Zorg betaalbaar houden is een belangrijk uitgangspunt voor de gezondheidszorg. Vergrijzing, ongezonde levensstijlen en bezuinigingen maken kwalitatieve zorg blijven leveren een uitdaging. Die toenemende vraag om zorg betaalbaar te houden, te innoveren en verschillende nieuwe technologieën betekenen een groeiende interesse naar digitalisering en soms zelfs robotisering in de zorg. Zelfmeethulpmiddelen zoals diverse apps, wearables en implantables zijn daarin een belangrijk onderdeel om bijvoorbeeld ziekenhuis- of verzorgingsopname zoveel mogelijk uit te stellen. Maar waar staan we op het gebied van selfcare?
Steeds meer mensen zijn bezig met hun gezondheid. Of het nou preventief is voor bepaalde medische aandoeningen of puur vanuit interesse, in theorie kan alles worden gemeten. Hartslag, bloedsuikerspiegel en een dieet zijn slechts simpele voorbeelden die we nu zelf in de gaten kunnen houden. Hoewel dit de meest gemeten waarden zijn gaat het begrip selfcare verder dan dat. In het boek Zorg Enablers 2018 worden verschillende kanten van preventie in de zorg belicht. Met ‘Holistic tracking’ wordt technologie in het dagelijkse leven geïntegreerd. Dit is vooral biometrische informatie, zoals fysieke en mentale gegevens, die via apps en wearables en in sommige gevallen implantables worden gemeten.
Met zorgapps zijn de meeste mensen bekend, ook de oudere generatie meet steeds meer via mobiele applicaties. Zo blijkt uit een onderzoek van Zorg Voor Beter, een platform voor ouderenzorg. In totaal waren er in 2017 325.000 health apps beschikbaar in de bekende appwinkels zoals Google Play Store, Apple App Store, Windows Phone Store, Amazon App Store en BlackBerry World. In 2016 waren dit er 259.000 en dat waren er toen 57 procent meer dan in 2015. Dit blijkt uit het onderzoek van research2guidance dat jaarlijks een rapport opstelt over de mhealth economie. In 2016 was er ook even een terugslag in de groei van het aantal appdownloads in vergelijking met 2015 en 2017. In 2016 groeide de appdownloads met 7 procent in 2015 was dit 35 procent. De verwachting van het aantal downloads in 2017 zijn geschat op 3,7 miljard downloads wat betekent dat in 2017 16 procent meer apps zijn gedownload dan in 2016. De meeste downloads komen via Android en IoS-gebruikers. Androids Google Play Store wint het in 2017 van Apple en is momenteel de grootste aanbieder van gezondheidsapps.
Ook het gebruik van wearables groeit significant. Zo blijkt uit cijfers van Gartner. In 2015 zijn er ruim 611 miljoen wearables geïnstalleerd, in 2016 waren dit er ruim 708 en in 2017 810 miljoen wearables. Verwacht wordt dat in 2020 ruim 1,1 miljard wearables in gebruik zijn. De populairste wearable op dit moment is Fitbit. Toch verloor deze smartwatch afgelopen jaar zijn koppositie aan leveranciers Xiaomi en Apple. Volgens IDC zijn vooral smartwatches veel gekochte wearables en blijven die stijgen tot in 2021, maar in 2021 zullen smartclothing en eyewear het sterkste stijgen.
Mobiliteit is ook een belangrijk onderdeel in zelfzorg. Met ‘advanced mobility’ gaan we een stapje verder van het lichaam en kijken we naar de mogelijkheden van drones en auto’s die direct of dan wel indirect kunnen bijdragen aan de zorg. Denk aan drones die snel medicijnen kunnen afleveren of zelfs eerste hulp kunnen verlenen op slecht bereikbare locaties. In de auto-industrie zien we een focus verschuiven van optimale comfort in auto’s zoals stoelverwarming en klimaatcontrole naar preventie en gezondheidsmonitoring. Zo kan er met Audi FitDriver worden gemeten of een bestuurder niet slaperig, gestrest is of hartproblemen heeft. Dit heeft indirect gevolgen voor de medische wereld, aangezien het gros van de auto-ongelukken veroorzaakt worden door de bestuurder.
Van uitwendige meetinstrumenten gaan we weer een stapje dichterbij en kijken we naar de mogelijkheden vanbinnen. Implantables, of ook wel insideables, klinken vrij futuristisch en wellicht wat akelig, maar ze zijn in de medische wereld al een tijdje op de markt. Zo stamt de eerste inwendige pacemaker uit 1957. Toch is er een opmars gaande voor implantables en voorspelt The Guardian dat deze groter kunnen worden dan wearables. Vooral voor mensen met diabetes wordt er op dit gebied veel ontwikkeld. Zo zijn er de implanteerbare meters waarmee patiënten niet meer bloed hoeven te prikken, maar dit kunnen aflezen via een meter in hun arm. Een voorbeeld hiervan is de Eversense sensor. Google experimenteert momenteel met een slimme contactlens voor diabetespatiënten. Maar er is meer. Zo zijn er camera’s in afbreekbare pillen die de patiënt kan volgen in de maag. Daarnaast is er wellicht een doorbraak te verwachten in de geestelijke gezondheidzorg voor de behandeling van depressies. Hoewel er nu vooral wearables worden gebruikt voor het meten van stress en spanning in relaties tot depressiviteit, zoals toepassingen als Thync, wordt er ook gekeken naar inwendige neurologische oplossingen. Uiteraard speelt hierbij het ethische vraagstuk een grote rol. Want hoe ver kunnen we gaan met het uitlezen van onze eigen data en voor wie is die data allemaal bedoeld?
Bij elke technologische ontwikkeling zijn risico’s verbonden. Zo ook bij de wildgroei van zorgapps, wearables en andere zelfzorgtoepassingen. Zo is er veel persoonlijke en gevoelige data verbonden, zijn toepassingen niet altijd betrouwbaar of veilig en is er een ethische discussie in waar de grenzen liggen op het gebied van het koppelen en delen van al deze medische informatie.
In 2017 is er 5,4 miljard Amerikaanse dollars (ongeveer 4,4 miljard euro) geïnvesteerd in digital health start-ups. De interesse in en groei van deze economie is niet te ontkennen en de mogelijkheden lijken eindeloos. Maar met alleen technologie lukt het niet. Degene die het gaan gebruiken, de patiënt, cliënt, zorgprofessional, en ga zo maar door, ofwel de stakeholder heeft ieder voor zich andere eisen en behoeftes in technologie. Wat maakt een app, wearable of implantable succesvol? En wanneer is het van toegevoegde waarde voor de gezondheidszorg? De werkelijke uitdaging ligt bij adaptatie en implementatie. Maar ook financiering, protocollen, wet- en regelgeving, standaardisatie, veiligheid en privacy en belangen van andere (zorg)partijen. De mogelijkheden zijn bewezen, maar wanneer het ons echt waarde gaat opleveren kost nog tijd en de nodige wilskracht.
Dit artikel is mede tot stand gekomen dankzij het boek Zorg Enablers 2018 een uitgave door BeBright over technologische ontwikkelingen in de gezondheidszorg.
(Deze bijdrage is afkomstig uit Computable Magazine, editie 02/2018)
Over Zorg & ICT
Wilt u alles weten over de laatste digitale ontwikkelingen voor de zorg? Breng dan een bezoek aan Zorg & ICT 2018! Naast ruim 180 exposanten vindt u op de beursvloer ook theaters waar sprekers u op de hoogte brengen van actuele onderwerpen zoals GDPR, digitale transformatie en cybersecurity in de zorg. De beurs vindt plaats in Jaarbeurs Utrecht van 17 tot en met 19 april. Registreren kan via de site.