Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) stelt 133 miljoen euro beschikbaar voor het versterken van de ict in de huisartspraktijk, de digitale uitwisseling met patiënten en de uitvoering van de nationale onderzoeksagenda huisartsengeneeskunde. Het budget komt bovenop een bedrag van 471 miljoen euro dat de komende vier jaar beschikbaar wordt gesteld voor het versterken van de huisartsenzorg. Minister Bruno Bruins van Medische Zorg en Sport en partijen uit de huisartszorg hebben hierover een onderhandelingsakkoord bereikt.
Met de investering van 471 mijoen euro wordt onder meer de ict-infrastructuur onder handen genomen en kan er meer gebruik worden gemaakt van het zogenoemde e-health, digitale toepassingen in de zorg waar patiënten en artsen via de computer uitslagen communiceren, informatie uitwisselen en diagnoses stellen.
Ook zorgt de financiële impuls voor meer tijd met de patiënt, meer zorg in de avond-, nacht- en weekenduren, het versterken van de organisatiegraad van de eerste lijn en uitbreiding van de zorg voor kwetsbare groepen.
Daling zorgkosten twee miljard euro
In 2019 en 2020 wordt er 2,5 procent en in de jaren 2021 en 2022 wordt er 3 procent toegevoegd aan de budgettaire kaders huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg. Reden waarom de uitgaven in een periode van 4 jaar 471 miljoen euro (exclusief loon- en prijsbijstelling) hoger mogen liggen ten opzichte van de verwachte uitgaven in 2018.
Uiteindelijk moeten de hoofdlijnen uit het akkoord, zoals gesloten tussen het ministerie van VWS, de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), InEen (vereniging van organisaties voor eerstelijns zorg), Patiëntenfederatie Nederland en Zorgverzekeraars Nederland (zn), er voor zorgen dat de totale kosten in de zorg de komende jaren afnemen van tien naar acht miljard euro.