Het was een serieus bericht. Het was niet eens satire. Het stond er echt: ‘De nieuwe iPhone komt nu ook beschikbaar in de kleuren blauw, rood en oranje’. Op zo’n moment denk ik, het nieuws is op. Er is even niks gebeurd. Ik dacht ook direct, de nieuwe ontwikkelingen bij Apple zijn ook op. De iPhone is af. Ze zijn uitontwikkeld.
Hoe zag die brainstormsessie met de productmanagers eruit? Moet de nieuwe iPhone nog sneller? Meer geheugen? Nieuwe apps? Inloggen met je elleboog? Wat dachten jullie van nieuwe kleuren? Hebben ze ook gediscussieerd over welke kleur? Heeft er ook iemand boos geroepen: ‘Nee, niet roze. We verkopen verdorie toch geen Hello Kitty-telefoons!’.
Voordelen bedenken
Daarna is de marketeer op pad gestuurd om zo veel mogelijk voordelen te bedenken om zo de nieuwe kleuren aan de man te brengen. ‘Je wordt er vrolijk van.’ ‘Als je hem kwijt bent, vind je hem sneller terug.’ ‘Iedereen uit het gezin kan zijn eigen kleur krijgen.’ Tenzij je natuurlijk uit Putten komt, want zo veel kleuren hebben we ook weer niet.
Je hebt er ook niks aan dat je telefoon een mooie kleur heeft gekregen. Je puberdochter laat haar iPhone gemiddeld drie keer per week vallen, dus er moet alsnog een lelijk beschermhoesje omheen. Misschien moeten ze dat eens gaan ontwikkelen; een iPhone die je drie keer per week kan laten vallen zonder barst in je scherm. De iPuber.
Rode auto
Het mooie ook aan het bericht is dat we dit weten via Ming-chi Kuo. Dit is een analist die bekendstaat om zijn nauwe banden met de productietak van Apple. Dan ben je dus ook als analist door je analyses heen. Het is alsof je aan mijn vrouw vraagt in wat voor auto ze rijdt. Een rode.
Waarom wordt er niet gewoon eens gezegd: ‘Er is geen nieuws’. Gebruik je oude toestel nog maar een tijdje. Hij doet ’t nog steeds. Ik zou wel een nieuw hoesje kopen.