De gemeentelijke ict dreigt vast te lopen. Om de broodnodige modernisering uit te voeren willen gemeenten de regie terug op hun automatisering. Geen 'vendor lock-in' meer maar een gemeentelijke infrastructuur waarbij data zijn gescheiden van applicaties en gegevens bij hun bron blijven. Raymond Alexander, it-directeur bij de gemeente Den Bosch, is een van de initiatiefnemers van dit project: Common Ground.
De automatisering bij gemeenten piept en kraakt. Veel legacysystemen kunnen de snelgroeiende stroom aan digitale gegevens niet meer aan; ontsluiting van deze gegevens loopt via een complex systeem van koppelingen, waarvoor leveranciers hoge kosten in rekening brengen. Raymond Alexander, it-directeur bij de gemeente Den Bosch, spreekt in dit verband van silo-applicaties: toepassingen waarin de data en bedrijfsregels én de gebruikersinterface opgesloten zitten. Alexander: ‘Terwijl de hedendaagse informatiebehoefte juist vraagt om het verbinden van gegevens voor een optimale dienstverlening aan burgers en bedrijven. Die silo’s moeten we dus ontsluiten.’
Hij wijst er op dat bij een grote gemeente als Den Bosch enkele honderden van dit soort silo-applicaties draaien, afkomstig van een veelvoud aan leveranciers. De gewenste modernisering stagneert er door. Een onwenselijke situatie, zeker nu ict is opgeschoven naar het hart van de dienstverlening, net zoals dat in het bedrijfsleven gebeurt. ‘Tot een paar jaar terug beschouwden gemeenten automatisering als een facilitaire voorziening en zeker niet als kerntaak. Inmiddels is ook bij gemeentebestuurders en -secretarissen het besef doorgedrongen dat een flexibele, goeddraaiende ict-omgeving cruciaal is voor de dienstverlening. Ict is chefsache geworden.’
NLX-gateway
De afgelopen jaren zijn er weliswaar diverse pogingen ondernomen om iets te doen aan de gemeentelijke ict-spaghetti en de leveranciersafhankelijkheid (vendor lock-in), maar die haalden weinig uit of hadden beperkt lokaal succes. Om de patstelling te doorbreken namen twee gemeentelijke ict-koepelorganisaties het initiatief voor de beweging Common Ground: IMG (Informatiemanagement Groep voor 100.000+-gemeenten, waarvan Alexander voorzitter is) en de Viag, de ict-vereniging voor de overige gemeenten.
Doel is om de bestaande gemeentelijke informatievoorziening geleidelijk om te bouwen naar een nieuwe, moderne omgeving waar data makkelijker en beter zijn te ontsluiten. ‘Het wordt een ‘service-oriented architectuur’ waarbij we de data losmaken uit de silo’s en laten benaderen via services. Een api-gateway, die we in open source laten ontwikkelen, vormt de integratielaag. Die gateway – NLX geheten – is de verkeersagent die alle verzoeken om data te raadplegen, afhandelt.’
Eenmalig opslaan en meervoudig gebruik
Volgens Alexander neemt de gemeentelijke overheid op deze manier de regie terug over de eigen gegevens. ‘Die data laten we bij de bronnen, met als kern het stelsel van basisregistraties. In de huidige situatie worden veel data gekopieerd van silo naar silo met als gevolg veel redundantie. In de nieuwe situatie staan we dat niet meer toe: gegevens worden eenmalig vastgelegd in een basisregistratie; ze mogen alleen worden geraadpleegd en gebruikt waarvoor ze nodig zijn. Maar data uit de bron elders opslaan wordt in de visie van Common Ground verleden tijd.’
In die visie moet het bekende principe van ‘eenmalig opslaan en meervoudig gebruik’ werkelijkheid worden. Het gedoe dat een gemeente, wanneer bijvoorbeeld een burger verhuist of een ondernemer een nieuw pand betrekt, in allerlei systemen data moet aanpassen, is dan voorbij.
Bovendien is het sinds de invoering van de AVG verplicht om een verwerkingsregister aan te leggen om mutaties te kunnen aantonen. Om te voorkomen dat het een papieren tijger wordt, kiest Common Ground de insteek om elke gegevensbenadering te loggen. ‘Bij elke gegevensbenadering leggen we vast wie, met welke grondslag welk gegeven heeft opgevraagd. Dus daadwerkelijk vastleggen wat er gebeurt. Een stap verder is dat je de burger toegang geeft, zodat die zelf kan zien welke data worden opgevraagd.’
Fieldlab
Alexander beseft dat zo’n opzet robuustheid vergt en dat er veel tooling nodig is om de nieuwe it-infrastructuur aan te leggen. Maar het is niet de bedoeling om er een jarenlang bouwproject van te maken. ‘Die tijd hebben we niet’, zegt hij. ‘Inwoners en ondernemers moeten snel de vruchten kunnen plukken van deze ontwikkeling; we werken agile/scrum en organiseren regelmatig Fieldlabs waarin we in korte tijd samen een resultaat neerzetten. In het eerste Fieldlab van maart jongstleden is een ‘proof of concept’ opgeleverd dat de werking van het concept aantoont.’
Hij benadrukt dat deze modernisering stapsgewijs gaat, waarbij gemeenten in hun eigen tempo kunnen meedoen. In een competitie worden nog dit jaar twee relatief eenvoudige processen bij een klein aantal gemeenten in productie gebracht. Gemeenten onderzoeken of de Omgevingswet op de nieuwe manier kan worden ondersteund. ‘De visie van Common Ground is natuurlijk makkelijker toe te passen bij nieuwe systemen. Maar ik hoor nu al geluiden dat gemeenten bepaalde applicaties in beeld hebben die ze op deze leest willen schoeien. Of dat ze Common Ground willen toepassen bij bepaalde vraagstukken, zoals de schuldhulpverlening. Bij initiatieven om inwoners te helpen, komt automatisering kijken. De gemeente Utrecht was bijvoorbeeld al enthousiast deelnemer in de Fieldlab van maart om een applicatie voor inwoners met schulden op basis van deze visie te ontwikkelen. Dat bleek kansrijk.’
Rol leveranciers
Voor leveranciers kan Common Ground bedreigend overkomen; zeker die partijen die een grote installed base hebben bij de lokale overheid. Alexander hecht er belang aan te onderstrepen dat leveranciers niet als vijand worden gezien maar juist een belangrijke rol wordt toegedicht. ‘Zij hebben de broodnodige jarenlange kennis en ervaring die onmisbaar zijn bij deze transformatie. Gemeenten willen weliswaar de regie terugnemen op hun informatievoorziening maar zij zullen zelf niet gaan automatiseren. We willen de markt laten doen waar de markt goed in is.’
Common Ground schept in zijn ogen ook kansen voor nieuwe toepassingen op basis van de losgemaakte data én voor toetreders op de lokale overheidsmarkt. Leveranciers zullen hun systemen wel moeten laten aansluiten op NLX op basis van nieuwe gemeentelijke standaarden. Én in toekomstige aanbestedingen zal Common Ground worden meegenomen als uitgangspositie.
Intensievere samenwerking
Common Ground organiseert voor leveranciers informatiebijeenkomsten alsook hackathons waarbij hun ontwikkelaars worden uitgedaagd om in een paar dagen in sprints toepassingen met een toegevoegde waarde te bouwen die aansluiten op de NLX-gateway (de proof of concept). ‘Uiteindelijk willen we naar een handboek Common Ground toe. Ik heb daar de manier voor ogen waarop Apple zijn api-ontwikkelkit wereldwijd ter beschikking heeft gesteld. Daarmee kan elke appbouwer iets toevoegen aan het ecosysteem van Apple. Maar het is wel streng gereguleerd op voorwaarden van Apple, waardoor de kwaliteitsstandaarden hoog gehouden kunnen worden.’
Alexander erkent wel dat de houding van sommige leveranciers om gemeenten steeds hogere tarieven op te leggen de ideeën over gemeentelijke samenwerking in een stroomversnelling heeft gebracht. Al is het besef, dat gemeenten samen intensiever moeten optrekken op informatiseringsgebied, eigenlijk ontstaan door de Diginotar-affaire uit 2011. Dat schandaal bracht de kwetsbaarheid van de overheid, en dus ook gemeenten, aan het licht. ‘We hebben er lessen uit getrokken. Het heeft ons bijvoorbeeld de oprichting van de gemeentelijke Informatiebeveiligingdienst – IBD – gebracht.’
En volgens Alexander ligt hier ook de oorsprong van het programma ‘Samen organiseren’ dat sinds 2017 een vogelvlucht heeft genomen. Gemeenten namen hier zelf het initiatief toe. Common Ground is één van de speerpunten van deze nieuwe wind.
Inspiratie uit Estland
De Common Ground-beweging heeft Estland als lichtend voorbeeld van hoe de gemeentelijke informatiehuishouding moet worden ingericht. Daar werkt de overheid al met een soortgelijke gateway, X-road. ‘Zeer succesvol en inmiddels voor deze kleine EU-lidstaat een exportproduct van formaat. Wij zijn er zo door geïnspireerd dat de X in NLX er naar verwijst. Estland heeft er ook de gelegenheid voor gehad: weinig legacy, klein land, beperkt aantal spelers. Nederland kent helaas geen greenfield maar een versnipperd, complex it-landschap. Daar zijn we ons van bewust.’
Idealiter werken gemeenten over een tijdje met dezelfde uniforme processen waardoor toepassingen maar eenmalig hoeven te worden ontwikkeld. Daarbij vallen wel lokale accenten te zetten. Een havenstad als Rotterdam of een studentenstad als Utrecht heeft bijvoorbeeld een andere dynamiek dan een Waddeneiland of plattelandsgemeente. Maar, waarschuwt Alexander, ‘ons streven is niet om alle processen uniform te krijgen. Dat zou mooi zijn, maar in de huidige situatie complex. Daar zijn eerder al samenwerkingsprojecten op vastgelopen. We leren met Common Ground van het verleden. Onze eerste prioriteit is het realiseren van een nieuw fundament voor de gemeentelijke informatievoorziening.’
(Deze bijdrage is afkomstig uit Computable Magazine, editie 05/2018.)
Overheid 360°
Raymond Alexander is een van de sprekers op Overheid 360° en zal hier ingaan op de Common Ground-beweging. Overheid 360° is het jaarlijkse congres over informatiemanagement binnen de overheid en zet de komende editie vol in op digitale transformatie. Op woensdag 10 oktober 2018 kunnen bezoekers op het congres in de Jaarbeurs in Utrecht achterhalen wat dit begrip nu precies inhoudt en waar de kansen en risico’s voor overheden liggen. Aanmelden kan via de website overheid360.nl.
Bio
Raymond Alexander is zijn loopbaan in de ict begin jaren ’90 begonnen bij de Rabobank. Hij volgde daar ook een ‘in huis’ informatica-opleiding, gegeven door Ises. Alexander studeerde af op DSDM: een voorloper van de agile/scrum-werkwijze. Een aantal jaren later stapte hij over naar adviesbureau Ernst & Young, waar hij zich onder meer bezighield met it-vraagstukken bij het bedrijfsleven en de overheid. In 1999 ging hij bij de gemeente ’s Hertogenbosch aan de slag; de laatste jaren in de rol als chief information officer (cio).
Een overheidsinstelling die zelf open source gaat bouwen? Dat ik dat nog mag meemaken zeg.
Gemeenten die de regie terug willen op hun automatisering.
Je vraagt je af wie nu dan de regie heeft.
Ineens het besef dat ict geen bijzaak is, in een organisatie die hoofdzakelijk gegevens verwerkt.
In agile sprints op weg naar GBA-V2/BRP2 😛
Wat zou de strategie in 2020 zijn ? Alles in de blockchain ?
Lekker hobbyen met IT bij de overheid. Probeer eens een BRP in elkaar te schroeven!
Geweldig initiatief. Een dergelijke digitale gateway (al is gateway misschien niet het beste woord, aangezien al het dataverkeer decentraal gaat, en niet door een centraal punt), is precies wat er nodig is om de IT infrastructuur van Nederland zo in te richten dat al dat heen en weer kopiëren van data, en de bijbehorende spaghetti-architecturen, tot het verleden kan behoren.
De (decentrale) overheid zou (bijna) al haar software open source moeten ontwikkelen (gemeenten in samenwerking met andere gemeenten).
De NLX code staat op Gitlab. Disclaimer: dit is nog geen final product. We werken momenteel aan devtools, CI/CD en infra/operations. Denk aan kubernetes, helm, skaffold. Als dat draait kan er sneller en efficienter gewerkt worden aan de NLX featureset. Ook kunnen we dan gemakkelijker nieuwe releases pushen naar alle deelnemers op het test ‘netwerk’. Up to date blijven? Check zo nu en dan het issue board. https://gitlab.com/commonground/nlx/
Heel goed initiatief. Er is ook een mooi compact “vijflagenmodel” waarin de scheiding tussen applicatie (laag 4 en 5) en API (laag 2) heel duidelijk is. Wel een paar aandachtspunten:
– Open Source is nog niet gelijk herbruikbare software. De gemaakte keuzen voor programmeertaal, informatiemodel, database, semantiek, autorisatie, passende functionaliteit, in beheer name, I-beleid en budget zijn heel bepalend of een gemeente de applicatie kan en wil hergebruiken.
– Het accent ligt heel sterk op de dienstverlening van de overheid (burger als klant) of de rol van ketenpartner (burger als client) en nog beperkt op toepassingen voor participatie (burger/bedrijf/maatschappij als partner).
– Common Ground en de +1gemeente zijn alleen mogelijk bij goede standaardisatie en dat kost tijd of snelle consensus.
Er zijn al gemeenten, die OpenSource hebben gemaakt en/of hebben laten maken.
Er zijn ook gemeenten, die zoveel mogelijke met OpenSource willen werken en deze hebben laten aanpassen, of aangepast hebben naar hun behoeften.
Er wordt echter veelvuldig door overheden (bewust ?) tegengewerkt.
Wanneer je software laat ontwikkelen, dan ben je alleen een gebruiker, de copyrights liggen bij de maker van de software, terwijl het met publiek geld gemaakt is.
Nu worden velen wakker en stellen in de contracten, dat ze ook eigenaar van de software moeten zijn, waardoor het (bijna) automatisch OpenSource wordt (een overheid kent standaard geen copyrights, omdat het met publieke middelen gemaakt is).
Het gaat de goede kant op, maar het zal nog lang duren voordat iedereen wakker is en de vendor-lock-in niet meer bestaat……..
De 380 gemeenten hebben vrijwel identieke gemeentelijke basisprocessen maar kennen daarvoor geen ‘common ground’ tariefstructuur. Een uittreksel BRP kost in ’s Hertogenbosch €10 en in Dantumadeel €6 wat een niet uit te leggen verschil van 40% in de leges is.
In het land van de aan- en uitbestedingen is éénoog koning want het nemen van een ander land als voorbeeld is de gebruikelijke politieke stip aan de horizon van lobbyisten. Lokale accenten zijn politieke keuzen waardoor goedbedoelde plannen vaak verzanden in een wirwar van publiek-private stichtingen en verenigingen die kostenopdrijvend werken omdat ze statutair andere doelen hebben dan het zittende college. Want de vraag over wie de regie bij gemeentelijk IT heeft werd door de Onderzoeksraad voor de Veiligheid naar aanleiding van het Diginotarincident beantwoordt.
Service Oriented Architecture; een term die je niet meer zo vaak hoort. Tenzij hij natuurlijk “micro-services” bedoelt. Maar waar ik vooral aan moet denken bij dit verhaal is een gigantische Oracle database vol met ontestbare en moeilijk aanpasbare PL/SQL routines die de data moet bewaken en haaks staat op principes als agile architecture, CI/CD en het ontkoppelen van data. Ik vermoed dat deze Raymond nog graag in ERDs denkt…
Zolang soa wordt opgevat als een ontkoppeling van data gaat het niet werken en krijg je verdere ontsporingen zoals aangeduid met microservices. In een onlangs verschenen whitepaper staat het heel helder:
“There are three prominent application architectures today, based on the relationships between the
services: monoliths (tightly coupled), microservices (decoupled), and (though falling out of favor)
service-oriented architectures (loosely coupled). “
Ontkoppeling, juist opgevat, leidt dus niet tot een scheiding van programma en data (en daarmee dus een bestendiging van het procesdenken), maar tot zwak gekoppelde bedrijfsobjecten en applicaties, zie bijvoorbeeld: https://en.wikipedia.org/wiki/Loose_coupling.
Zie verder mijn reactie op
https://www.computable.nl/artikel/nieuws/overheid/6177170/250449/overheid-moet-zich-niet-voordoen-als-ict-bedrijf.html
om niet nog verder in herhaling te vervallen.