De Nederlandse Spoorwegen (NS) gaat kleine kapotte treinonderdelen vervangen door 3D-prints. De organisatie werkt daarvoor samen met de Utrechtse 3D-printerleverancier Dimanex.
Het voordeel van 3D-printen is dat monteurs de vervangende onderdelen al binnen enkele dagen kunnen gebruiken. Het gaat dan zelfs om onderdelen die niet meer leverbaar zijn, die een lange levertijd hebben of die de NS alleen in grote aantallen kan bestellen. Door de snelle levering van de 3D-prints, zijn treinen sneller weer inzetbaar voor reizigers.
Dimanex
De NS doet het 3D-printen niet zelf, maar besteedt dit uit aan Dimanex in Utrecht. ‘Wij zijn een treinenbedrijf en geen printbedrijf’, vertelt een NS-woordvoerder aan Computable. ‘Door het uit te besteden hebben wij de beschikking over een groot aantal verschillende 3D-printers.’
Dimanex biedt zijn klanten de mogelijkheid om het ontwerp van een te printen onderdeel samen te stellen via een cloudtoepassing. Na controle wordt het onderdeel in 3D geprint bij een van de bij Dimanex aangesloten printbedrijven. Welk bedrijf wordt gekozen, is afhankelijk van het benodigde technologisch specialisme en de fysieke afstand tot de klant.
Samen met fabrikanten
Met de keuze voor 3D-printen maait de NS niet het gras weg voor de voeten van de oorspronkelijke fabrikanten van de treinonderdelen, aldus de woordvoerder. ‘Wij werken juist met hen samen om een geschikte oplossing te vinden. Samen zorgen we ervoor dat we onderdelen sneller kunnen vervangen.’
Op dit moment gaat het om twintig treinonderdelen, zoals stekkers en onderdelen voor de stuurtafel van de machinist. Aan het eind van 2018 is het assortiment uitgebreid naar vijftig. Waar het uiteindelijk naartoe gaat, is nog onduidelijk. ‘We zijn er net mee begonnen’, zegt de woordvoerder. ‘We staan aan de start van een ontwikkeling en willen er graag op inspringen. Het is lastig om in de toekomst te kijken.’
De NS heeft zijn monteurs uitgenodigd om suggesties te doen over te printen treinonderdelen. ‘We betrekken nadrukkelijk onze monteurs bij dit verhaal en vragen hun wat zij zouden willen printen.’