Dat ict-projecten bij de rijksoverheid duurder uitvallen, wil volgens minister Ferdinand Grapperhaus van Justitie & Veiligheid niet zeggen dat ze mislukt zijn. Sterker nog, volgens de bewindsman blijven de overschrijdingen binnen acceptabele marges. Dit zei Grapperhaus, die optrad namens de voor de Rijks-ict verantwoordelijke afwezige staatssecretaris Raymond Knops van BZK, tijdens een mondeling vragenuurtje in de Tweede Kamer.
Naar aanleiding van de berichtgeving van het Financieele Dagblad dat de 125 grootste ict-projecten bij het Rijk gemiddeld genomen een derde langer duren én een derde duurder uitvallen (naar schatting in totaal één miljard euro) stuurde Tweede Kamerlid (CDA) Harry van der Molen hierover Kamervragen naar staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).
Die vragen werden gistermiddag mondeling beantwoord tijdens een vragenuur in de Tweede Kamer. De BZK-bewindsman, die hierbij niet aanwezig kon zijn, werd vervangen door Kabinets-collega Grapperhaus. Van der Molen pleitte daarbij voor een automatische stop bij kostenoverschrijdingen.
Volgens minister Grapperhaus betekent het duurder uitvallen van projecten echter niet dat zij mislukt zijn. ‘Ze kunnen bijvoorbeeld tussentijds zijn aangepast op basis van nieuwe inzichten’, betoogde hij tijdens het vragenuur. Hij beweerde ook dat de overschrijdingen binnen acceptabele marges blijven.
CDA-Kamerlid Van der Molen wilde verder weten waarom de Kamer nog geen samenhangende rapportage over alle ict-projecten bij de overheid heeft ontvangen. Grapperhaus zei in een reactie hierop dat hij deze wens zal overbrengen aan staatssecretaris Knops.
Ik vind dit heel bijzonder. Als ik dit gechargeerd beschrijf kun je dus een aanbesteding in de markt zetten voor het equivalent van een fiat panda en gaande het project de specificaties aanpassen om uit te komen op een ferrari en dan nog steeds een acceptabel project hebben. Volgens mij betekent dat vooral dat je tijdens de aanbesteding niet goed nagedacht hebt over de scope en requirements, en weet zo ongeveer iedereen in de business dat gaandeweg een project de specificaties aanpassen behoorlijk kostbaar is. Het past naadloos in het plaatje van gebrekkig opdrachtgeverschap weinig regie (kunnen) voeren en (te) weinig verstand hebben van de materie.
Hier wordt eigenlijk gezegd wat iedereen allang weet. Zolang de burger betaalt mag je als landsbestuurder totaal ongeschikt zijn voor je taak en toch nog gepromoveerd worden. En de ict-branche lacht zich een breuk, want die verdient er goud aan.
Het gegeven van “voortschrijdend inzicht” en “acceptabele” kostenoverschrijdingen, is sinds jaar en dag de nog immer heersende mentaliteit binnen overheidsland. De belangrijkste oorzaken zijn (deels door Robert D al aangestipt): geen/nauwelijks inhoudelijke (materie/proces) kennis, falende regievoering, de “politieke gevoelige omgeving”, de “waan van alle dag”, gebrekkige communicatie én dienstenleveranciers die dat (factuurtechnisch) ook vaak niet onbenut laten. Want qua financiële middelen geldt in overheidsland toch vooral: het is “maar” belastinggeld waar theoretisch zelden te weinig van is (en altijd meer van gevonden kan worden). Als begrote budgetten leeg raken is er altijd wel een andere pot gevonden en menige instantie heeft her en der “reservepotten” (want of nooit besteedt of gererveerd voor “het geval dat”). Falende overheidsprojecten zijn zeer zeker niets nieuws en van alle tijden: hoe groter het project (of de geraamde kosten) hoe groter de kans op (forse) kostenoverschrijdingen/oplever vertragingen of tegenslagen). Dat de MinJust (namens de StaS BZK) verklaart dat “de projecten niet persé mislukt zijn” en (vrij vertaald) “de kostenoverschrijding nog wel meevalt (want binnen acceptabele marges)”, geeft wel dat de rekenschap richting belastingbetaler zo belangrijk (eigenlijk) niet meer is. Overigens verwacht ik zelf dat het samenhangende rapport over alle ict-projecten, nog veel meer aan het licht zal brengen. Misschien dat eea tot aanvullende Kamer vragen (en misschien zelfs een debatje) zal leiden, maar grosso modo blijft (uiteindelijk) alles zoals het was.
Het ene kabinet komt en het andere gaat, de constante factor in de afgelopen 20 jaar, of misschien zelfs langer, zijn falende it-projecten bij de overheid. De politie, de belastingdienst, de SVB….eigenlijk heeft ieder department wel een of meerdere darken van projecten opgeleverd. Als je binnen de overheid rondloopt zie dat de it nauwelijks enige innovatie heeft gehad. Alles werkt nog zoals 10 jaar geleden en ook met technologie van 10 jaar geleden. Dit komt onder door het beleid om 1-op-1 te vervangen of 1-op-1 uit te besteden. De hoeveelheid papier binnen de overheid is nog immens en er zijn ook nog steeds hele volksstammen die alles uitprinten of nog erger laten uitprinten.
De overheid moet net als andere weldenkende organisatie stoppen met projecten maar toe naar de adoptie van nieuwe technologie, waarbij de infrastructuur uit de muur komt, of de cloud zoals dat wordt genoemd, en software op basis van feedback en increments wordt ontwikkeld, met CI/CD, dan mislukken projecten niet meer, je bent hooguit een paar increments armer.
Laatst zag ik de 7e increment van een project over de omgevingsvergunning uitgezet over een wand van 6 meter breed en 3 meter hoog. Kansloos dat dit gaat werken, juist het zetten van kleine stapjes, het verwerken van feedback en toepassen van nieuwe technologie kan ervoor zorgen dat de overheid digitaliseert. Want ook dat merk je…eerst was het 2014 overheid digitaal, toen 2018 en nu…ik zal eens kijken, maar 2022 ligt op de loer. Kijk maar eens hoeveel blauwe enveloppen je nog krijgt per maand….daar zouden ze toch mee stoppen? Ambities hoog, kennis en kunde laag.
En dan de grappenmaker bij J&V, acceptabel dat iets wat langer duurt en iets meer kost. Het kost de samenleving 1 miljard extra werd bekend….en het levert helemaal niets op, als burger merk je er helemaal niets van!
Wat zijn die marges dan precies?
Denk dat vooral de ict-uitvoerders van deze projecten dat maar al te graag willen weten.
@Jan
Ik denk dat we het probleem niet los kunnen zien van twee andere problemen.
In de eerste plaats is er de wens van de Tweede Kamer en de regering om complexe wetgeving tegen een deadline in te voeren zonder duidelijk inzicht wat de invoering van die wetgeving behelst aan organisatorische verandering en de weerslag daarvan in de onderliggende ict-systemen.
Ik denk dat bijvoorbeeld Kamerleden geen idee hebben van de complexiteit van overheidssystemen. Een versimpeling is vaak niet goed mogelijk, er wordt door een organisatie als DUO ruim 30 jaar aan wetgeving uitgevoerd. (Belastingdienst waarschijnlijk nog meer).
Als je dan een simplistische rekensom maakt, zeg jaarlijks 12 ministeries x 6 wetten = 72 wijzigingen, zeg 10 simpel, 30 medium en 22 complex. Allemaal in te voeren per 01/01 van het volgende jaar. Nagenoeg iedere wet heeft wel een belastingcomponent, een registrerende component en een informatievragende en leverende component. Daar komt nog “normaal” onderhoud bovenop.
Daarnaast vermoed ik dat er een geloof leeft dat met technologie organisatorische problemen op te lossen zijn. Neem de rechtspraak als cases – onlangs stonden er enkele berichten in de krant dat de rechtspraak het digitale ambitieniveau fors moest terugschroeven omdat “de noodzakelijke organisatorische wijzigingen niet doorgevoerd konden worden”. Dat is geen ict-probleem, dat is een probleem in verandermanagement, cultuur zo je wilt.
Acceptabel is onder of binnen het begrotingsbudget. Wanneer dit acceptabel begrip rekbaar is, is de controle en beheersbaarheid verdwenen. In het bedrijfsleven gaat het extra te besteden budget ten koste van andere projectonderdelen die bijvoorbeeld worden uitgesteld of door voortschrijdend inzicht niet meer nodig zijn. Een mooi voorbeeld is de gaswinning in Groningen. Wiebes geeft aan dat het aantal te herstellen huizen niet meer zo hoog is omdat het risico nu aanzienlijk minder is. Het geld wat hiermee vrijkomt kan weer aan een ander onderdeel van het project worden besteed. Wanneer men echter beschikt over een schijnbaar onuitputtelijke financiële bron, hoef je hier geen rekening mee te houden, en wordt er niet meer serieus gecontroleerd.
De schrijvers van de diverse reactie hebben het gelijk (helaas) volledig aan hun kant. De reactie van Grapperhaus is niet alleen dom maar vooral onverstandig. Dom omdat van acceptabele marges, zo die al bestaan, bij de door het FD onderzochte projecten eenvoudig geen sprake kan zijn. Onverstandig omdat hij met zijn uitspraken de indruk wekt dat het de overheid 4 jaar na Elias nog altijd volkomen onverschillig laat dat er met haar ICT-projecten zoveel mis gaat. Maar misschien is dat ook wel zo. Het BIT zit nog altijd op de verkeerde plek en het Rijks-ICT dashboard, bedoeld om geïnteresseerden inzicht in het verloop van IT projecten van de overheid te geven blijft een lachertje alle eerdere toezeggingen aan de Kamer om daar wat serieuzer mee om te gaan ten spijt. Het rechtspraak IT-project KEI, waarvan de kosten tot het moment waarop zelfs tot de opdrachtgever doordrong dat het geen succes meer zou gaan worden waren opgelopen van 79 (bijgestelde begroting 2016) tot ruim 200 miljoen, stond begin dit jaar op het dashboard nog evenzo vrolijk begroot voor 79 miljoen. Trouwens wat heeft zo’n dashboard überhaupt voor zin als tussentijdse bijstellingen een nieuwe, kennelijk acceptabele, werkelijkheid creeren ? En inderdaad, zoals Nico Franken schrijft, de ICT-branche lacht zich nog altijd een breuk. Mijn opmerking tegenover de Commissie Elias dat niet alle mislukte ICT projecten van de overheid ook mislukte projecten voor het bedrijfsleven waren geweest, kwam ook niet helemaal uit de lucht vallen….