd en daarna verboden, omdat iemand de directie had wijsgemaakt dat het niet millennium-proof zou zijn.
Terugval
Wat volgde was een terugloop in bezoekersaantallen op de subsites van de afzonderlijke titels, omdat de bladlezers zich daar niet meer thuis voelden, terwijl Vnunet.nl te onbekend was om dat verlies goed te maken. Ook de bladredacties trokken hun handen van de sites af. Van de zorgvuldig opgebouwde integratie tussen site en blad was bij Computable niets meer over. Het dagelijks nieuws werd alleen nog verzorgd door Vnunet-redacteuren, terwijl de bladredacteuren terugvielen in het weekritme van het blad en veel minder naar de site omkeken.
En hoewel met het uiteenspatten van de internetzeepbel ook de Vnunet-aspiraties flink werden bijgesteld (zo ging de site-verantwoordelijkheid terug naar de hoofdredacteuren en werd Vnunet.nl nog slechts een portal voor de bladensites) was de aangerichte schade al zo groot, dat het nog jaren zou duren voor Computable.nl deze klap helemaal te boven was. Temeer daar er nog een jarenlang durend, verlammend kat-en-muisspel zou volgen tussen de internet-aspiraties van VNU Europe en de lokale plannen van de Nederlandse organisatie.
Pas in 2008 toen de Nederlandse VNU-organisatie geheel verzelfstandigd was en bij de redactie een ‘online first’-strategie was geïntroduceerd, werd de hechte integratie tussen site en blad weer volledig hersteld en kon weer van onderaf de koers van de site bepaald worden. En de WP-macro’s? Die hadden nog jarenlang vrolijk doorgedraaid . Natuurlijk werkten de redacties toen allang met MS Word, maar die output liet zich makkelijk converteren naar WP5.1. Pas in september 2006, toen de site helemaal om ging naar het content management systeem Mmbase konden de laatste WP-macro’s uitgeschakeld worden. Net op tijd, want het werd bij iedere nieuwe Windows-versie steeds moeilijker om WP5.1 nog aan de praat te krijgen.
(Dit artikel is eerder alleen verschenen in Computable nr.9, 2014, het allerlaatste nummer van de printuitgave ‘oude stijl’, maar is in het kader van het 50-jarig bestaan nu ook online gezet).
50 jaar Computable
Computable blikt in 2018, het jubileumjaar van het vijftigjarige bestaan, terug op een rijk archief aan ict-nieuws en artikelen die zowel op papier als digitaal verschenen zijn. Dat doet de redactie zowel online als in het magazine.
Op de website Computable.nl staat regelmatig, en vaak speciaal op donderdag (‘Throwback Thursday’) of vrijdag (Flashback Friday), een aflevering van de rubriek Flashback. Daarin selecteert de redactie een opvallend stuk of serie artikelen uit het verleden die aansluit of aansluiten op de actualiteit, en zoekt zij in de archieven naar materie die het waard is om opnieuw te publiceren.