Drie voorstaande experts uit de wetenschappelijke wereld roepen op tot de oprichting van een data-federatie in Nederland. Zo'n constructie moet er voor zorgen dat datadeling tussen onderzoeksinstellingen en bedrijfsleven van de grond komt. Op deze manier kan ook tegenwicht worden geboden aan de monopolisering van big data door it-reuzen als Google, Apple, Microsoft, Facebook en Amazon.
Dit betogen Anwar Osseyran, algemeen directeur van Surfsara (ict-infrastructuurdienstverlener voor het onderzoek en het hoger onderwijs), Ronald Stolk, directeur van het Centrum voor Informatietechnologie (Rijksuniversiteit Groningen), en Marco de Vos, algemeen directeur van het Nederlands instituut voor radioastronomie Astron, in een opiniestuk dat vandaag op de website van Computable staat.
Het drietal wijst in hun stuk er op dat de Amerikaanse it-reuzen in een relatief korte periode hun machtige positie hebben verworven door hun focus op data en disruptieve businessmodellen en de immense schaal van data waar ze over beschikken. Maar, stellen zij, ‘hun data zijn echter niet open en dat maakt concurrentie met deze grote monopolisten steeds moeilijker. Kleinere partijen kunnen alleen over grootschalige data beschikken als ze de krachten bundelen en data met elkaar verzamelen en delen.’
Datadeling
Dit gebeurt volgens hen al in de onderwijs- en onderzoekswereld, al dan niet ondersteund met gelden vanuit de Europese Commissie. Osseyran, Stolk en De Vos pleiten er voor dat er ook datadeling op grote schaal tussen onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven moet plaatsvinden.
Zij stellen: ‘Vanwege de explicietere concurrentie bij het bedrijfsleven en de complexiteit van intellectuele eigendomsrechten, ligt datadeling tussen onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven gevoeliger dan binnen de wetenschappelijke wereld. Toch weet het bedrijfsleven dat datadeling essentieel is voor businessdoorbraken en het ontwikkelen van innovatieve toepassingen en nieuwe markten.’
Federatie
Een positief punt is dat met steun van het ministerie van Economische Zaken er kenniscentra worden opgericht die ondernemers uit het groot-, midden- en kleinbedrijf in staat stellen om met data te kunnen experimenteren en op een veilige manier data te kunnen uitwisselen. Maar, zo vinden zij, moet ook de consument bij het datadelen worden betrokken.
‘Burgers, inclusief patiënten, slaan veel zelf veel gegevens op en gebruiken die ook; denk aan social media, gezondheidsapps en de persoonlijke gezondheidsomgeving. Deze data zijn ook bruikbaar voor wetenschappelijk onderzoek. Door deze data te bundelen stellen we onszelf in staat om een tegenwicht te bieden aan de monopolisering van ‘big data’ door de grote it-reuzen en om lokale kennisontwikkeling te behouden en uit te breiden.’
Dit datadelen moet plaatsvinden in federatief verband waarbij federatief werken niet alleen het delen van data is maar ook het onderling aanbieden en delen van infrastructuur, zowel op het gebied van rekenkracht, dataopslag, als lokale expertise, benadrukken zij. ‘De enige manier voor een klein land als Nederland om de concurrentie met de grote landen en bedrijven aan te kunnen, is nationaal en internationaal samenwerken. De toekomst is federatief’, besluit het drietal.
Opiniestuk
Zie hieronder