De inzet van onderwijstechnologie (edtech), zoals assessments, game-gebaseerd leren en samenwerkingstools voor leerlingen, beïnvloedt studie- en onderwijsresultaten positief. Echter loopt Nederland achter met de inzet van technologie. Dat blijkt uit onderzoek van Smart Technologies onder bijna vijfhonderd leidinggevenden in het onderwijs uit tien landen.
Het onderzoek toont aan dat bekwaamheden zoals strategische planning, evaluatie van de technologie en de implementatie ervan en visie vanuit het schoolbestuur een grote impact hebben op de schoolresultaten.
Gemiddeld scoren scholen hun benutting van Edtech-mogelijkheden op 63,03 (op een schaal van 100). Nederland staat met een score van 59,9 onderaan de lijst. Koplopers zijn de Verenigde staten (67,57) en China (67,52). Canada, het VK (Engeland, Noord-Ierland, Schotland en Wales), Spanje en Duitsland scoren rond het gemiddelde.
Voordelen
19 procent van de respondenten met hogere onderwijsresultaten scoort beter op het hebben van een gedetailleerde visie en plannen voor het gebruik van technologie, betrekken onderwijzers en studenten in die plannen én evalueren regelmatig de effectiviteit van de inzet van technologie. De gebruikte technologie was bij deze scholen opvallend vaak gericht op assessments, game-gebaseerd leren en samenwerking tussen leerlingen. De scholen met hogere scores leggen meer nadruk op progressieve, studentgerichte middelen.
Onderzoek
Voor het onderzoek werden 481 onderwijsleiders uit tien landen (Nederland, Canada, China, Duitsland, Engeland, Noord-Ierland, Schotland, Spanje, de VS en Wales) ondervraagd over de inzet van onderwijstechnologie. Dat werd gemeten op basis van 22 bekwaamheden, opgesplitst in vier categorieën: strategische technologieplanning, integratie van technologie in les geven en krijgen, professionele ontwikkeling en technologische infrastructuur en beheer.