Openstack, een robuust en krachtig softwareplatform voor het bouwen en in gebruik nemen van een cloudinfrastructuur, is aan een serieuze opmars bezig. Zoveel wordt duidelijk in Vancouver, waar de zeventiende editie van de roemruchte Openstack Summit plaatsheeft.
Vancouver, Canada. Het decor van de Openstack Summit 2018 kan niet toepasselijker. Een opvallend kenmerk van de stad is de harmonie waarin de vele verschillende bevolkingsgroepen met elkaar samen aan een toekomst bouwen. Ook in de Openstack Foundation werken tal van verschillende nationaliteiten en organisaties eensgezind aan een gedeelde toekomst. Een toekomst gebaseerd op een open infrastructuur. Dat dan weer wel.
Even de achtergrond. De Openstack Foundation is verantwoordelijk voor de Openstack Summit, het rondreizende circus dat om het halfjaar neerstrijkt in een wereldstad om daar de inzet van het opensource-cloudplatform Openstack te promoten en de aanwezigen – onder wie veel leden van opensource communities zoals Kubernetes, Docker, OPNFV, Ansible, Ceph, ONAP, Open vSwitch en dus Openstack – op te roepen aan deze ontwikkeling bij te (blijven) dragen. Van 21 tot en met 24 mei viel die eer te beurt aan Vancouver, en dat zie en hoor je. De ‘show’ in het fraaie, aan het water gelegen Convention Center, die meer dan tweehonderd sessies en workshops telt, is er een zoals alleen Amerikanen, én dus ook Canadezen dat kunnen verzorgen. Groots, veel effecten, grote schermen, opstuwende muziek. En een vlekkeloze organisatie terwijl alles even awesome en cool is. Het maakt nu al nieuwsgierig om te zien wat de Duitsers daar eind 2018 tegenover stellen, als Berlijn als host optreedt van de volgende summit.
Op het podium van de perszaal in Vancouver licht Jonathan Bryce, executive director van de Openstack Foundation, in een speech het drieduizendkoppige publiek toe dat Openstack aan een gestage opmars is begonnen. Gesteund door Canonical, Intel en Red Hat, de hoofdsponsors van deze editie van de Openstack Summit, brengt Bryce in herinnering dat Openstack in 2010 ontstaan is uit een initiatief van NASA en Rackspace om de wereld kennis te laten maken met ‘infrastructurele automatisering’. Nu acht jaar later, vertelt Bryce, is Openstack bewezen en breed aangenomen. Niet alleen duikt het op in meer verschillende sectoren, van de detailhandel en medische wereld tot het bank- en verzekeringswezen, het bindt ook steeds meer grote organisaties aan zich – zoals daar sinds kort zijn: T-Mobile, American Airlines en zelfs onze eigen Rabobank (weliswaar in Australië, maar toch). Tegelijk stappen steeds meer ontwikkelaars en andere donateurs (contributors) wereldwijd naar voren om eraan bij te dragen.
Om een en ander te onderstrepen, klikt Bryce enkele cijfers op de drie demonstratieschermen in de zaal tevoorschijn: in 2017 95 procent meer implementaties dan in 2016 terwijl er in 2018 al meer dan tien miljoen computing cores op Openstack draaien. Vertaalt Bryce dat gegeven, dan komt hij uit bij ‘heel veel infrastructuur dat gebruik maakt van Openstack’. Nog een indrukwekkend getal uit zijn koker: in de komende twaalf maanden is wereldwijd 71 procent van de serviceproviders in productie met Openstack of van plan in productie te zijn. Dat percentage stijgt naar tachtig als je de respondenten meeneemt die de komende 24 maanden tot implementatie over willen gaan. Het doet Bryce zelfs spreken van een ‘massale penetratie van Openstack’. Onderzoeksbureau International Data Corporation (IDC) schat bovendien in dat dit jaar met Openstack zo’n 6,1 miljard dollar gemoeid zal zijn en dat de samengestelde jaarlijkse groei (de zogeheten CAGR) van 2016 tot 2021 toeneemt met gemiddeld bijna 10 procent.
Ruimtetelescoop
Dan maakt Mark Collier, chief operation officer van de Openstack Foundation, zijn opwachting op het toneel. Ook hij onderstreept dat Openstack de jeugdige onvolwassenheid voorbij is – en noemt ter illustratie dat Openstack aan de basis staat van het belangwekkend kankeronderzoekscentrum OICR (Ontario Institute for Cancer Research) en van een niet nader genoemde ruimtetelescoop. ‘Een grootse machine in aanbouw om dieper dan ooit in de ruimte te kijken. Allemaal mogelijk dankzij een open infrastructuur. In alle openheid problemen oplossen, werkt tenslotte het beste. Eén cloudprovider is niet genoeg om aan de behoefte te voldoen en één technologie ook niet. Veel beter is het om je te specialiseren, te doen wat je goed kan en voor het overige samen te werken.’
Collier is hier om uit te leggen waarom de adoptie van Openstack steeds breder gedragen wordt. Volgens hem explodeert de algemene vraag naar een door software aangestuurde infrastructuur. Daarbij wordt de multicloud aangedreven door de wat Collier noemt drie C’s: cost, compliance en capabilities. ‘Een belangrijke ontwikkeling die de cloud bovendien doormaakt, is dat het niet ‘plat’ blijft, maar diversifieert op diverse architecturen, zoals X86, AARM, GPU en FGPA.’ Conclusie: de cloud maakt een andere alteratie door dan we met z’n allen aanvankelijk dachten. Collier, die duidelijk niet voor het eerst voor een groot publiek staat, voegt eraan toe dat de meeste organisaties nog aan het begin van deze reis staan en hulp nodig hebben bij de transitie.
Hij vervolgt door erop te wijzen dat de sector nieuwe uitdagingen wacht – zoals de nieuwe vereisten die nieuwe workloads en architecturen met zich meebrengen en dat tal van opensource-projecten integratie vergen – en dat ‘onze gemeenschap daarop reageert’. Wat hierbij helpt, is dat de Openstack-software sterk is verbeterd en op een flexibelere manier inzetbaar is. Meer concreet, in 2017 stippelde The Foundation een strategie uit om de uitdagingen van de sector tegemoet te treden. De kern, aldus Collier, is dat Openstack geen op zichzelf staand platform is, maar een gemeenschap. ‘En die gemeenschap ontwikkelt opensource-software voor een open infrastructuur, beweegt zich voor veel verschillende toepassingen in publieke, private cloud- en edge-omgevingen, en deelt ervaringen om op die manier meer voor klanten te betekenen.’ Ja, natuurlijk, ook Collier doet vrolijk mee aan de goednieuwsshow, maar dat Openstack een serieus alternatief is en meer is dan de ooit gekscherend genoemde ‘open snack’, zoveel wordt in Vancouver wel duidelijk.
Ambassadeur
Ook aanwezig op de summit is Ruud Harmsen, oprichter van Fairbanks, het Nederlandse bedrijf dat rond 2010 de definitieve stap richting de opensource-technologie zette om vanuit daar klanten (beter) te helpen. ‘Geweldig om hier aanwezig te zijn. Ik probeer een keer per jaar naar de summit te gaan. Ik ontmoet hier nieuwe ceo’s van innovatieve bedrijven die software en expertise aanbrengen aan het Openstack-platform. Dat helpt ons weer in onze implementaties. Fairbanks wordt steeds meer een cloud broker, waarbij wij de klant helpen overstappen naar een digitaal businessmodel. Cloud, en specifiek Openstack, zijn hierin usp’s voor ons. Ik vind het belangrijk dat bedrijven zich focussen op een multi-cloudstrategie, met daarin ook een private cloud. Waarom? Ik voorspel dat bedrijven die alleen de publieke cloud adopteren op enig moment geen enkele adequate kennis meer in huis hebben. En als je dan een andere stap wilt maken of iets wil toevoegen, blijkt dat moeilijk geworden. De hybride cloud is alleen daarom al een goede strategie, en in combinatie met een Openstack-implementatie economisch gezien de beste.’
Inderdaad, in Harmsen ontmoeten we zo’n beetje dé Nederlandse ambassadeur van Openstack. ‘Toen wij als Fairbanks naar opensource gingen, vond ik dat we ook kritisch naar de cloud moesten kijken’, blikt Harmsen terug. ‘Dat is voor mij het moment geweest om de wereld over te reizen en met ontwikkelaars van Nebula, Eucalyptus, CloudStack in gesprek te treden, waaronder ook NASA en Rackspace. Die lieten mij zien wat de gedachte achter Openstack was. Toen zag ik ook veel tractie vanuit de vendoren zoals Dell, HP en Cisco die allemaal aanhaakten bij de Openstack-gedachte. Ik dacht: als ik dan een keuze moet maken, dan moet ik de keuze maken voor Openstack.’
Harmsen nam geen halve maatregelen en zocht op bestuursniveau de relatie op met Rackspace en stuurde een team van zijn engineers en consultants naar een kantoor van het bedrijf in Londen om meer te leren over Openstack. ‘Vanaf dat moment – het zal ergens in 2012 zijn geweest – zijn zij een week lang aan de slag gegaan met het opbouwen en afbreken van clouds gebaseerd op Openstack. Elke dag dat we met die consultants contact hadden, werden zij enthousiaster. En wij daardoor ook.’ Nee, hij heeft geen spijt van zijn beslissing. Openstack is zeer schaalbaar, kent geen beperkingen in omvang en is eenvoudig te implementeren, herhaalt hij nog maar eens de voordelen. En omdat je gebruik maakt van een open infrastructuur vallen de kosten doorgaans ook nog eens veertig procent lager uit in vergelijking met andere cloudoplossingen.
Harmsen vervolgt met de opmerking dat hij gelooft in een hybride-cloudoplossing. ‘Hier wordt nog eens bevestigd dat digitalisering hybride-cloudoplossingen vereist. Zowel publieke als private, zowel containers als virtuele machines en zowel open- als closed-source-oplossingen. Voor sommige van je workloads is VMware of Amazon het meest geschikt, voor andere een private Openstack of containercloud. Zeker om je verticale applicatie te transformeren naar een horizontale applicatie is een eigen cloudomgeving interessant. Als cloud broker helpen wij bedrijven in de Benelux met het samenstellen van hun optimale mix van cloud-oplossingen.’
Inwoners
In dit licht noemt Harmsen ons land een conservatief land. ‘Heel veel workloads in Nederland draaien nog in een traditionele omgeving. Nederland staat wat betreft Openstack nog aan het begin. Er zijn in ons land nog zoveel bedrijven die de stap naar clouddigitalisering nog niet hebben gezet. Dat komt omdat er in Nederland nog veel legacy bestaat. Als je naar Openstack kijkt, is bijvoorbeeld China niet tegen te houden. Waarom niet? Er is geen legacy. Als je daar een keuze gaat maken, kies je veel makkelijker voor nieuwe technologie. Nederland ervaart de wet van de remmende voorsprong.’ Maar zelfs traditioneel conservatieve bolwerken zoals banken en verzekeraars maken ook in Nederland inmiddels een digitale inhaalslag en omarmen Openstack, haast Harmsen zich te zeggen. ‘We kijken dan ook erg uit naar de summit in oktober, die in onze ‘achtertuin’ plaatsvindt. We hopen, nee, verwachten daar veel Nederlandse bezoekers.’
Openstack heeft potentie, die conclusie is na vier dagen Openstack Summit 2018 te trekken. Wat dat betreft is het platform als de stad die het event host: ook voor Vancouver wordt voorspeld dat het aantal inwoners een vlucht gaat nemen: nu 2,3 miljoen, in 2020 rond de 2,6 miljoen. En daar zal ook Nederland ongetwijfeld aan bijdragen. Immers, de stad aan de Straat van Georgia is vernoemd naar de Engelse kapitein George Vancouver, een nazaat uit het Nederlandse adellijke geslacht Van Coeverden.
(Deze bijdrage staat ook in ingekorte vorm in Computable Magazine, editie 05/2018.)
Openstack Summit
De volgende editie van de Openstack Summit staat gepland in november en speelt zich af in Berlijn, Duitsland.
De locaties van de vorige summits waren in: Austin/San Antonio (2010), Santa Clara/ Boston (2011), San Francisco/San Diego (2012), Portland/Hongkong (2013), Atlanta/Paris (2014), Vancouver/Tokyo (2015), Austin/Barcelona (2016) en Boston/Sydney (2017).