Kennis delen, barricades aan de voorkant opbouwen en sneller daadkracht tonen. Politie Noord-Nederland wil samen met ict-bedrijven de strijd aangaan tegen cybercrime.
‘Voor ons als grote, publiek gefinancierde organisatie kost het soms tijd om dit te organiseren en te implementeren, laat staan de juiste mensen te vinden. Vandaar dat we de samenwerking zoeken met de
ict-sector en kenniscentra in het noorden. Ik ben ervan overtuigd dat we daarin samen echt stappen kunnen maken’, zegt Ronald Zwarter, plaatsvervangend politiechef eenheid Noord-Nederland.
Hij is ervan overtuigd dat de regio met de kennis van onder meer de Veiligheidsregio’s, de Cybersafety Research Group van NHL Hogeschool, Rijksuniversiteit Groningen en Insite Security, een specialist op het gebied van informatiebeveiliging, een toonaangevende rol kan gaan spelen in de strijd tegen cybercriminelen. Zeker met het team van twaalf cyber-experts, waar politie Noord-Nederland nu al over beschikt. ‘Maar willen we het groeiende probleem echt te lijf gaan, dan is er veel meer capaciteit en kennis nodig.’
Samenwerking Noord
De eerste stappen zijn volgens Ramona Venema, de woordvoerdster van de Noordelijke politie-eenheid, al gemaakt in de it-netwerkorganisatie Samenwerking Noord. ‘We zijn nog niet feitelijk gestart, maar voeren wel al een jaar gesprekken. Zwarter is bijvoorbeeld al in gesprek met VNO-NCW. Als ondernemersorganisatie is het een overkoepelende partij, die iedereen kan bereiken.’ Veel bedrijven zouden volgens de politie door schaamte, angst voor gezichtsverlies of imagoschade, geen aangifte durven doen. Gedachtes die moeten worden losgelaten, wil je de strijd tegen cybercrime winnen.
Uiteindelijk hoopt de politie dat de samenwerking uitmondt in het vestigen van een Digital Trust Centre (DTC) in de noordelijke regio. Een gezamenlijk initiatief van de ministeries van Economische Zaken en Veiligheid en Justitie, die ondernemers adviseren op het gebied van cybersecurity. Venema: ‘Dit is een volgende stap over hoe we gezamenlijk, op grotere schaal en voor de langere termijn een vuist maken.’