Meer dan 90 procent van de Nederlandse industriële bedrijven staat positief tegenover de veranderingen die digitalisering, robotisering en automatisering brengen. Meer dan de helft (53 procent) verwacht dat het werk van karakter zal veranderen, maar dat de werkgelegenheid gelijk blijft.
Dat komt naar voren uit onderzoek onder tweehonderd bedrijven uit de Nederlandse industrie. Zij zijn ondervraagd voor de Dag van de Industrie die op 10 september 2018 voor de derde keer wordt georganiseerd.
Eén op de vijf ondervraagden denkt zelfs dat de werkgelegenheid door robots zal toenemen. Opvallend, want de algemene tendens is dat mensen verwachten dat de opkomst van robots tot banenverlies zal leiden.
Veder delen de ondervraagden dat ze de komende twee jaar ‘sterk’ of ‘een beetje’ gaan investeren in robotisering, digitalisering en automatisering.
De verspreiders van de enquête (zie kader) stellen dat Nederlandse industriële bedrijven wereldwijd een sterke positie hebben. De industrie verwacht deze positie uit te kunnen breiden door komende jaren met name te investeren in nieuwe producten en diensten (85 procent), nieuw personeel en opleidingen (65 procent) en energiebesparing (55 procent). Zo’n 60 procent ziet verduurzaming van producten en processen als een topprioriteit. Bij dat laatste gaat het om een breed scala aan ingrepen van verdere energiebesparing tot het realiseren van energiezuinige producten, hergebruik van grondstoffen en CO2-reductie.
Als meest belemmerende factoren voor groei worden genoemd: een tekort aan goed opgeleid personeel (80 procent) en de regelgeving in Nederland (65 procent). Met name de arbeidsmarktregelgeving wordt als knellend ervaren. Twee op de vijf ondernemers noemt verder het ontbreken van gelijk speelveld of oneerlijke concurrentie als een bedreiging.
Volgens de betrokkenen moet het Kabinet extra inzetten op onderwijs en innovatie. ‘Het industriebeleid van het kabinet krijgt een voldoende (55 procent) maar dit kan sterk worden verbeterd door veel meer prioriteit te geven aan onderwijs en innovatie, aldus de respondenten. Daarna volgen arbeidsmarkt en regeldruk als terreinen waar dus stappen moeten worden gezet.’
Industrie
De cijfers komen uit een gezamenlijk bericht en meegestuurde bijlage van FHI, FME, FNLI, Koninklijke Metaalunie, NRK, Uneto-VNI, Vereniging Innovatieve Geneesmiddelen, VNCI en VNO-NCW en MKB-Nederland.
Volgens hen is de industrie goed voor 12 procent van ons bbp (alleen de handel scoort hoger met 14 procent). ‘Tellen we hier toeleveranciers en afnemers bij op dan is de industrie gerelateerd aan zo’n 20 procent van ons bbp – het hoogst van alle sectoren. Met name de landbouw is sterk verweven met de industrie. Maar ook onze dienstensector (uitzenders, banken, adviseurs, et cetera).’ Volgens de partijen hebben zo’n twee miljoen mensen direct of indirect werk dankzij de industrie bestaat de in Nederland geproduceerde export voor 60 procent uit industriële goederen.
Aan de enquête voor de Dag van de Industrie deden volgens de betrokkenen meer dan tweehonderd ‘hoogwaardige’ industriële bedrijven mee.