In Brussel hield het EIT (European Institute of Innovation and Technology) Digital zijn jaarlijkse digitale conferentie. Het instituut organiseert er discussiepanels en stelt er in een exhibitieruimte ruim veertig snelgroeiende Europese startups en innovaties voor. En dat is nodig, zegt ceo Willem Jonker, want de concurrentie met Silicon Valley en China is moordend en Europa moet dringend een versnelling hoger schakelen om zijn rol op te eisen.
‘Het gaat met Europa eigenlijk niet zo geweldig goed qua digitale innovatie.’ De binnenkomer van Willem Jonker zet meteen de toon. ‘In de eerste plaats omdat de technologie zelf niet meer zo hartstochtelijk omarmd wordt als enkele jaren geleden. Wie voorloopt, botst op grenzen. De maatschappij is meer en meer achterdochtig geworden tegenover digitaal, denk alle de ongevallen met autonome voertuigen of alle heisa rond kunstmatige intelligentie-systemen die onze jobs afnemen. Of nog: alle schandalen rond cryptomunten.’
Toch blijft Jonker er hartstochtelijk voor pleiten om technologie en digitaal een prominentere rol te geven. Zodat Europa zijn rol kan opeisen tegenover China en Silicon Valley. Al zal dat niet van een leien dakje lopen. ‘In China en the Valley heerst een compleet andere mentaliteit dan hier’, zegt hij. ‘Hun credo is: the winner takes it all. Terwijl wij in Europa meer geloven in een inclusieve maatschappij, waar iedereen een plaatsje moet krijgen en waar individuele rechten gelden. Net daarom hebben wij bijvoorbeeld de GDPR.’
Honderd miljoen euro
Ook geld speelt uiteraard een rol. Het EIT Digital heeft een budget van zo’n honderd miljoen euro per jaar. ‘Dat klinkt veel’, zegt Jonker, ‘en dat is het natuurlijk ook, maar als ik zeg dat Samsung de komende drie jaar 160 miljard aan r&d gaat uitgeven, komt dat toch in een ander perspectief te staan. Het is een beetje David tegen Goliath. We moeten het daarom slim aanpakken. We doen al veel aan onderzoek en onderwijs in Europa, maar het is allemaal gefragmenteerd. Dat willen wij oplossen. We moeten meer connecties leggen en naar één groot ecosysteem streven. Samen kunnen we meer dan alleen. En je zal ook met compromissen moeten rekening houden en die kosten tijd en geld.’
Een andere uitdaging is het vinden én behouden van talent, zegt Jonker. Hoe trek je mensen aan en houd je ze in Europa? ‘Je moet een vertrouwd klimaat scheppen waarin talent zich kan ontwikkelen. Zonder mensen gaat het niet. En je moet ze natuurlijk toffe jobs geven, jobs waarin ze een verschil kunnen maken. Veel jonge mensen trekken nu naar Google omdat ze denken dat ze daar een impact kunnen hebben, maar dan komen ze in een kantoor met honderden andere bollebozen terecht en blijkt dat eigenlijk anderen de show runnen. Daar moeten we op inspelen.’
Last van de verandering
Nog even terugkomen op die maatschappelijk veranderingen die technologie tegenwoordig in een ander, negatief daglicht stellen. Er is protest tegen de werkomstandigheden van Uber, er is protest tegen Airbnb dat in sommige steden de hotelcapaciteit op enkele jaren verdrievoudigde, wat de nodige overlast meebracht. Hoe moeten we daar mee om gaan? ‘Heel veel mensen hebben het moeilijk om met veranderingen om te gaan’, zegt Jonker. ‘En de verandering gaat gigantisch snel tegenwoordig. De tijd dat je dertig jaar dezelfde job uitoefende, ligt lang achter ons. Je ziet die onrust ook in de politiek. De hypergeconnecteerde wereld heeft veel fragmentatie meegebracht.’
Er zijn heel veel botsende ideeën, zelfs nu al in Zweden, vervolgt de EIT Digital-ceo. ‘Toch moeten we technologie omarmen, want anders verdwijnt het op een gegeven moment. Maar je moet wel technologie bouwen die ‘Europese waarden’ heeft. Die user centric is en open is en transparant. Alleen…vaak blijkt dat we niet goed zijn in het vercommercialiseren daarvan. Vertrouwen met de consument opbouwen wordt heel belangrijk. Mensen moeten vertrouwen krijgen in websites zonder dat ze voortdurend vier of vijf keer moeten klikken om alle cookies te aanvaarden. Dat werkt niet. Overheden kunnen daar op ingrijpen door regulering en als het echt uit de hand loopt moet dat ook, maar ik weet niet of dat de beste aanpak is.’
Een van de manieren waarop de overheid dit in de hand probeert te houden is door belastingen. Zo overweegt Europa de invoering van een digitax op de winsten van grote bedrijven als Google, Facebook en AirBnB. ‘Klopt, en dat geld zou idealiter meteen in Europa moeten geherinvesteerd worden’, meent Jonker. ‘Of je kunt maatregelen verzinnen waarmee bedrijven hun eigen geld opnieuw aanwenden. Apple heeft 250 miljard op de bank staan die geïnvesteerd zouden kunnen worden. De overheid moet dat aanmoedigen. Of Apple moet het geld maar aan z’n aandeelhouders geven, dan kunnen die er misschien wel iets interessants mee doen. Je kunt daarnaast ook verder gaan, natuurlijk. Google en Facebook opbreken in kleinere bedrijven zou geen slecht idee zijn, want dat zijn nu absolute monopolisten.’
De Chinezen komen
Naast Silicon Valley en de V.S. komt de laatste jaren uiteraard ook China sterk opzetten op het technologisch toneel. Moeten we daarvoor oppassen? ‘China groeit als kool natuurlijk en bedrijven als Tencent en Alibaba zijn op korte tijd reuzen geworden. Maar het is meer dan China alleen, hoor. Zie ook Korea, Singapore en Japan. Binnen China zelf zijn er trouwens ook grote verschillen en verschillende ecosystemen. Shenzhen is niet hetzelfde als Beijing en Beijing is niet hetzelfde als Sjanghai. Indonesië mag je ook niet vergeten: een zeer goed gelegen land met een sterk groeiende economie. Daar verwacht ik ook nog een en ander van. Wat je ook niet mag vergeten: driekwart van de Chinezen heeft nog altijd slechte toegang tot kwalitatief onderwijs. Maar goed, als zelfs maar tien procent wél deugdelijk onderwijs krijgt, is dat nog steeds honderd miljoen mensen in één klap. Zij hebben de macht van het getal.’
Om af te sluiten: Europa is een lappendeken van bijna dertig talen, culturen, wetssystemen en achtergronden. Kunnen we zo wel mondiaal concurreren? ‘Er is inderdaad gigantisch veel verschil tussen Europese landen’, geeft Jonker toe. ‘Maar als je me vraagt: is er nou veel verschil tussen een startup in Finland en een in Italië? Dan zeg ik: neen, eigenlijk niet. Die entrepreneurial spirit is min of meer overal hetzelfde. Alleen moeten we zorgen dat we internationale mensen aantrekken en veel sneller globaal gaan denken. Ons netwerk is daar ook attent voor.’
Volgens Jonker moet Europa Silicon Valley niet gaan imiteren. ‘Daar ligt onze sterkte niet. We moeten onze eigen sterktes uitbouwen en delen met elkaar. Het is tegenintuïtief, maar door samen te werken raak je vaak veel verder dan op je eentje. Een bedrijf als Airbus is daar het beste voorbeeld van. Waar ik wel nog veel verschillen zie, is in de onderwijssystemen. Niet alleen verschillen die soms enorm tussen landen, veel studenten missen ook nog veel digitale training. Nog te veel Europese universiteiten slaan zich op de borst dat ze al honderden jaren bestaan, maar ondertussen verplichten ze de studenten wel om elke dag naar de campus te komen met pen en papier. Dat zou toch een stuk digitaler kunnen, denk ik dan.’
EIT Digital
Het EIT Digital is een Europees innovatie- en educatienetwerk dat bijna tweehonderd bedrijven, startups, universiteiten en onderzoekscentra verenigt. Het instituut heeft als doel om technologische innovatie te ondersteunen en ondernemerstalent aan te wakkeren, door opleidingen te geven, als accelerator te dienen en bedrijven algemeen te ondersteunen. Op die manier moet er Europese economische groei bewerkstelligd worden.
Het hoofdkwartier van het EIT Digital is in Brussel gevestigd, maar er zijn ook afdelingen in onder meer Berlijn, Eindhoven, Londen en Helsinki en een hub in Silicon Valley. De werking van het EIT Digital wordt jaarlijks met ongeveer honderd miljoen euro Europees geld gefinancierd.