Het Zuid-Hollandse Krimpen aan den IJssel wordt als eerste Nederlandse gemeente onderdeel van United Smart Cities, een wereldwijd programma van de Europese Economische Commissie van de Verenigde Naties (Unece) en de Organisatie voor Internationale Economische Betrekkingen (OiER). Concreet houdt dit in dat data van zo’n vijftig steden met elkaar vergeleken worden.
‘Het initiatief richt zich op het slimmer, toekomstgerichter en duurzamer maken van steden over de hele wereld’, aldus de gemeente. Gegevens van aangesloten steden worden geëvalueerd en vergeleken met behulp van door de VN vastgestelde indicatoren. Dit vindt plaats binnen het VN-initiatief ‘United for Smart Sustainable Cities (U4SSC)’, dat gecoördineerd wordt door de Internationale Telecommunicatie-unie ITU en de Europese economische commissie van de Verenigde Naties (Unece) in samenwerking met veertien VN-organisaties.
Techbedrijven
Krimpen aan den IJssel gaat hiermee deel uit maken van een internationaal netwerk, waaraan inmiddels zo’n vijftig steden verbonden zijn. Ook technologische en financiële bedrijven participeren in het programma. ‘Dat wij als gemeente deze Nederlandse primeur gegund krijgen, geeft wel aan hoezeer wij bezig zijn met de toekomst. Ik ben trots op onze organisatie en de samenwerking met deze internationale instituten’, aldus burgemeester Martijn Vroom.
United for Sustainable Cities (U4SSC)
United for Smart Sustainable Cities (U4SSC) is een wereldwijd platform dat het gebruik van ict bij steden wil stimuleren om met de inzet van technologie de transitie te maken naar slimme en duurzame steden. Het platform, opgericht in 2016, focust onder meer op applicaties voor ‘city science’ en de toepassing van IoT, ai, cognitive computing, dataprocessing en blockchain in steden.
Voor wat meer achtergrond. Deze initiatieven zijn onderdeel van het Agenda 21/Cop 2030 programma’s van de VN. Waarbij lobbyisten vrij spel hebben gekregen om onder het mom van ‘sustainable development’ u en ik over de raak te halen en flink te verdienen aan de ‘groene industrie’. Waarbij het groen eerder betrekking heeft op de kleur van de dollar dan dat het werkelijk duurzaam is.