Het Europese bedrijfsleven heeft in een gezamenlijke brief haar zorgen geuit aan de Europese Raad over mogelijke gevolgen van de aankomende ePrivacy Regulation (ePR), die al ruim een jaar in de raad wordt besproken. De brief vindt brede steun en is onder meer ondertekend door Nederland ICT, DNL en de Europese koepel van werkgeversorganisaties.
De ePrivacy Regulation (ePR), oorspronkelijk bedoeld om de vertrouwelijkheid van digitale communicatie te beschermen, zou volgens het bedrijfsleven botsen met de onlangs ingevoerde wet op bescherming van persoonsgegevens (GDPR). Juridisch gezien zouden beide verordeningen van elkaar verschillen inzake het verwerken van data en het vragen van toestemming.
De verschillen zouden zelfs zo groot zijn, dat het uiteindelijk voor een belemmering zou zorgen op de ontwikkeling en innovatie van de digitale economie, omdat producten en diensten meer aangeboden zouden kunnen worden. Iets dat zich uitstrekt tot alle sectoren van de digitale economie: van digitale media tot autonome voertuigen en van medische apparatuur tot de smart industry.
De coalitie pleit dan ook voor het beschermen van vertrouwelijke digitale communicatie en roept de EU-lidstaten op vooral geen overhaaste beslissingen te nemen. De ePR moet zo veel mogelijk verder bouwen op de stevige basis voor gegevensbescherming die er met de wet op bescherming van persoonsgegevens is gelegd.
Op 8 juni vergadert een werkgroep van de Europese Raad over de huidige tekst van de ePrivacy Regulation.