Na zeven jaar procederen in een patentzaak hebben Samsung en Apple een onderlinge schikking getroffen. Daarmee is de rechtszaak van de baan, maar hoe het akkoord tussen beide bedrijven er precies uit ziet, is geheimgehouden.
De saga begon in 2011 toen Apple naar de rechter stapte omdat Samsung bepaalde kenmerken van de iPhone en diens besturingssysteem iOS gekopieerd zou hebben. De zaak draaide rond een aantal design- en gebruikspatenten die volgens Apple geschonden zou zijn; daaronder bijvoorbeeld dubbeltikken om te zoomen en de specifieke grid waarmee apps op het Home-scherm gerangschikt zijn.
In 2012 leek het er op dat Apple de zaak gemakkelijk zou winnen, want toen veroordeelde een jury Samsung tot het betalen van een schadevergoeding van een miljard dollar. Dat was nog altijd minder dan de 2,5 miljard die de Amerikanen eisten, maar toch een som waar zelfs Samsung even van moet slikken. De Koreanen konden niet veel anders dan een hele resem beroepsprocedures opstarten, die uiteindelijk zelf tot aan het Hooggerechtshof opdoken.
In de daaropvolgende zaken zakte de schadevergoeding wel flink. In een rechtszaak die vorige maand zijn beslag kende, werd Samsung nog veroordeeld tot het betalen van 539 miljoen euro. Daarvan was toen 399 miljoen al aan Apple overgemaakt. Hadden Samsung en Apple niet geschikt, zou er dus nog steeds 140 miljoen te betalen geweest zijn. Voor welk bedrag de twee bedrijven alle rechtszaken nu begraven, is niet meegedeeld.
Het financiële aspect van de zaak is een ding, maar Apple versus Samsung heeft ook grote juridische consequenties gehad inzake patentrecht. In december 2016 schepte een Amerikaanse rechtbank namelijk een belangrijk precedent door Samsung gelijk te geven in de redenering dat een bedrijf, wanneer zijn product slechts bepaalde delen van een ander product kopieert, niet de volledige winst die ze maakt op dat product moet afstaan.