Een toenemend aantal apparaten is verbonden met het internet. Naast smartphones, tablets en laptops staan ook onze huizen, werkplekken en steden vol met connected apparaten en systemen – van audioapparatuur tot intelligente airconditioning en slimme straatlampen. Inmiddels zijn er wereldwijd meer dan 8,4 miljard connected ‘things’ in gebruik. Deze internet of things (IoT)-apparaten dienen niet alleen nu een bepaald doel, maar genereren ook data waarmee we de kwaliteit van leven in de toekomst kunnen verbeteren.
De verwachting is dat in 2050 driekwart van de wereldbevolking in de stad woont. Door IoT-apparaten in te zetten voor de ontwikkeling van smart cities weten stadsplanners beter hoe ze in de behoeften van de inwoners kunnen voorzien. De eerste contouren van de smart city zijn al zichtbaar, bijvoorbeeld als het gaat om contactloos betalen in het openbaar vervoer en apps die je naar een beschikbare parkeerplaats leiden. In sommige steden zijn zelfs al zelfrijdende bussen te vinden. Ook wordt geëxperimenteerd met slimme straatlampen die helderder schijnen als er iemand aan komt lopen en tegelijkertijd de luchtvervuiling in het gebied meten. Zo zijn er tal van initiatieven te noemen die bijdragen aan de slimmer wordende stad.
Potentie
De potentie van smart cities is echter veel groter dan dat we op dit moment zien. Dankzij de toepassing van IoT-apparaten zullen publieke diensten in de toekomst nog veel verder ontwikkeld kunnen worden. Van zorgsystemen die ziekteverspreiding voorkomen tot veilig verkeer dankzij connected auto’s en straatmeubilair. Het klinkt veelbelovend, maar dan moet er wel wat veranderen.
Voordat een smart city echt kan opbloeien, moeten de systemen en data van connected apparaten worden geïntegreerd. Smart cities zorgen voor miljarden datapunten. Het is van groot belang dat deze informatie op de juiste manier wordt beheerd. Omdat er zoveel data gegenereerd wordt, is de meest voor de hand liggende oplossing om deze data gescheiden op te slaan. Denk dan bijvoorbeeld aan het scheiden van informatie op basis van het stadsdepartement waar het relevant voor is. Vervoersdata komt zo terecht bij de verantwoordelijke voor verkeer en gezondheidsdata bij de verantwoordelijke voor volksgezondheid. Dit lijkt een logische keuze. Het probleem van deze aanpak is echter dat het potentieel van deze informatie niet ten volle wordt benut. Door het integreren van data kunnen nieuwe inzichten worden opgedaan. En dat maakt een smart city echt ‘smart’. Data wegstoppen in silo’s zorgt juist voor problemen.
Tot bloei
Uit onderzoek blijkt dat datasilo’s het grootste obstakel zijn voor bedrijven die willen profiteren van hun verzamelde data. Het is daarnaast niet alleen de technologie die silo’s veroorzaakt; veel teams willen niet samenwerken of informatie delen. Voor 44 procent van de bedrijven is een gebrek aan samenwerking tussen afdelingen een belangrijk obstakel voor dataverwerking. 30 procent ziet dat afdelingen samenwerking tegenhouden omdat ze hun eigen data en systemen willen beschermen.
Als dit gedrag zich ook voordoet binnen stadsdepartementen, dan zullen we nooit optimaal profiteren van de voordelen van de smart city. Zonder de juiste integratie kan data onvoldoende geanalyseerd worden en zal de smart city nooit optimaal tot bloei kunnen komen. Een voorbeeld: wat als er een weg in de stad overstroomd raakt en verkeer moet worden omgeleid? In een echte smart city kunnen sensoren voorspellen welke gebieden snel onder water komen te staan, waardoor straatmeubilair – op basis van weerpatronen en huidige verkeersomstandigheden – wordt geactiveerd om een omleiding in te stellen. Dit zal echter nooit worden gerealiseerd als de verkeers- en weerdata niet gedeeld wordt.
Het delen en integreren van data is echter niet alleen het resultaat van menselijke samenwerking. Smart cities staan nog in de kinderschoenen en stadsplanners moeten daarom nu al de juiste technologie implementeren. Op deze manier kan nu al data verzameld worden die toekomstige tools, zoals geavanceerde ai-analyses, kunnen gebruiken om slimme beslissingen te nemen. Zo wordt een smart city pas echt slim.
Gaurav Dhillon, ceo van Snaplogic