Raymond Knops, staatssecretaris van BZK, stuurt de Tweede Kamer in 2020 de visie van het kabinet op het toekomstige model van de Basisregistratie Personen (BRP). Op basis van deze visie moet dan in datzelfde jaar een ontwikkelagenda worden vastgesteld voor het bouwen van een nieuwe BRP. Voor het bepalen van deze visie gaat de bewindsman de komende anderhalf jaar in overleg met de VNG, gemeenten en andere gebruikers om te bepalen wat voor soort BRP-stelsel er moet komen.
In juli 2017 is de operatie BRP gestopt waardoor de vernieuwing van de gemeentelijke basisregistratie – een cruciaal systeem voor de publieke dienstverlening – opnieuw in een impasse is gekomen. Om die te doorbreken heeft staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) namens het kabinet een brief gestuurd over de aanpak van de toekomst van het BRP-stelsel.
Zoals de bewindsman al eerder een aantal keren heeft aangekondigd staat hierbij samenwerking met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), gemeenten en andere gebruikers centraal. Tot in het voorjaar van 2019 staan gesprekken met deze belanghebbenden op het programma. Het resultaat van die gesprekken vormt het uitgangspunt voor het ontwikkelen van verschillende toekomstscenario’s voor de vastlegging en het gebruik van actuele en betrouwbare persoonsgegevens.
In de tweede helft van 2019 bespreekt Knops deze scenario’s met de betrokken partijen waarin ook de financiële consequenties en aansturing worden meegenomen. Uiteindelijk moet dit leiden tot een toekomstige model van een nieuwe persoonsregistratie en een daarbij horende kabinetsvisie. Die wordt dan in 2020 met de Tweede Kamer besproken, wat in datzelfde jaar weer moet resulteren in een ontwikkelagenda voor de daadwerkelijke bouw van een nieuwe BRP.
Gewaarborgd
De staatsecretaris meldt in de Kamerbrief dat de werking van het huidige technische systeem (de ‘oude’ GBA: Gemeentelijke Basisadministratie) de komende vijf tot zeven jaren is gewaarborgd. Dat biedt hem de gelegenheid om over de fundamenten van de bevolkingsadministratie na te denken, voordat hij besluiten neemt over technische vernieuwingen. ‘Ik sluit niet uit dat er in de toekomst fundamentele wijzigingen nodig zullen zijn in het identiteitsstelsel. Ik ga dan ook kijken naar het BRP-stelsel in zijn geheel en zijn plek in het identiteitsstelsel, en dus niet alleen naar de te ontwikkelen techniek voor het registreren en verstrekken van persoonsgegevens’, zo schrijft Knops.
Voordat er gebouwd kan worden moet er eerst politiek-bestuurlijke en beleidsmatige duidelijkheid zijn, vindt hij. De komende anderhalf jaar gaat hij hiervoor dus in gesprek met zijn genoemde BRP-partners. De te bepalen visie moet daarbij in samenhang zijn met de visie op de digitale overheid en overheidsdienstverlening die in de agenda Digitale Overheid (NL Digibeter).
Als wettelijk adviesorgaan voor de BRP bestaat er het zogeheten Gebruikersoverleg: dat is het gremium om over de governance en de toekomstvisie te overleggen. Een thema is bijvoorbeeld de omvang van de gegevensset die in de registratie worden opgenomen. Welke gegevens zijn nodig om de dienstverlening van overheidsorganisaties in de digitale samenleving goed en efficiënt te laten plaatsvinden? Een ander thema draait om de verantwoordelijkheidsverdeling in het stelsel. Is het vanuit een oogpunt van complexiteitsreductie en kwaliteitsverbetering zinvol om de huidige verdeling van verantwoordelijkheden tussen Rijk, gemeenten en afnemers te wijzigen?
Aandachtspunten
Staatssecretaris Knops heeft al een aantal gesprekken gevoerd met belanghebbenden. In de Kamerbrief ‘Aanpak toekomst BRP-stelsel’ geeft hij weer wat voor aandachtspunten die gesprekken inmiddels hebben opgeleverd en die hij meeneemt in de verdere inventarisatie. Een greep:
– in de BRP zouden mogelijkheden moeten komen voor de registratie van het verblijfsadres van arbeidsmigranten en verbeteringen in de registratie van verblijfstitels en gegevens van niet-ingezetenen.
– In het regeerakkoord staan punten die van invloed zijn op de vormgeving van de BRP, zoals het beperken van onnodige geslachtsregistratie, de versleutelde opslag van persoonsgegevens in basisadministraties, het registreren van e-mailadressen en het vergroten van de dienstverlening aan de burger door meer regie op eigen persoonsgegevens (zoals de verstrekking van persoonsgegevens aan de Stichting Interkerkelijke Ledenadministratie – Sila). Eind dit jaar informeert Knops de Kamer of het huidige BRP-systeem kan worden aangepast op deze punten.
– Het programma Landelijke Aanpak Adreskwaliteit wordt ondergebracht bij de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens.
– Vanwege de samenhang met het stelsel van basisregistraties en de Generieke digitale infrastructuur (GDI) vinden besluiten over de BRP plaats binnen het Overheidsbrede Beleidsoverleg Digitale Overheid (OBDO).
– uitgangspunt voor een nieuw BRP is periodiek stapsgewijze doorontwikkeling van het ict-systeem. Het gaat hierbij om inrichtingsprincipes zoals: werk vanuit het bestaande, ontwikkel in kleine stappen, met tussentijds duidelijk herkenbare resultaten en maak gebruik van gerede partijen.